Het is oneerlijk: wij krijgen alleen een eerste en laatste ontmoeting

| ,

Mijn wereld staat stil op 23 april 2018. Ik hoor dat het geen goede uitslag is. Ons kindje, 13 weken oud, heeft 75% kans op een chromosomale aandoening. Mijn hart stopt. Ik kan alleen maar huilen. Als het nieuws gezakt is, bel ik familie en vrienden. Ik vind het moeilijk om te vertellen. Zodra ik het vertel, weet ik dat het écht is, dat wij in deze nachtmerrie beland zijn en dat er een onzekere periode met een verschrikkelijke keuze voor de deur staat. Ik voel me verdrietig, verslagen en leeg. We willen positief blijven. Er is nog hoop, 25% kans dat ons kindje gezond is.

De volgende dag kunnen we naar het ziekenhuis. Terwijl we wachten, vraag ik me bij iedere zwangere vrouw af waarom ze hier is. Zit ze hier voor goed of slecht nieuws? Ik voel me ellendig. Terwijl we daar zitten, maak ik me zorgen. Hoe kan het dat ons dit overkomt? De gynaecoloog vraagt naar onze keuze als het niet goed is. Ze vraagt welk vervolgonderzoek we willen. “De vruchtwaterpunctie”, antwoorden wij. Dat kan pas over twee weken. Ik moet namelijk minimaal 16 weken zwanger zijn, anders heb ik te weinig vruchtwater. De gynaecoloog vraagt of we nog willen kijken. Ik denk: “Waarom? We kunnen niets ontdekken op de echo en waarom zou ik mezelf nog hechten aan ons kindje waar we op korte termijn misschien afscheid van moeten nemen?” Toch doen we de echo. Terwijl ik naar de echo kijk, voel ik me ontzettend schuldig. De gevoelens die ik bij voorgaande echo’s had zoals blijdschap en verlangen zijn omgeslagen in onmacht, angst en verdriet. Er is één gevoel hetzelfde gebleven: liefde.

Wachten in onzekerheid duurt ontzettend lang. Soms ben ik zó kwaad, dat ik niet weet waar ik met mijn gevoel heen moet. Het is oneerlijk! Ik wil gillen, vloeken, schoppen. Maar niets helpt of haalt de pijn en het verdriet weg. Het enige wat ik wil is duidelijkheid. Wakker worden uit deze verschrikkelijke nachtmerrie. Het meeste verlang ik naar onbezonnenheid. Ik wil mijn roze wolk terug!

De vruchtwaterpunctie

Op woensdag 9 mei 2018 gaan we naar het Radboud ziekenhuis voor de vruchtwaterpunctie. Ik ben gespannen. De gynaecoloog laat alle instrumenten zien die ze gaat gebruiken. Gelukkig heb ik afleiding doordat de echoscopiste de baby al in beeld heeft. Hij ligt er rustig bij. Dat is gunstig, want ze moeten een goed plekje vinden voor de naald. “Blijf alsjeblieft stil liggen”, denk ik. Ik durf bijna niet te ademen, bang dat het fout gaat. “Wat als de uitslag goed is? Hebben we dan teveel risico genomen met deze punctie? Wat als het dan alsnog mis gaat, omdat wij het zo nodig moesten weten?”, flitst er door mijn hoofd. “Rustig blijven ademen. Niet aan denken nu”, spreek ik mezelf toe. Als we in de auto zitten, word ik steeds verdrietiger en minder positief. Dit is de laatste uitslag. Als we deze uitslag hebben, hoeven we nergens meer op te wachten. Dan is het aan ons om een keuze te maken.

De uitslag

Vrijdag 11 mei 2018 heeft ons leven voorgoed veranderd. Ik zal dit nooit vergeten. Als ik word gebeld, zit mijn hart direct in mijn keel. “Ik heb helaas slecht nieuws. Jullie kindje heeft inderdaad de aandoening.” Ik probeer mijn tranen te bedwingen. “Oké, en nu?”, vraag ik. We hebben voorafgaand aangegeven dat we willen beëindigen bij een slechte uitslag. Ze vraagt of dit nog steeds onze keuze is. Ik schraap mijn keel en zeg: “We willen beëindigen.”

