Bevallingsverhaal: “Ik riep naar de gynaecoloog dat ik alles van de keizersnede ging voelen, maar er was geen tijd om te wachten”

| , ,

Het is een normale woensdagavond. De papa in spé gaat richting zijn wekelijkse voetbaltraining en ik plof op de bank met een reep chocolade en een kop thee. Omdat ik 36 weken zwanger ben lijkt het mijn man een goed idee om zijn telefoon vooraf aan de training nog even op te laden want ‘je weet maar nooit’. Het zou dan op zich heel handig zijn geweest als hij deze volledig opgeladen telefoon ook mee zou nemen naar voetbal, maar hij liet deze keurig naast mij op de armleuning van de bank liggen. Ik dacht nog: “Hij komt zo wel terug rijden om hem nog even te halen.” Maar schijn bedriegt. De telefoon bleef naast mij op de armleuning van de bank liggen. Zoals ik zei was ik dus lekker aan het chillen op de bank. Toen ik voor de 21e keer die avond naar de wc moest, had ik snel door dat er iets niet klopte. Daar zat ik op de wc, ik spande al mijn bekkenbodem spieren aan, maar het stopte niet… Dit was vruchtwater! Het was niet zo een spektakel zoals je ziet in films: een plens water verliezen in gangpad 6 van de supermark. Nee, het waren gewoon kleine straaltjes helder water. Maar goed, manlief liep op het voetbalveld zonder telefoon en de bevalling ging dus echt beginnen. Mijn hersenpan begon te draaien, zoals het rad van fortuin op de televisie. Ik had vanwege mijn astma al vanaf het begin van mijn zwangerschap een medische indicatie, dus stond ik onder controle van de klinisch verloskundige en gynaecoloog. Onze dame lag in stuitligging en na een mislukte draaipoging heb ik besloten in goed overleg dat ik zou gaan voor een vaginale bevalling. Dus als ik nog niet medisch was geweest, werd ik dat toen wel.

Ik besloot de afdeling verloskunde te bellen op de speaker, zodat ik ondertussen iemand uit het voetbalteam van mijn man kon bereiken. De verpleegkundige aan de telefoon meldde mij dat ik direct moest komen, omdat ik nog geen 37 weken zwanger was. Vanwege de stuitligging vertelde zij mij ook dat ik even moest gaan liggen. Zij kon namelijk in mijn dossier niet zo snel zien of mijn baby genoeg ingedaald was en er kans zou zijn op een uitgezakte navelstreng. ‘Misschien is het nodig dat ik een ambulance naar u toe stuur‘, hoorde ik haar zeggen. Ambulance? Zei ze nou ambulance? In m’n hoofd zag ik een ambulance de straat in komen en zag ik mij al liggend afgevoerd worden nog voor ik mijn man er van kon overtuigen dat alles goed zou komen. Dit zou uiteraard paniek opleveren bij hem, want ik kon hem natuurlijk niet bellen om te vertellen dat dit uit voorzorg was. Handig joh zo’n (opgeladen) mobiele telefoon, die thuis ligt. Voordat ik het script van dit scenario verder kon invullen, hoorde ik aan de andere kant van de lijn: ‘Oh geen haast, uw baby is ingedaald. U kunt zonder ambulance met eigen vervoer hier heen komen’. Pff, gelukkig maar, wat een toestand zou dat zijn geweest! Nu nog mijn man bereiken… Gelukkig werd mijn oproep snel beantwoord door één van zijn vrienden en kwam mijn man plankgas richting huis. De boodschap: ‘geen zorgen, geen spoed’ kwamen niet meer aan, dus ik veronderstelde dat mijn man er binnen een paar minuten wel zou zijn.

Dit was het startsein. Ik stond op, snelde naar boven zover dat nog ging en zette DE tas in de gang en legde snel een handdoek en jogging pak voor mijn man klaar. Die moest natuurlijk wel even onder de douche springen na het voetballen. Het kon natuurlijk niet zo zijn dat hij bezweet in voetbaltenu door de verloskamer zou banjeren. Onze hond week ondertussen niet meer van mijn zijde. Zij voelde waarschijnlijk (letterlijk) nattigheid. Snel deed ik een knot in mijn haar onder het motto ‘als je haar maar goed zit’ en met een maandverbandje in besloot ik dat ik nog best even de hond uit kon laten. Ik had tenslotte toch nog geen weeën, dus leek het mij goed de tijd tot vertrek nuttig te besteden. Toen ik buiten door het grasveld banjerde met de hond kwam man-lief de straat in gereden. ‘Let’s go’, gilde hij vanuit de auto en aan zijn gezicht te zien vroeg hij zich af waarom ik in hemelsnaam met de hond buiten liep. Dat hij van mij nog eventjes onder de douche moest springen kon hij ook helemaal niet begrijpen, maar hij deed het. Waarschijnlijk was hij op dat moment bang dat hij een hormonenbom over zich heen zou krijgen, dus 4,5 minuut later stond hij gewassen in de gang en konden we vertrekken.

