OMG, ik heb gewoon een kleine kleptomaan op de wereld gezet!

| , ,

“Nederlanders shoppen steeds meer online” kopt het regelmatig als je je nieuws app opent. En iedere keer als ik dat lees, voel ik me aangesproken. Ik ben namelijk één van die Nederlanders en sinds ik kids heb, koop ik denk ik 90% online. Dat betekent dus ook dat ik mede schuldig ben aan het feit dat bepaalde fysieke winkels uit het straatbeeld zijn verdwenen of dreigen ten onder te gaan. Dus, puur om mezelf een beter gevoel te geven, besloot ik op vrijdagochtend, na de dansles van mijn oudste dochter Jackie (bijna 3 jaar oud) weer eens ouderwets naar stad te gaan. En dat heb ik geweten…

Zodra we van huis vertrekken, valt de regen met bakken uit de lucht en terwijl ik probeer uit te vogelen of mijn ruitenwissers echt niet nog sneller op en neer kunnen, hoor ik Jackie al van de achterbank mopperen dat ze niet van regen houdt. Nou is het, als je in Nederland woont, niet zo handig je tegen te laten houden door wat regen, dus vol goede moed rijd ik verder. Ik besluit wel dat het dan beter is om in een parkeergarage te parkeren in plaats van die parkeerplaats die ik aanvankelijk in gedachten had, want dan kan ik in tenminste op een droge plek de kinderen in de kinderwagen zetten. Ik parkeer mijn auto in een parkeervak met twee lege vakken ernaast zodat ik lekker alle ruimte heb om mijn dochters te installeren. Ach gut, kleine Pippa (net 1 jaar oud) is al in slaap gevallen. Dan haal ik eerst de kinderwagen er maar uit (lang leve de duowagen) en besluit ik Jackie maar eerst in orde te maken, die op dat moment druk “Kukekelu” naar haar slapende zus aan het roepen is…

Zodra de kinderen hun jasjes en dasjes aan hebben en allebei in de wagen zitten (Pippa is natuurlijk wakker geworden), loop ik naar de lift om daar tot de ontdekking te komen dat die defect is. Niet dat er een briefje hangt, maar na 10 minuten wachten, trek je zo je conclusies. Dan maar door de parkeergarage heen en naar beneden zigzaggen, terwijl ik ondertussen de boze blikken van de automobilisten die omhoog komen rijden, probeer te vermijden. “DIT HEEFT OOK NIET MIJN VOORKEUR, DIE KL*TE LIFT IS STUK”, zou ik het liefste naar ze willen roepen. Maar ik houd me in. “Mama, mag ik in de draaimolen”, vraagt Jackie ondertussen. Oh verrek ja, de laatste keer dat we in de stad waren, was het kermis… “Nee schatje, de kermis is er niet meer”. En dat komt bij Jackie net zo hard aan als dat ik tegen jou zou zeggen dat de aarde vergaat, dus je begrijpt, drama alom. “Nou uhm weet je wat”, hoor ik mezelf sussend zeggen “als je lief bent in de stad, mag je dadelijk…”, “een ijsje!”, vult Jackie me triomfantelijk aan. “Een ijsje? Schatje het is 10 graden, ik zat zelf meer te denken aan warme chocolademelk”. “Met slagroom?”, vraagt ze. “Deal!”, roep ik. Drama weer over.