Bovenstaande vind ik nog altijd het moeilijkst aan heel de situatie. Er wordt gesproken over “keuzes” en “willen beëindigen”. In een boek dat ik lees, wordt stilgestaan bij het verschil tussen een zwangerschapsafbreking en een onverwacht overlijden van een kindje. Daarin las ik dat het rouwproces dat volgt na het afbreken van een gewenste zwangerschap te vergelijken is met het spontaan overlijden van een ongeboren baby. Ik weet nog dat ik moest huilen, toen ik dat las. Die erkenning had ik nodig. Begrijp me niet verkeerd: ik realiseer me dat wij ons konden voorbereiden op hetgeen ging komen (in hoeverre dat überhaupt mogelijk is) en ik weet dat wij ook een andere keuze hadden kunnen maken. Maar ik hoor om me heen altijd “het geslacht maakt niet uit, als het maar gezond is”. Iedere papa of mama-to be wenst, volgens mij, een gezond kind.

We hebben niet getwijfeld, rationeel gezien in ieder geval niet. Natuurlijk heb ik er aan gedacht hoe het zou zijn geweest als we een andere keuze gemaakt hadden. Maar wat was dan de impact geweest op onze relatie en ons eigen geluk? Hadden mijn ouders hun eigen dochter nog herkend? Zouden mijn vriendinnen mij begrijpen? Je weet pas wat je zou doen als je daadwerkelijk voor zo’n keuze staat. Wees voorzichtig met oordelen. Weet dat ook deze keuze gebaseerd is op liefde. Liefde voor elkaar en voor ons kindje. En weet dat ouders die “de keuze” hebben gemaakt om een gewenste zwangerschap te beëindigen niet alleen rouwen om het overlijden van hun kind, maar ook te maken hebben met de meningen van anderen en het gevoel dat we dit telkens moeten uitleggen en verantwoorden.

“We gaan beëindigen”, herhaal ik naar de gynaecoloog. “Goed. Dan ga ik het ziekenhuis een seintje geven. Zij zullen contact opnemen en alles rondom de bevalling doornemen.” Oh ja, dat staat nu voor de deur. Ik hang op en begin te huilen. Huilen zoals ik pas één keer eerder deed: toen we de eerste slechte uitslag kregen. Het soort huilen waarbij ik mezelf moet dwingen adem te halen, waarbij de tranen blijven stromen en waarbij ik fysieke pijn voel. Ik ben kapot. Aan het begin van de zwangerschap waren we zo blij en dankbaar dat ik zwanger kon worden! We waren het eerste trimester zonder problemen doorgekomen. En nu? Nu ga ik na 18 weken bevallen. Hoe dan? Ik voelde me na de uitslag gek genoeg ook opgelucht. Het gaf duidelijkheid. Ik vond de onzekerheid (gepaard met hoop) het meest energievretend en gekmakend. Ik vind het zwaar om nog zwanger rond te lopen, terwijl ik afscheid ga nemen. Elke dag ben ik bang om de baby weer te voelen bewegen. We zijn nog niet klaar en ik kan dus nog niets verwerken. Dat komt pas na de bevalling.

Zonder afleiding begin ik na te denken. Gaan we hier ooit overheen komen? We hadden niet in deze situatie moeten zitten. We zijn goede mensen, staan klaar voor anderen, willen iets goeds doen voor de maatschappij en wat krijgen we ervoor terug? Waarom wij? Waarom niet de mensen die er een potje van maken? Ik gun dit niemand. Zelfs mijn grootste vijand gun ik een zorgeloze zwangerschap en een gezond kind. Ik gun iedereen geluk, maar dat gun ik mezelf ook. Ik heb mezelf nog nooit zo machteloos en intens verdrietig gevoeld. Geen oplossing kunnen bedenken. Geen invloed uitoefenen. Ik sta met mijn rug tegen de muur en het enige dat ik kan doen is adem blijven halen. Hopen dat er een lichtpuntje aan het einde van de tunnel is. Dat er iets goeds ontstaat uit deze situatie. Ik heb de overtuiging dat dingen niet voor niets op mijn pad komen. Ik geloof dat er niets op mijn pad komt dat ik niet aankan. Dit geeft mij kracht om er doorheen te komen.

