Bevallingsverhaal: Finns glucosetekort had hersenbeschadiging als gevolg

| ,

Dinsdag 14-8-2018, 3:10 uur. Mijn vliezen braken, dit was nieuw voor, omdat mijn andere zoontje door middel van een inleiding geboren is in het ziekenhuis. Ik maakte mijn vriend wakker, en belde de verloskundige. Deze kwam langs en constateerde inderdaad dat mijn vliezen gebroken waren. Als ik een uur lang om de vijf minuten weeen had, moest ik weer bellen. 

Zo gezegd, zo gedaan. Rond zes uur belde ik, binnen een uur zou er iemand zijn, want het was nogal druk. Om negen uur was mijn eigen verloskundige er. Finn kreeg het wat moeilijker, dus er zat wat spoed achter. Finn is in zes minuten geboren, om 9:31 uur. Hij heeft zijn eerste dag geheel ingepakt gelegen met twee kruiken en een dikke (koeka-achtige) deken. Maar zijn temperatuur werd niet echt hoger. Het bleef hangen op 36,3… Aan het einde van de middag kwam de verloskundige weer. Finn deed het verder wel goed. Hij was alert en dronk goed. 

De eerste nacht was een hel! Om het half uur kwam hij weer voor voeding. Ik zei meteen tegen mijn man: “Hij krijgt niet genoeg.” De woensdag was een rustige dag. Finn sliep veel. Wel was Finn heel geel, dus hij lag in de wagen voor het raam. Donderdag was hij onrustig. Finn huilde veel, met hele hoge tonen erin. Gillend zowat. Wij dachten aan krampen, ik had immers bloemkool gegeten de dag ervoor. De kraamhulp liep veel met hem op de arm. Aan het einde van deze middag werden Finn zijn lipjes blauw. Ik riep direct de kraamhulp. Samen keken we het nog even aan. Om 16:00 had Finn voor het laatst bij mij ‘gedronken’. Het was inmiddels 19:30 uur en hij wilde nog niks. Hij huilde nog steeds veel, dus ik dacht: “Mond open, hup tepel erin!” Maar zelfs dat wilde hij niet. Ook werden zijn lipjes weer blauw, maar nu ook zijn handjes en voetjes! Ik belde de verloskundige. Ze kwam eraan! Wederom vond ze Finn alert en het verder goed doen. Maar dat huilen was wel vreemd… We belden de kinderarts en gingen naar het ziekenhuis met de ambulance. 

Eenmaal daar aangekomen kreeg Finn een epileptische aanval. Een convulsie zoals ze dat noemen. Op de neonatologie werd hij naar de kritieke kant verplaatst. Nog een keer kreeg hij die convulsies. Alle toeters en bellen werden aangesloten en ik werd naar een kamer gebracht waar ik de nacht mocht doorbrengen. Toen mijn man en ik terug kwamen bij Finn, lag hij met wijd open ogen naar ons te kijken. Dat hadden we in de afgelopen dagen nog niet gezien bij hem. We dachten meteen al aan een tekort aan glucose, dat had zijn broer ook namelijk bij de geboorte. Er werd ons verteld dat hij medicatie zou krijgen tegen die convulsies. Waar hij dan wel weer minder van ging ademen en dus zuurstoftoediening kreeg. 

In de nacht kwam de dokter nog aan mijn bed, wat ik onthouden heb is dat Finn aan allemaal schermen ligt en dat ik niet moest schrikken. Vrijdagochtend was mijn man ook weer aanwezig en werd ons verteld dat we naar het VUMC moesten. Want ze konden hier niets voor hem betekenen. We hebben gewacht op de IC-ambulance en we zijn er achteraan naar Amsterdam gereden. Eenmaal daar werd zijn bedje overspoeld met dokteren. Iedereen deed wat. Hij zou de middag ook een MRI-scan krijgen. Ze gingen kijken wat er in zijn hoofdje speelde. Ze wisten immers niet waar die convulsies vandaan kwamen (Al had hij na het toedienen van de medicatie deze niet meer laten zien). Aan het einde van de middag kregen we de uitslag. Als een mokerslag kwam deze binnen. Een beschadiging aan zijn hersentjes… De gevolgen? Kans op blindheid, spasme en/of slecht leren. “G*dverd*mme!!!”, was het eerste wat we tegen elkaar zeiden. “Zie je wel!!! Te weinig voeding gehad!” Ik zei het nog zo de allereerste nacht!!!

Er liepen direct allemaal onderzoeken. Vooral zijn bloed werd onderzocht, de metabolen werden onderzocht, ze keken naar stofwisselingziekten. Dat kon nog zeker wel een paar weken duren. Finn deed het super goed, elke dag weer alleen maar positieve vooruitgang! Wat werden we blij als we hem zagen! We hoorden dat de medicatie verminderd werd. Na vier dagen mocht Finn, met alleen een glucose infuus, naar de kinderafdeling. Daar moest hij aansterken en zelf zijn glucose gehalte goed houden. Dit was in het begin nog wel even lastig voor hem, maar hij heeft daarna de doktoren even laten weten dat hij het echt wel zelf kon. Hij trok regelmatig zijn infuus eruit. 

We kregen een melding dat we binnenkort naar huis mochten, maar juist die nacht was Finn aan het spoken. Niet om de 4 of 5 uur voeding, maar elk uur. Dus we bleven toch nog en gingen even een paar stappen terug. De enige negatieve stappen die we hebben meegemaakt die dagen daar. Na 17 dagen in Amsterdam, mocht Finn naar huis. Wij moesten nog even bloed afgeven want ze wilden ook nog voor de zekerheid een DNA-onderzoek doen. Het metabolen onderzoek gaf  als uitslag dat zijn vitamine B6 minder was, wat goed paste bij een lage voedinginname. Opnieuw werd het bloed getest en toen bleek het allemaal weer goed te zijn. 

Finn doet het momenteel super goed, hij ontwikkelt zich voorbeeldig. En niet geheel onbelangrijk… hij kan ook gewoon zien! Conclusie: voedingtekort, dus suikertekort.

Een kanttekening bij dit verhaal; Finn zijn grote broer Jaco is bij de geboorte in het ziekenhuis, na inleiding, opgenomen met ook een laag suikergehalte in zijn bloed. Hij was groot en zwaar. Bij de zwangerschap van Finnheb ik zelf twee keer een glucosetest moeten doen, omdat ze dachten dat Finn weer groot en zwaar zou zijn. Eenmaal bij de geboorte, bleek Finn ‘binnen de normen’ te zitten en hebben ze alles qua geschiedenis van Jax losgelaten. Alle zorgen tijdens de zwangerschap genegeerd. Al hadden ze maar even na de geboorte zijn bloedsuiker geprikt, dan zou hij nu misschien een heel ander leven hebben …

ANIEK 

Plaats een reactie