Wie had ooit gedacht dat een oorontsteking zo ernstig kon zijn?! DEEL II

| , ,

Klik hier om eerst DEEL I te lezen.

Het was maandag 25 maart, wij gingen weer eens heerlijk genieten van een lesje babyzwemmen. Een groot favoriet van ons zoontje. Het viel mij op dat ons zoontje weigerde om op zijn rug te zwemmen. Ik appte erover met mijn moeder en we kwamen tot de conclusie dat verder alles normaal leek en dat het iets was om bij de volgende les in de gaten te houden. Ik zocht er dus niet veel achter en de week ging voorbij. Het was donderdagavond toen ons zoontje weer weigerde te drinken. Ik maakte weer een afspraak voor bij de huisarts. Ik wilde dat ze zijn oren gingen bekijken. Ze keken en zagen dat het geïrriteerd was. Oké, ik vroeg of we niet eens naar een KNO-arts moesten, het was de laatste tijd goed raak geweest en zijn oren waren met regelmaat te vies om goed te worden beoordeeld dat ik aanvoelde dat het niet goed leek. Het werd weg gewimpeld.

Het weekend ging voorbij en maandag stonden wij voor het spreekuur op de stoep, oorontsteking nummer drie was aan. En toen daar liet ik mijn hart spreken… Mijn huisarts wilde ons naar huis sturen zonder antibiotica, dat daar, die woorden waren mijn trigger en ik ging los. Ik zei hem dat ik daar niet mee akkoord ging, ik lepelde het scenario op wat er nog geen twee weken terug had afgespeeld. Ik gaf aan dat ik dat niet nog een keer aankon, dat ik nog aan het bijkomen was van alles wat er gebeurd was en de vermoeidheid die kwam kijken bij ons zieke zoontje en dat mijn zoontje zijn afweersysteem lang nog niet de oude is geworden om dit zelf aan te kunnen. Er werd mij verweten dat ik het lichaam niet de kans gaf om het zelf op te ruimen. Ik zei hem: “Nee, sorry, kijk hoe ver het de vorige keer is gegaan!” Wederom begon ik over de KNO, nou als mijn huisarts mensen in zijn gezicht had kunnen uitlachen had hij dat daar gedaan. Hij keek mij aan vol verbijstering en zei me dat dat echt onzin was. Ik wees hem op het feit dat er in begin maart al was geconstateerd dat er vocht achter de oren van mijn zoontje zat en dat er nooit is vermeld dat dit weg is gegaan, ik sprak uit dat ik me daar zorgen over maakte, dat ik het gevoel had dat het niet pluis zat. Hij keek mij aan en zei: “Nou ik zie de ernst er niet zo van.” En laat ik even vertellen dat deze man al meerdere dingetjes heeft “gemist” bij mijn zoontje voordat jullie mijn reactie lezen. Ik keek hem aan en dacht: “Serieus wil je het zo spelen nou prima.” Ik zei hem: “Oh, dat herken ik, daar heeft u wel vaker last van.” Ik zei hem dat het ook niet de eerste keer is als hij iets over het hoofd zou zien, want te slotte was het al vaker bij mijn zoontje voorgekomen. Ik lepelde op dat hij mij in het begin ook afwimpelde met “baby’s huilen nu eenmaal” en dat mijn zoontje toen last bleek te hebben van een zware verborgen reflux en het KISS-syndroom. Maar he, klein dingetje hoor! Ik klapte er over heen dat ik eiste dat hij mijn zoontje na de antibiotica kuur zou controleren op het vocht achter zijn oren en dat als het er dan nog steeds zat ik de doorverwijzing wilde naar de KNO-arts. Hij keek mij verbaasd aan en zei: “Uw zoontje is te jong voor de KNO arts.” In mijn boze bui zei ik al snauwend: “Laten we dat nou door een KNO arts bepalen!” Ik ging weg. We startten met de antibiotica kuur en na een week stonden we weer op de stoep.

Ik kwam bij de arts in opleiding terecht en wat een opluchting! Zij had ons al een paar keer geholpen tijdens de spreekuren en gaf aan dat ze het erg vervelend vond dat hij nog steeds zo’n last had. Ik stond uiteraard wat moeizaam in de behandelkamer want ik was ergens nog zo boos dat er zo moeizaam was omgegaan met mijn zoontje. Ik gaf aan waarvoor we kwamen en liet wederom het woord KNO vallen. Zij keek mij aan en zei: “Is dat nog niet geregeld dan?” Euhm nee, dat is nog niet geregeld … “Nou”, zegt ze, “dat lijkt mij geen probleem.” Enigszins verbaasd zat ik daar… Serieus…? Dit ga jij nu regelen? En ja hoor ze controleerde zijn oren en ja het vocht zat nog steeds achter het trommelvlies. De doorverwijzing werd uitgetypt. Wat een opluchting zo’n stom stukje papier! En eenmaal buiten belde ik direct de KNO-poli op, er was een wachttijd van vijf weken. Ik dacht: “In het ergste geval is dit nog twee oorontstekingen.” Erg he? Ik dacht dus in hoe vaak mijn kind nog ziek kon worden tot de eerste afspraak.

