Bevallingsverhaal: “Ik zat met een grote sprei over me heen, in deze tent ging ik op handen en knieën op de vloer zitten persen”

| ,

Al heel jong – op mijn 22e – werd ik moeder. Ik schreef mijn scriptie met een dikke buik en ontving mijn bul met een baby’tje op schoot. Die eerste bevalling ging eigenlijk helemaal vanzelf. Ik deed in die tijd veel aan yoga en Afrikaanse dans en voelde me vertrouwd met mijn lichaam. Ik was niet bang voor pijn en gaf me 100% over aan de weeën, wetende dat ze me hielpen om me te openen. Wow, wat was ik onder de indruk van de oerkracht die door me heen stroomde. En het geluksgevoel toen ik mijn baby’tje in mijn had zou ik nooit vergeten.

Toen ik tien jaar later weer zou bevallen, ging ik er vanuit dat ik vanzelf weer in de flow zou komen en zo’n relaxte thuisbevalling zou hebben. Maar dit keer ging het anders. Ik was opnieuw getrouwd en mijn man had al twee kinderen. Mijn leven was veel drukker dan tijdens mijn vrije studentenleventje en ik had last van allerlei nare zwangerschapskwalen. Ik ging veel minder relaxt de bevalling in dan de vorige keer. Pas later zou ik me bewust worden van de invloed van stress op de bevalling, maar daarover straks meer.

Aan het eind van de zwangerschap braken de vliezen en kwamen er maar geen weeën. Na anderhalve dag ‘moest’ ik naar het ziekenhuis (ik dacht toen nog dat ik geen keuze had). Vlak voordat ik naar het ziekenhuis ging begonnen de weeën al, maar in de kleine ziekenhuiskamer met mijn moeder en man, duurde het lang voordat de bevalling weer op gang kwam. Het was al laat op de avond, ik was moe omdat ik de dagen ervoor slecht had geslapen vanwege de stress, omdat ik geen weeën had en raakte steeds meer uitgeput. De verloskundige stelde voor om de bevalling een zetje te geven met een infuus synthetische oxytocine. Ze verzekerde me dat dit middel precies hetzelfde werkte als de oxytocine (het weeënhormoon) dat je lichaam natuurlijk aanmaakt. Maar niets was minder waar. Ik kwam in een nare weeënstorm terecht, kon door de snoeren waar ik aan vastzat niet vrij meer bewegen en verloor de verbinding met mijn lichaam. De weeën denderden over me heen, niks meebewegen dit keer. De ontsluiting vorderde maar niet en er werd mij verteld dat het zeker nog een paar uur zou duren. Aan de gesprekken om me heen merkte ik dat ze verder wilden gaan ingrijpen. Toen om vijf voor acht ’s ochtends iedereen even de deur uit was, kreeg ik ineens enorme persdrang. Het kon me niets meer schelen: de baby moest eruit. Ik perste al op volle kracht toen de verpleging mijn kamer in snelde. Binnen drie minuten had ik mijn baby gelanceerd. Ik had mezelf uit deze nare situatie gered (gelukkig zonder in te scheuren) en was dolblij met mijn zoontje. Maar ik voelde me ook uitgeput en verslagen, alsof iets heel waardevols van me was afgepakt: mijn bevalling. In de maanden erna voelde ik me mat en neerslachtig. Terugkijkend denk ik dat ik misschien wel een postnatale depressie had, veroorzaakt door de traumatische bevalling en misschien ook wel door de bijwerking van de synthetische oxytocine (hier is helaas nog niet veel over bekend, maar ik ken wel veel verhalen van moeders die na een inleiding of bijstimulering emotioneel uit balans zijn geraakt).

Na negen maanden raakte ik weer in verwachting. Ik was heel blij, maar ook alert: dit keer zou ik het anders aanpakken. Ik vroeg me af wat ik moest doen om te voorkomen dat ik weer in zo’n nare medische molen terecht zou komen en ging op onderzoek uit. Waarom was mijn bevalling zo naar verlopen en hoe kon ik de autonomie behouden tijdens deze levensbepalende gebeurtenis die ook zo’n vervullende ervaring kan zijn? Ik zocht op ‘gebroken vliezen zonder weeën’ en vond in eerste instantie alleen maar informatie over de protocollen: na 24 uur moet je naar het ziekenhuis in verband met infectiegevaar. Op Engelstalige websites ontdekte ik dat er in andere landen wel tot 72 uur wordt gewacht met inleiden en dat ik de vorige keer waarschijnlijk maar een heel klein scheurtje in de vliezen had en dat er dus nauwelijks sprake was van infectiegevaar. Het drong tot me door dat je nooit naar het ziekenhuis moet, maar dat het altijd je vrije keuze is na afweging van alle mogelijkheden. Ook vond ik info over hoe je het geboorteproces zo veel mogelijk kunt stimuleren en ondersteunen. Het was zo logisch: adrenaline is de vijand van het weeënhormoon oxytocine. Als je in de stress raakt en dus adrenaline aanmaakt, dan gaat je lichaam op slot en stoppen de weeën. Om goed te bevallen moet je er dus voor zorgen dat je je optimaal op je gemak voelt, zodat je zo ontspannen mogelijk bent en de oxytocine vrijelijk kan stromen. Het is van essentieel belang om te zorgen voor een omgeving waarin je je echt op je gemak voelt: spaarzaam verlicht, warm, comfortabel, met mensen bij wie het klikt. Tijdens een bevalling ben je meer open dan ooit. Onrust komt dus ook extra hard binnen. De prioriteit van de aanwezigen bij je bevalling moet zijn: ervoor zorgen dat jij in je bubbel blijft en niet wordt afgeleid… Ik begreep steeds beter waarom ik tijdens mijn vorige bevalling maar niet in de flow kwam, niet alleen door mijn stress maar ook door de setting: een kale, veel te fel verlichte ziekenhuiskamer waar mensen zomaar binnenliepen en waar we veel te veel op elkaars lip zaten. Het had me wel aardig wat research gekost om tot deze ontdekking te komen. Waarom was er over dit zo belangrijke onderwerp zo weinig info te vinden? Ik besloot om zelf het boek te gaan schrijven dat ik tijdens deze zwangerschap zou willen lezen en zo ontstond Vrije Geboorte.