Als we eenmaal uit de parkeergarage gemanoeuvreerd zijn, doe ik de regenkap bij de kleinste over het zitje van de wagen, maar Jackie wil per se de paraplu en die wil ze ‘zelluf vasthouden’. Zo wordt ook nog bijna mijn rechteroog uitgestoken, maar gelukkig komen we ongeschonden bij de eerste winkel aan. Jackie vraagt of ze mag lopen. Ik geef akkoord mits ze met haar handen op haar rug blijft lopen. Dat houdt ze welgeteld twee seconden vol. Vervolgens stoot ze bijna wat schaaltjes om en heeft ze, voor ik er erg in heb, een haarband met een grote rode glitterstrik in haar zorgvuldig door mij ingevlochten haren gezet. Ergens hoor ik haar zeggen dat Pippa ook een haarband moet, maar ik ben zo hard aan het zoeken naar hetgeen waarvoor ik deze winkel binnen ben gelopen dat ik er weinig aandacht aan schenk. Helaas kom ik er achter dat ik hier niet ga slagen en ik loop naar de kassa om de roze rietjes die Jackie ‘zoooooo mooi’ vond af te rekenen. Tijdens het afrekenen vindt Pippa dat we lang genoeg in deze winkel geweest zijn en dat laat ze weten ook. Ik geef haar snel haar speentje en op dat moment zie ik dat ze een haarband met een glinsterend rendier gewei in haar handen heeft. “Jackie, heb jij deze aan Pippa gegeven?”. “Ja die was voor Pips!”, antwoordt ze trots. De caissière kijkt me geïrriteerd aan. Ze is jong, veel te jong om zelf kinderen te hebben, dus ik kan geen begrip van haar verwachten (maar ondertussen wens ik haar wel stiekem toe dat haar kinderen later de hele winkel zullen leegtrekken). “Deze dan ook nog maar afrekenen?”, zucht ze terwijl ze de haarband van me aanneemt. “Nee, nee, ik heb dit helemaal niet nodig”. Ik ben al lang blij dat ik het nog op tijd ontdek en dat ze me niet kunnen aanklagen voor winkeldiefstal of iets dergelijks. “Mam, ik heb poep”, roept Jackie ondertussen. Jep, het is nu echt tijd om deze winkel zo snel mogelijk te verlaten.

Bij de volgende winkel verschoon ik Jackie en het valt me mee dat ze pas 537 keer om die warme choco heeft ze gezeurd. Jackie pakt vervolgens in de winkel alles wat los en vast zit, dus voordat we de lift in stappen om een etage lager te gaan, vraag ik Jackie of ze dit keer niks heeft gepakt voor zichzelf of Pippa. Ze schudt nee. Maar zodra we in de lift staan, schuift ze de mouw van haar jas omhoog en laat ze me triomfantelijk een elastiekje om haar pols zien. OMG, ik heb gewoon een kleine kleptomaan op de wereld gezet!

De verdieping waar we uitstappen zet ze volledig op z’n kop. Om de paar seconden komt ze met iets nieuws tevoorschijn en het loopt uiteen van rollen cadeau papier die ze als toeter gebruikt van een pluchen dalmatiërtas die ze op haar hoofd zet. Gelukkig zien de medewerkers hier er wel de humor van in, maar uiteindelijk heb ik er nog een hele kluif aan om alle spullen weer terug op hun plek te leggen. Als dat eenmaal gelukt is, is het dan eindelijk tijd voor de chocolademelk met slagroom. Na drie slokken is Jackie er klaar mee – best knap dat je met zo weinig slokken nog zoveel op je kleren kan knoeien. En ik besluit dat het tijd is om naar huis te gaan.

Bij de parkeergarage aangekomen, lopen we toch eerst naar de lift om te kijken of die misschien inmiddels gemaakt is, maar beneden hangt er wel een briefje met de mededeling dat deze defect is. En zo te zien, hangt dit briefje er al eventjes, dus men heeft waarschijnlijk gewoon nooit de moeite genomen om bij de verdiepingen er boven ook een briefje op te hangen. We lopen zigzaggend omhoog en je raadt het misschien al, bij de auto aangekomen zijn we volledig in geparkeerd – aan beide kanten. Met acrobatische kunsten krijg ik Pippa eindelijk in haar maxi-cosi, maar die heeft er duidelijk geen zin in. Ze is moe en had eigenlijk al op bed moeten liggen. “Mama ik heb lekker in de plassen gestampt en nu is alles nat”, hoor ik Jackie roepen. Plassen? Daarvoor parkeer ik toch niet in een garage? Als ik de auto weer heb volgeladen en beide meisjes goed ingesnoerd op de achterbank zitten, kan ik een diepe zucht niet onderdrukken. Ik weet weer waarom ik nog alleen maar online shopte. De stad in doe ik NOOIT meer. “Ik vond het super leuk in de stad mamsie”, zegt Jackie op dat moment. Hmmmm… Oké misschien nog een keertje dan…

ILSE (klik hier voor haar Instagram)

Plaats een reactie