Didi is 29 weken zwanger en heeft een afwijkende baarmoeder: “De weeënremmers werkten door mijn afwijking niet”

| ,

Didi hoort van de arts dat ze dubbele baarmoederholtes en twee baarmoedermonden heeft. De baby heeft maar de helft zoveel ruimte om in te groeien. Met 29 weken krijgt Didi weeën en dreigt hun kindje geboren te worden. Lees eerst deel 1:

Mijn baby heeft maar een halve baarmoeder om in te groeien, maar dan blijkt er nog iets afwijkend te zijn

Weeënremmers, longrijpers en alleen maar onzekerheid

Na een uurtje wachten is er een kamer voor me gevonden op de kraamafdeling van het ziekenhuis. Ik krijg uit voorzorg een injectie met longrijpers (twee prikken in 24 uur) en ik moet weeënremmers en magnesium innemen. Als ik eindelijk alleen ben, komen de tranen. Ik ben zo teleurgesteld dat mijn zwangerschap zo eindigt. Hoewel de gynaecoloog heeft gezegd dat ze me voor 72 uur ter observatie willen houden, voel ik gewoon dat het langer gaat duren. Door de vermoeidheid en stress heb ik de volgende dag veel voorweeën die nu ook pijnlijk worden. Ik krijg extra weeënremmers, maar die lijken niks te doen.

De weeën worden sterker

De derde dag in het ziekenhuis wordt mijn medicatie verhoogd. Ik krijg zwaardere weeënremmers. De weeën houden aan en ik mag zelfs mijn buik niet meer aanraken, omdat ik hier direct weeën van krijg. Helaas is mijn baarmoederhals nog verder verstreken en ik moet 48 uur langer in het ziekenhuis blijven om te kijken of de nieuwe medicatie aanslaat. Gelukkig komt mijn vriend elke dag even langs voor de nodige afleiding en steun. De volgende dag blijkt de verhoogde medicatie lijkt ook niet aan te slaan. Ik heb nog steeds om het kwartier pijnlijke voorweeën, ook ’s nachts. Ik moet nu ten minste tot maandag blijven.

Bevallen met 29 weken?

Maar die middag gaat het al flink mis. De weeën komen nu om de zeven minuten en blijken ontsluitingsweeën te zijn. De verloskundige maakt een CTG-scan en roept mijn gynaecoloog op. Terwijl we wachten, plaatst een andere verloskundige snel een infuus in mijn pols. “Voor het geval dat”, zegt ze. De gynaecoloog is er snel. Ze bekijkt de scan en meet mijn baarmoedermond. Ze kijkt gespannen en zegt: “Dit is niet goed. Je baarmoedermond is verstreken en je hebt lichte ontsluiting. We gaan je direct naar de bevalkamer brengen”. Ik raak in paniek en begin te huilen. Door wat ze zegt, heb ik het idee dat ik nu ga bevallen. Ik word met bed en al in de lift gereden en naar de bevalafdeling gebracht. Mijn vriend mag niet direct mee, hij moet eerst beschermende kleding aan. Ze rijden me een bevalkamer in en plaatsen een nieuw soort weeënremmers in het infuus. De verloskundige van die afdeling legt uit dat dit als het goed is de weeën zal stoppen en dat ik hier drie uur moet wachten om te zien of het aanslaat. Ik ga dus toch niet direct bevallen… Wat een rollercoaster.

De weeën komen helaas weer terug

De weeën worden na drie kwartier inderdaad minder pijnlijk en ze komen steeds minder vaak. Ik kan weer een beetje ademhalen. Mijn vriend is er inmiddels gelukkig ook en samen wachten we de drie uur af. Uiteindelijk mag ik in de avond weer naar mijn eigen kamer. Deze, de meest zware weeën remmers, lijken te helpen. Eindelijk verlichting. Er wordt me verteld dat ik deze medicatie in een kuur van 48 uur krijg. Hierna is het afwachten of de weeën nu definitief stoppen. Dat is namelijk het normale effect van deze medicatie. Bij een vrouw met een normale baarmoeder zou dit de weeën zeker een week moeten stoppen. Nou, bij mij dus niet. Nadat de kuur is afgelopen, komen de weeën weer op gang. Eerst met een half uur ertussen. Later weer om de vijf minuten. Hetzelfde gebeurt weer.