Maandag 14 mei 2018 spreken we de gynaecoloog en verpleegkundige. Ik krijg de eerste medicijnen mee. Die zorgen ervoor dat de bevalling op gang komt en dat de andere medicijnen beter door mijn lichaam opgenomen worden. Wat een marteling om deze zelf in te nemen. Ik wil alleen zijn als ik ze inneem. In mijn hoofd praat ik tegen onze baby: “Het spijt me”. Mijn hart breekt in duizend stukjes. De tranen komen. Nu is er geen weg meer terug.

Ik weet niet hoe ik moet bevallen, dus ik zie enorm op tegen de dag van de bevalling. De dag die vijf maanden te vroeg komt. Een dag die leuk-spannend had moeten zijn en nu is deze verdrietig en gespannen-spannend. Voordat ik de laatste nacht als zwangere “mama to be” in ga, wil ik alle babyspullen opruimen. Het is de afgelopen weken al pijnlijk geweest om naar te kijken en ik wil ze niet meer zien als ik met lege handen thuiskom. Met liefde stop ik alle schattige spulletjes in een doos. Ik vouw hem dicht, geef er een handkusje op en breng hem naar zolder.

Woensdag 16 mei 2018 melden we ons aan de verloskunde balie. “We komen voor de bevalling”. Een snelle blik op mijn buik. Ja, die is nog te klein. We worden naar een speciale kamer begeleid. Deze kamer is ver weg van alle mama’s die bevallen van een levend, huilend kindje. Na een gesprekje worden de eerste medicijnen toegediend. Ik moet blijven liggen zodat de weeënopwekkers goed kunnen inwerken. Wachten dan maar. De baby bepaalt zelf wanneer hij komt. Ook al is mijn baby maar 20 centimeter, hij komt niet vanzelf.

Binnen een uur beginnen de eerste weeën op gang te komen. Het is voor mij vergelijkbaar met zware menstruatiepijn. Linkerzij, op mijn rug, rechterzij, geen houding is meer prettig. Waarom deze pijn nog voelen? De omstandigheden zijn al verdrietig genoeg. Ik vraag om morfine. Intussen heb ik koorts, door een mogelijke blaasontsteking (later bleek dit het streptokokken virus te zijn). Ik ben misselijk en wil vooral in mijn bubbel blijven. Ik probeer wat te rusten en ik ben zenuwachtig. Wanneer gaat het gebeuren?

De koorts wordt erger. Ik houd niets binnen, ik heb het ijskoud en ik lig te rillen. Om 17.15 uur verandert er iets. Een stekende pijn. Ik durf niet op te staan. Straks komt hij ineens. Het zijn mijn vliezen. Nu gaat het gebeuren. Mijn lijf weet wat het moet doen. Al snel blijkt dat hij in stuit ligt. Daardoor duurt het lang. Ik word met de minuut moedelozer. “Wat kunnen we nog meer doen? Doe ik het niet goed?”, vraag ik huilend aan de verloskundige. “We kunnen niets anders doen behalve blijven doorgaan.” Om 19.04 uur is onze zoon Luuk geboren met 185 gram en 22 centimeter. Tijdens de bevalling vertelde ze ons al dat Luuk overleden was. Ik was opgelucht, nu is hij in zijn vertrouwde omgeving, dichtbij mama, gestorven. Hij wordt aan ons overhandigd in een mandje. Fijn om hem te ontmoeten. Ik ben trots op hem, raak hem aan en bekijk hem van top tot teen. Mijn eerste kindje. Ondanks dat het echt anders had moeten zijn, voel ik dat het goed is zo. De fotograaf van Stichting Still is ingelicht. We willen zoveel mogelijk herinneringen met Luuk maken. Hier moeten we het de rest van ons leven mee doen. Wij krijgen alleen een eerste en laatste ontmoeting.

SAMANTHA

Plaats een reactie