Toen we eenmaal in de auto zaten, kwam het besef: onze dochter gaat geboren worden. Omdat ik nog geen 37 weken zwanger was, besloot ik mijn man alvast voor te bereiden op het één en ander. Als neonatologie verpleegkundige is het soms best heel handig om voorkennis te hebben en zo dacht mijn man er ook over. Door deze voorkennis waren wij dan beiden ook wel heel relaxt. Ik vertelde mijn man dat ze er als het goed is binnen 24 uur zal zijn, langdurig gebroken vliezen voor de 37 weken is een no go dus er zal wel enige vaart gezet worden achter de geboorte. Na de bevalling zullen we ook vast nog even moeten blijven. Ik bereidde hem alvast voor op eventuele bloedsuiker controles na de geboorte en eventueel ademhalingsondersteuning voor het geval de bevalling in stuitligging moeizaam zou verlopen.

In het ziekenhuis kregen we een kamer en toen ik net ging zitten, waren daar de weeën. Netjes iedere drie minuten en nog prima onder controle te houden. Omdat ik voor de 37 weken zwangerschap zat, controleerde ze niet direct mijn ontsluiting vanwege een verhoogd risico op infecties. Ik werd geïnstalleerd aan het CTG, bloed werd afgenomen voor het geval dat en er werd mij geadviseerd nog even te gaan slapen. Slapen? Nou, dat zat er dus niet in. De hele nacht had ik weeën om de drie minuten en ze werden ieder uur steeds iets heviger. Voor ik het wist ging ik van de douche naar de skippybal en weer terug. Die nacht vorderde de ontsluiting als een trein en de volgende ochtend zat ik voor ik het wist op volledige ontsluiting. Pijnstilling had ik niet, maar slaap had ik ook niet gehad de hele nacht dus ik was moe, héél moe. “We gaan er voor! Ze komt er aan! “, riep de gynaecoloog die de leiding had, “nog even en ze is er.” “Top”, dacht ik bij mijzelf. “Dit heb ik gewoon gefixt! Of naja bijna dan.” Dat het persen nog even al mijn energie zou kosten, had ik wel verwacht, “Maar joh, dat kan ik echt nog wel opbrengen”,, dacht ik bij mijzelf. Er waren de hele nacht continue controles geweest of de bevalling nog vaginaal plaats kon vinden. Ik had er alle vertrouwen in. Alles liep op rolletjes. Het persen mocht beginnen en dat was maar goed ook, want het was welletjes geweest.

En toen gebeurde het. In mijn ooghoek zag ik de hartslag van mijn meisje zakken. Ik had het direct door. Er werd een echo op mijn buik gezet, wat erg onhandig is met weeën, kan ik je vertellen. Er werd gecontroleerd met een echo of alles nog okè was, in het heetst van de strijd tussen de persweeën door. Het zag er allemaal nog goed uit, maar we moesten wel doorzetten nu. De weeënopwekkers werden aangehangen alsof mijn eigen weeën nog niet heftig genoeg waren! Bij de volgende twee perseweeën zat er vrij weinig beweging in, onze dame nam blijkbaar de tijd om de weg naar de uitgang te vinden, alleen die tijd was er niet meer. De hartslag van ons meisje zakte weer. De gynaecoloog keek mij en mijn man aan en zei bloedserieus tegen ons: “Ik kan geen risico nemen. We gaan een keizersnede doen.” Hij riep door de kamer dat er een OK klaar gemaakt moest worden. Ondanks dat we beiden wisten dat deze kans bestond, viel het toch een beetje rauw op mijn dak. Nog voor wij het goed en wel in de gaten hadden, gingen we richting de OK voor een spoedkeizersnee. De weeën opwekkers werden door remmers vervangen. De weg naar de OK leek kilometers ver. De persweeën bleven komen en even dacht ik dat ik in de lift zou gaan bevallen. Het zweet brak me uit, terwijl mijn bed als een razende door de gang werd geduwd.

Nog voor ik het wist zat ik op de rand van de operatie tafel voor de ruggenprik. Binnen no-time lag ik op mijn rug, hing er een blauw doek voor m’n neus en werd er getest of de verdoving al werkte. Ik riep nog naar de gynaecoloog dat ik alles ging voelen, maar er was geen tijd meer om te wachten. Ik merkte nog dat de snede gemaakt werd en dat er veel kracht werd gezet op mijn buik. Gelukkig heb ik daarna geen echte pijn ervaren, naar was het wel. Een paar korte minuten later was onze dochter geboren. Gezond en wel.

De hele bevalling en de keizersnede heb ik als heftig ervaren. Waar ik ‘s nachts nog dacht: “Jongens, dit gaat toppie”, lag ik een paar uur later totaal in een roes op de uitslaapkamer van de OK met mijn dochter naast mij in de couveuse. Moeder voelde ik mij absoluut niet gelijk, dat hele wauw-effect was even compleet weg. Pas in de dagen na de geboorte kwam dit gevoel langzaam op. De liefde voor dit meisje was er direct, maar heeft nog lange tijd afgewisseld met een rollercoaster aan emoties en vage beelden van de keizersnede. Inmiddels krijgt dit allemaal een plekje en geniet ik heerlijk van het mama zijn en mijn lieve kleine meisje!

ROMY (klik hier voor haar Instagram)

Plaats een reactie