De tweede kuur werkt, maar wat na 48 uur?

Ik word weer met spoed naar de bevalafdeling gereden en er wordt een tweede kuur in het infuus geplaatst. Dit slaat weer na een paar uur aan. Ik kan weer 48 uur vooruit. Tijdens de weeën gaat het gelukkig wel goed met de baby. Hij of zij heeft een goede hartslag en beweegt nog steeds goed. Dit is een geruststelling. Tegen het einde van de tweede kuur begint bij mij de stress weer op te lopen. Wat gaat er nu gebeuren? Beginnen de weeën opnieuw en ga ik dan bevallen? Er is mij verteld dat ik geen derde kuur mag. Schijnbaar is deze medicatie niet veilig om lange tijd te geven. Ik ben nu 29+5 weken zwanger.

De baby heeft geen plek meer

De 48 uur zijn om, de kuur is afgelopen. Ik krijg dit keer direct een andere soort weeënremmers in tabletvorm. Toch doet dit niks, want binnen een paar uur lig ik weer te vergaan van de pijn en komen de weeën weer om de vijf minuten. Ik roep de verloskundige op. Er wordt weer een CTG-scan gemaakt en de gynaecoloog komt langs om mijn baarmoedermond te controleren. Ook wordt er bloed bij me afgenomen om te kijken of ik een infectie heb. Na kort overleg wordt er besloten dat ik toch een derde kuur via het infuus krijg. Ik heb geen infectie en ik heb niet meer ontsluiting gekregen. Hierdoor zijn de risico’s van een derde kuur toch uitgesloten. Omdat de artsen niet met zekerheid kunnen zeggen waarom ik deze weeën heb, willen ze alles uitsluiten. Als ik een infectie zou hebben die de weeën veroorzaakt, kan dit schadelijk zijn voor de baby en willen ze de bevalling niet nog langer uitstellen. Dit is niet het geval, dus ik kan weer 48 uur aan het infuus. Er wordt me dit keer echt op het hart gedrukt dat dit de laatste kuur is. Wat er hierna gebeurt zijn de artsen erg onduidelijk over. Het komt erop neer dat ik dan de weeën zelf zo lang mogelijk zou moeten uitstellen door te ontspannen. Onmogelijk lijkt me. De baby heeft gewoon geen plek meer in mijn te kleine baarmoeder en mijn lichaam wil de bevalling in gang zetten.

Een hypnosebevalling ter ontspanning

Als de 48 uur voorbij zijn, wordt het infuus losgekoppeld en er wordt een hypnosebehandeling aangeboden om echt diep te kunnen ontspannen. Het is al avond en ik ga ermee akkoord. Baat het niet schaadt het niet. Ik ben nu in staat alles te proberen. Ik wil deze baby zo lang mogelijk in mijn buik houden. Ik ben nu 30 weken zwanger. De hypnose is eigenlijk wel fijn. Het lukt me om echt te ontspannen en ik ben klaar voor de nacht. Die verloopt redelijk rustig. Ik heb ongeveer om het uur een wee.