Tijdens mijn zoektocht ging er een wereld voor me open. Wist je bijvoorbeeld dat liggend bevallen totaal onnatuurlijk is, omdat de zwaartekracht niet meewerkt en omdat je baby minder makkelijk de juiste positie in kan nemen om geboren te worden? Vrij bewegen zorgt ervoor dat je met de weeënpijn kunt omgaan en dat je baby er goed voor komt te liggen. Daarbij geeft het je autonomie, immers als je op je rug met je benen wijd ligt kun je geen kant op. En wist je dat medische ingrepen zoals inleiden of een ruggenprik zorgen voor een veel grotere kans op verder medisch ingrijpen? En dat sommige vrouwen een orgasme hebben tijdens de bevalling? En dat oxytocine ook wel het liefdeshormoon wordt genoemd? Je maakt het ook aan tijdens seks en bij sociale gebeurtenissen, zoals een etentje met vrienden.

Deze zwangerschap richtte ik me bewust op een positieve bevalling. Ik regelde een bevalbad en vond een ruimdenkende vroedvrouw die alleen werkte en vertrouwen had in een hands off geboorte, oftewel een bevalling waarbij ze mij niet zou toucheren en mij alles zou laten doen tot en met het aanpakken van mijn baby, tenzij ik haar om hulp vroeg. Ook leerde ik om beter om te gaan met stress. Hoe meer ontspannen ik de bevalling in zou gaan, hoe meer ik in mijn bubbel zou kunnen blijven. Toen aan het einde van de zwangerschap de vliezen braken en er weer geen weeën kwamen, werd het wel spannend. Ik besloot om dit keer niet te gaan stressen, maar extra te genieten van de laatste dagen met de baby in mijn buik. Ik ging niet naar het ziekenhuis, maar wachtte af en na anderhalve dag begonnen de weeën.

De weeën kwamen en gingen de hele nacht in een onregelmatig ritme. Omdat ik er zo lang op had gewacht, twijfelde ik steeds of ze wel echt waren en of ze wel doorzetten. Een groot deel van de nacht hing ik in het bevalbad. Voor de verloskundige was dit haar eerste badbevalling en haar eerste handsoff bevalling, ook was ze bezorgd vanwege mijn langdurig gebroken vliezen (overigens weer een klein scheurtje) en ze hield me daarom nauwlettend in de gaten. Ik had last van haar aanwezigheid, maar wilde haar ook niet kwetsen en durfde dus niet te vragen of ze ergens anders kon gaan zitten. Eigenlijk deed ik dus niet wat ik had geleerd toen ik het boek schreef: zo goed mogelijk voor mezelf zorgen. Desondanks keerde ik meer en meer naar binnen. Ik voelde me opgewekt en ontspannen. Soms kreunde ik hardop tijdens een wee, maar er was ook een periode van stilte. De stilte duurde zo lang dat de vroedvrouw op een gegeven moment dacht dat ik geen weeën meer had, terwijl ze juist in volle kracht doorgingen. Het duurde langer dan ik verwachtte en het werd ochtend. Toen besloot ik ineens dat ik vaste grond onder mijn voeten nodig had en privacy wilde. Ik verbaasde mijn man en de vroedvrouw door tussen twee weeën door zonder enige hulp uit het bad te stappen en op het kleed te gaan zitten met een grote sprei over me heen. In deze beschermende tent ging ik op handen en knieën op de vloer zitten, met mijn hoofd op een kussen. Ik had geen persweeën, maar begon te persen. Ik besloot dat het nu maar eens klaar moest zijn. Mijn lichaam werkte mee, want het ging als een trein. Binnen no-time stond het hoofdje en in een kwartiertje is het kindje geboren. Ik had me voorgenomen om er dit keer helemaal bij te blijven met mijn aandacht en om te kijken en te voelen hoe het hoofdje er uitkwam en het kindje eventueel zelf aan te pakken. Maar net als bij de vorige bevallingen kon ik deze laatste minuten alleen maar met mijn aandacht bij het persen zijn. Alles wat zich buiten me afspeelde leidde af en was te veel. Zelfs het hoofdje van het kindje. Voor mijn gevoel schreeuwde ik de buurt bij elkaar met mijn kreunende persgeluiden, maar het maakte niets meer uit. En dan, wat een heerlijk moment toen het kindje naar buiten gleed, een combinatie van enorme opluchting en blijdschap. Mijn man zat achter me en pakte het baby’tje aan. Als een professional draaide ik me razendsnel om en klom over de navelstreng heen. We hadden geen echo’s gedaan en het was dus een enorme verrassing dat ik een dochter kreeg (samen hadden we al vier jongens, twee van hem, één van mij en eentje samen). Wat een rijkdom! Wat was het mooi gegaan en toch weer zo anders dan ik me had voorgesteld.

ANNA MYRTE

Plaats een reactie