Verloskundige Karlijn: “Ik schrok van de armoede van deze aanstaande mama”

| ,

Jaren geleden begeleide ik een cliënt die mij altijd is bijgebleven

Nog regelmatig moet ik aan haar terug denken en ben ik eigenlijk zo benieuwd hoe het met haar vergaan is. Haar situatie was schrijnend, echt ronduit schrijnend. Ze kwam bij ons in zorg toen ze al 28 weken zwanger was. Ze was van een vluchtelingenopvanghuis vanuit het zuiden van Nederland overgeplaatst naar Amsterdam. Zo kwam ze bij ons terecht. Ze kwam uit Eritrea en had de nodige bagage, kwamen we al gauw achter. Ze had tijdens de eerste controle gegevens mee van haar vorige verloskundige uit Brabant en we hadden ook al de nodige informatie gehad (met wat wij noemen: een “warme overdracht”). Hierbij nam de verloskundige uit Brabant de moeite de nodige info over mevrouw op voorhand te delen met ons, als nieuwe zorgverleners. Dat was heel prettig voor ons. Deze mevrouw was heel alleen, had heel veel meegemaakt op haar weg naar ons land.

Ze was verkocht, verkracht, verhandeld en misbruikt

Zwaar beschadigd zag ik haar tijdens de intake. Schuchter, lastig contact mee te krijgen. Ze sprak nog weinig Nederlands en de tolkentelefoon bood uitkomst. Zo kon ik toch redelijk goed met haar communiceren. Ze bleek verkracht en zo zwanger geraakt. Op dat moment was ze 25 jaar. En ze was helemaal alleen in Nederland. Ik merkte dat ze haar hoofd afwendde als ik haar het hartje van haar baby liet horen. Iets wat me raakte, want ik zag het meestal anders. De meeste vrouwen vinden het heel fijn en prettig als ze dit moment met hun baby ervaren. Maar zij niet… Ze dissocieerde. Ze leek afleiding te zoeken elders in de kamer. Ik vroeg haar ook hoe ze de zwangerschap beleefde. Moeilijk zei ze, en moeilijk had ze het ook, dat zag ik aan alles. Als team probeerde we haar spullen via een stichting te bezorgen, want ze was heel arm en had bijna geen bezittingen. Ze had een zus in Amerika, verder helemaal geen familie of vrienden. We probeerden haar via de lokale kerk in contact te krijgen met sociaal werkers, zodat ze contacten kreeg. Van ons kon ze een kraampakket en wat kleertjes voor de eerste maanden krijgen. Ze was zo dankbaar toen we dit haar overhandigden.

Ze kwam altijd keurig op haar afspraken, tot net voor de bevalling

Ze was 38 weken zwanger en ze verscheen niet op haar afspraak. Ik maakte me direct zorgen. Ik belde haar en ze nam niet op. Mijn collega en ik bespraken haar situatie en ik zou de dag erna bij haar op huisbezoek gaan. Toen ik in haar net toegewezen huisje kwam, schrok ik. Ze was gelukkig thuis en ze deed open. Maar bij binnenkomst had ik direct een “niet pluis” gevoel. Ze was anders dan anders. Ze woonde op een kale betonnen vloer. Met een matras, een klein kastje en twee plastic tuinstoelen in de woonkamer. Hier woonde deze mevrouw, ik vond het schokkend. Dit is dus serieus hoe een aanstaande moeder in Nederland kan wonen… Wat een armoede. “Waar gaat de baby slapen?”, vroeg ik haar. Ze dacht in een wasmandje, met wat doeken. Mijn hart kromp ineen. Dit kon toch zo niet? Al gauw merkte ik ook dat ze onder haar trui verband had. Ik pakte haar pols vast en ze trok deze geschrokken terug. Met haar goedkeuring belde ik opnieuw de tolken telefoon. Daar kreeg ik helder dat ze gisteren een poging had gedaan haar polsen door te snijden. Deze arme vrouw was zo bang, maar ook ergens zo blij dat iemand dit ontdekt had. Ik vertelde haar dat ik haar en haar baby zo goed mogelijk wilde helpen. Maar omdat ik me zorgen maakte voor het welzijn voor haar en haar baby, heb ik met toestemming van mevrouw de crisisdienst gebeld. Gelukkig zagen ook zij de ernst van deze situatie in. Ze kon direct opgenomen worden op de psychiatrische afdeling van ons lokale ziekenhuis. Ze was bang, maar volgens mij ook wel opgelucht dat ze hulp kreeg. Deze cliënt had veel meer hulp nodig dan dat ik haar kon bieden op dat moment. Ze werd opgehaald door de crisisdienst en ze werd opgenomen in het ziekenhuis. Automatisch werd de medische zorg overgedragen aan de gynaecoloog, in combinatie met de psychiater. Maar ik kon haar niet loslaten. Ik bezocht haar meermaals. Ze kreeg medicatie voor haar psychische problemen en ze had ook contact met haar zus in Amerika (Telefonisch, maar het deed haar goed).

1,5 week later beviel ze van haar zoon

De eerste 48 uur heeft ze haar kindje niet willen vasthouden en voeden. Ik heb me zo vaak afgevraagd wat voor een ellende deze vrouw moet hebben meegemaakt, om zich zo te voelen ten opzichte van zichzelf en haar kindje. Na een week zag ik haar weer. Ze maakte stappen volgens haar begeleiders op de afdeling, ze verbleef nog wel op psychiatrie afdeling, maar was op dat moment niet meer suïcidaal. Inmiddels had haar zoontje een naam en mocht hij ook af en toe bij haar (onder begeleiding). Maar ondanks alles werd er een voogd ingesteld en moest er nog heel veel gebeuren totdat hij bij haar mocht verblijven. Na enkele weken verloor ik haar uit het oog. Achteraf vind ik het zo jammer dat ik haar niet meer heb kunnen volgen, want ik ben tot op de dag van vandaag benieuwd hoe het met deze lieve mensen gaat. Wat voor een start heeft een kind waarbij de moeder zo ontzettend beschadigd is? En wat voor een leven heeft een vrouw die zoveel heeft meegemaakt? Hoe pak je de draad weer op, als je zoveel bagage hebt? Kan dat überhaupt?

Ik kan alleen maar hopen dat het goed met hen is afgelopen…

VERLOSKUNDIGE KARLIJN

Plaats een reactie