Ik heb al drie centimeter ontsluiting

Tegen de ochtend komen de weeën weer steeds vaker en rond 13:00 uur houd ik het niet meer vol. Ik druk toch maar op het knopje om de verloskundige op te roepen. Ze komt binnen en ziet het direct. “Het gaat niet meer hè?”, zegt ze. Ze meet mijn baarmoedermond op en zegt: “Nou het is begonnen hoor, je hebt al drie centimeter ontsluiting. Waarom heb je me niet eerder opgeroepen? Durfde je niet?”. Nee, dat durfde ik inderdaad gek genoeg niet. Ik wilde er gewoon niet aan toegeven. Ik bel direct mijn vriend om te zeggen dat hij nu naar het ziekenhuis moet komen en dat de baby nu toch echt komt. Ik word ondertussen in een ziekenhuishemd gehesen en met bed en al naar de bevalafdeling gereden. Daar krijg ik de banden van de CTG-scanner weer om mijn buik om de weeën te monitoren en het hartje van de baby te controleren. De weeën worden steeds intenser. Gelukkig is mijn vriend dan ook in het ziekenhuis aangekomen en ben ik niet meer alleen. Bij elke wee knijp ik zijn hand fijn. De ontsluitingsweeën worden steeds heftiger!

Nog een complicatie…

De gynaecoloog komt controleren of ik via de natuurlijke weg kan bevallen, dat wil ik graag. Maar door de twee baarmoedermonden wil ze toch inschatten of het kan. Ze vraagt nog een second opinion aan een tweede gynaecoloog. De baby is goed ingedaald en lijkt goed voor de baarmoedermond te zitten die aan het ontsluiten is. Ze komen er dan echter ook achter dat ik een klein tussenschotje in mijn vagina heb, tussen de twee baarmoedermonden. Volgens haar is een natuurlijke bevalling wel mogelijk en als het tussenschotje eventueel in de weg zit tijdens de bevalling zullen ze dat inknippen. Voor de zekerheid krijg ik wel een ruggenprik, zodat er direct een keizersnede gestart kan worden als dat nodig is. Omdat ik pas 30 weken zwanger ben, willen de artsen geen risico’s nemen. Dit vind ik ook een fijn idee.

De ruggenprik is hemels

De ruggenprik is geweldig, wat een verlichting! Voor het eerst in twee weken voel ik geen weeën meer. Ik voel me beter dan ik me in tijden heb gevoeld. Op de CTG-scan zie ik de weeën uitslaan, maar ik voel niks, heel bizar. Na zo’n twee uur komt een verloskundige kijken hoe ver de ontsluiting is. Ik zit al op zeven centimeter. Kort daarna voel ik ook nattigheid en denk ik dat mijn vliezen gebroken zijn. Zeker weet ik het niet, want met die ruggenprik voel ik het niet goed. De verloskundige komt kijken en inderdaad: het eerste membraam van de vliezen is gebroken. Ze stelt voor om ze volledig te breken. Dit doet ze met een soort haakje. Het vruchtwater gutst er letterlijk uit. Ik dacht dat dit altijd een beetje overdreven was, maar nee dus. Het vruchtwater is helder en alles lijkt goed te gaan.

De baby heeft het (te) zwaar

Maar dan, tijdens een wee, gaat de hartslag van de baby omlaag. Heel ver omlaag. In eerste instantie zegt de verloskundige dat dit normaal is, omdat het vruchtwater weg is, moet de baby even wennen aan de ‘nieuwe situatie’. Ze vraagt me op mijn zij te draaien om de baby wat meer ruimte te geven. Ze wacht twee hartslagen, maar het gaat niet omhoog, alleen maar verder omlaag. Dan vliegt de gynaecoloog de kamer binnen. “We gaan nu een spoedkeizersnede beginnen. De baby heeft het te moeilijk!”. Achter haar komt de anesthesist binnen rennen. Hij zet de lokale verdoving in de ruggenprik. Terwijl ze met mijn bed door de gang rennen, beginnen ze al met testen: “Voelt u dit?’, ‘voelt u dit?”. Ik weet het niet… Ik ben zo bang dat ik iets zal voelen tijdens het snijden dat ik denk iets te voelen.