Het was weekend we hadden een verjaardag van mijn vader en op zondagavond begon ons zoontje weer uit het niets te huilen… Ik dacht: “Oh nee, daar gaan we weer.” Want dat dacht ik nu dus iedere keer bij verhoging van zijn tempratuur, niet willen drinken, of niet willen liggen. Ik dacht continu: “Shit daar gaan we weer!” Van frustratie ging ik zelf ook maar even huilen. Pffff, niet weer. “Oké, morgen maar weer naar het inloopspreekuur.” En ja hoor daar zaten we dan weer op maandagochtend in de spreekkamer van onze huisarts. De arts in opleiding zag ons zitten en zei: “Oh nee, toch niet alweer?” Ik zeg: “Ja ik ben bang van wel.” Na de controle bleek dat zijn oren weer rood en geïrriteerd waren. Niets aan te doen behalve zetpilletje geven, aankijken en hopen dat het niet erger zou worden. Op advies van mijn moeder en de arts in opleiding belde ik met de KNO-poli om te kijken of we eerder terecht konden. Nee, dat kon niet. Ik legde de situatie uit en dat ik echt wel wanhopig was omdat we nu al richting de derde oorontsteking zaten binnen zes weken. De mevrouw van de KNO-poli gaf aan dat ze mijn nummer kon noteren en als er iemand uitviel zij mij dan zou bellen. Ze noteerde mijn nummer en binnen ander half uur was het geluk aan mijn zijde, voor die woensdag was er een plekje vrijgekomen. Enigszins verbaasd dat het ineens zo snel kon, was ik ook erg blij en opgelucht. En daar zaten we die woensdagochtend in de wachtruimte van de KNO poli. Ins zoontje vond het reuze interessant. We werden naar binnen geroepen. Allereerst werd de druk op het trommelvlies gemeten, vervolgens werden zijn oren schoongemaakt. Nou serieus hoeveel troep kan je in je oor hebben. Hij gaf aan dat gezien het seizoen hun voorkeur was om te wachten. Ik brak. Ik was het wachten beu. Ik had al heel veel gewacht de afgelopen weken. Eigenlijk was ik al maanden bezig met een ziek kind. Een kind wat steeds stiller werd, bleker werd, vatbaarder werd en ook zieker werd. Mijn man nam het woord over en legde uit waarom ik brak. De KNO-arts aarzelde geen moment toen hij aanhoorde dat wij nu al bijna twee maanden continu bezig waren met oorontstekingen en dat onze zoon al heel lang verkouden was. “Dan gaan we hem buisjes geven en zijn neusamandelen controleren en indien ze vergroot zijn worden deze ook verwijderd.” Bij de balie plande we de afspraak in en daar stond dan de datum vast, vrijdag 3 mei zou hij buisjes krijgen. Er ging een controle afspraak met de anesthesist aan vooraf waarin ons zoontje goed werd bevonden voor de narcose.

Vrijdag 3 mei in de ochtend werd het nog spannend, want ons zoontje werd wakker met 37.8 op de thermometer en bij 38 of hoger kon het hele feest niet doorgaan. Net tempraturen voor we weggingen en 37 rond af! Off we go! We meldden ons om 10.30 uur met ons nuchtere mannetje in het ziekenhuis. Eerst werd hij gecontroleerd door de zuster. We moesten bij hem een zetpil inbrengen en toen begon het wachten tot we naar de OK konden. We werden op een krukje gezet en mijn zoontje keek net zo geïnteresseerd om zich heen als ik. Ik beantwoordde wat vragen en het masker kwam in aantocht. Daar ging mijn zoontje in blinde paniek. Moeilijk, dat zeker en raar ook om je kind ineens in slaap te zien vallen en het dan “achter” te laten op de OK. Toch maakte het door het lieve personeel vertrouwd. Uiteindelijk was ik binnen vijf minuten al op de uitslaapkamer waar ik ons zoontje aantrof in blinde paniek. Hij was ontroostbaar en kroop achteruit het bedje uit. Hij sloeg om zich heen en niets maar dan ook niets was goed. Dit duurde en duurde en niemand kreeg hem stil. De KNO-arts kwam toelichten wat ze hadden gedaan. Ze hadden buisjes geplaatst en tevens zijn vergrote, ontstoken, slijmerige neusamandelen verwijderd, want ook dat was toch wel nodig. Ik was opgelucht en blij. Wat een opluchting was dit dat mijn gevoel het weer bij het rechte eind had gehad. Geloof me zulke dingen voel je als moeder dus gewoon aan! 

De eerste week liepen we met een tissue de hele dag achter ons zoontje aan. Zijn neus liep leeg met slijm en snot. En iedere ochtend en iedere avond konden wij de oorschelpen leeghalen. Er lag continu troep in, opgedroogd slijm en oorsmeer achtige vieze derrie. Uiteindelijk werd dit steeds minder en minder. Inmiddels is het nu een kleine drie weken geleden en is hij over zijn “verkoudheidsvirus” zo goed als heen. En wij? Wij hebben ons energieke kleine mannetje terug. Want serieus wat een verschil! Hij is minder prikkelbaar, minder moe, heeft een betere kleur, heeft een gezonde gloed, straalt, is helder, praat meer en is weer helemaal zichzelf! Ik ben super blij dat we dit voor ons mannetje hebben kunnen doen. 

GEJA

Plaats een reactie