Een spoedkeizersnede

Ondertussen komen we op de OK aan en ik hoor de artsen roepen: “Spoed keizersnede! Code oranje! 15 minuten om de baby te halen!’. De zaal staat vol met zo’n 10 man. Ik word met mijn verlamde benen op de operatietafel gelegd. De anesthesist vraagt nog eens: “Voelt u dit mevrouw? Nee? Ik knijp u nu heel hard”. Nee, ik voel écht niks. Gelukkig. Mijn vriend moet buiten de OK wachten. Ik lig met mijn armen gespreid, als Jezus aan het kruis, op de operatietafel. Ik krijg een zuurstofbuisje onder mijn neus. Er wordt een scherm gehesen en de artsen zijn al begonnen. Ik voel geen pijn, maar ik voel wel gerommel in mijn buik. Ik hoor dat ze een klem op de opening zetten, ik voel getrek en geduw en dan houden de artsen de baby omhoog. Het huilt! Ik vraag direct: “Wat is het? Wat is het?”. “Het is een jongen!”. Ik denk bij mezelf: “Zie je wel. Ik wist het!”. De anesthesist vraagt me hoe hij gaat heten. Luuk, hij heet Luuk”.

Luuk wordt direct door de kinderarts meegenomen

Luuk verdwijnt buiten de OK. Ik heb geen idee hoe het met hem gaat. Ze moeten mij eerst oplappen. De operatie duurt ongeveer een half uur, dan word ik weer op mijn oude bed gelegd en naar buiten gereden, naar een zaal waar nog twee vrouwen liggen bij te komen van een keizersnede. Hier moet ik wachten tot de verdoving is uitgewerkt. Mijn vriend komt direct naast me zitten. Hij vertelt me dat de artsen nog bezig zijn met Luuk. Hij heeft hem ook maar kort gezien. Ik heb op dat moment geen idee wat er allemaal gebeurt. Ik zit een beetje in een roes. Achteraf blijkt dat de kinderarts een klein uur met Luuk bezig is geweest en dat hij in die tijd twee keer is gestopt met ademen. Hij wordt uiteindelijk geïntubeerd, zodat hij beademd kan worden. Als hij stabiel is, rijden ze de couveuse naar mijn bed, maar ik zie eigenlijk niks. Ze brengen hem daarna direct naar de NICU.

47 dagen in het ziekenhuis

Luuk is op 20 juli om 18:24 geboren en ik kon uiteindelijk pas de volgende dag om 12:00 uur naar de NICU om hem te zien. Dit vond ik heel zwaar. Hij deed het gelukkig goed. Hij woog bij de geboorte 1660 gram, een grote baby voor 30 weken. In totaal heeft Luuk 47 dagen in het ziekenhuis gelegen. Eerst op de intensive care afdeling en later op de medium care afdeling van de NICU. Over het algemeen ging het steeds beter met hem. Hij heeft één kleine terugval gehad. Toch was dit een spannende, emotionele en onzekere tijd voor ons als ouders. Mijn vriend en ik bezochten hem elke dag, voor veel buidelmomenten, miniluiertjes verschonen in de couveuse, mijn gekolfde moedermelk brengen en later ook om hem in bad te doen. De laatste 10 dagen heb ik samen met Luuk op de zogeheten ‘kangoeroe-afdeling’ gelegen. Samen wennen en oefenen met borstvoeding. Op 5 september mocht hij eindelijk mee naar huis en begon voor ons het echte leven met zijn drieën. Luuk is nu 10 maanden oud en heeft de groeicurve inmiddels ingehaald. Hij doet het super!

Geen uterus bicornis

Uit onderzoek na de bevalling en het herstel blijkt dat ik toch geen uterus bicornis heb, maar een hartvormige baarmoeder met een breed tussenschot, dat redelijk ver doorloopt. Dit kan eventueel met een operatie verwijderd worden, maar de artsen kunnen niet garanderen dat een volgende zwangerschap dan beter verloopt. Het kan beter gaan, maar het kan ook zelfs slechter gaan. Op dit moment hebben we besloten niks te laten doen. We zijn er niet aan toe om over een tweede kindje na te denken. Vooralsnog willen we niet het risico nemen om dit een tweede keer mee te maken. We hebben ontzettend veel geluk gehad dat het uiteindelijk zo goed is afgelopen en hier zijn we ons heel bewust van.

DIDI

Plaats een reactie