Verloskundige Lisa vertelt alles over primen

|

Het voorbereiden van de baarmoedermond om de bevalling te kunnen inleiden, noemen we primen. Mensen worden om heel uiteenlopende redenen ingeleid. Dit kan medisch noodzakelijk zijn in verband met een ziektebeeld bij moeder of bij het kind of de zwangere vrouw in kwestie wil zelf graag bevallen, surmenage noemen we dat met een luxe woord. Wat de reden ook is, ik wil graag een beeld schetsen hoe het achter die klapdeuren gaat. Wat ervoor nodig is om überhaupt te kunnen inleiden (opwekken van de weeën). Dit is namelijk niet een kwestie van: dat doen we even.

Geplande ‘primers’, zoals we het op de afdeling noemen, zijn vrouwen die komen om hun baarmoedermond te primen (voor te bereiden) voor een inleiding. Inleiden doen we namelijk pas als de baarmoedermond soepel en week aanvoelt en al ruime twee of meer centimeter ontsluiting is. In de nachtdienst voorafgaand aan de komst van de ‘primer’ worden deze mensen voorbereid. Dat wil zeggen dat de verloskundige of arts-assistent het dossier opzoekt en de medische samenvatting op het afdelingsoverzicht schrijft. In die samenvatting staat de reden van inleiding, eventueel geschat gewicht van de baby, belangrijke dingen om rekening mee te houden (bijvoorbeeld psychische problemen of gezondheidsproblemen), maar ook tijdstip van komst en laatste VT (vaginaal toucher, inwendig onderzoek).

Soms hebben vrouwen die worden ingeleid al ontsluiting en hoeven ze niet geprimed te worden. Deze zwangeren worden dan doorgeschoven naar de volgende ochtend. Thuis slaapt immers het lekkerst en ’s avonds laat de bevalling opwekken doen we alleen als er haast bij de geboorte van de baby is. De zwangeren die wel moeten worden geprimed, komen vaak tussen 19.00u en 20.30u bij ons op de afdeling. Daar wordt de zwangere ontvangen samen met haar partner of ander persoon die haar gaat bijstaan tijdens de bevalling. De verpleegkundige brengt haar naar de verloskamer waar ze zal bevallen. Als iemand nog nooit eerder bij ons is geweest, krijgt ze een vragenvuur van de verpleegkundige over haar gezondheid, de zwangerschap en eventueel bijzonderheden voor de baby of de bevalling. De verpleegkundige legt haar dan aan het CTG (hartfilmpje) dat ongeveer een half uur tot drie kwartier duurt. Als de CTG’s van de primers beginnen te lopen, zie ik die als verloskundige in de artsenkamer verschijnen. Dat is voor mij een teken dat de geplande primer er is en weet ik dat ik daar met een half uur of drie kwartier naar toe kan (soms later of eerder afhankelijk van de drukte op de afdeling). Als ik klaar ben met inlezen, bel ik de verpleegkundige die voor deze zwangere zorgt om haar samen te gaan beoordelen. Het CTG sluiten we af of laten we aan als de zwangere er geen last van heeft. Dan kan ik de baarmoedermond gaan beoordelen door het doen van een vaginaal toucher (VT). Als er nog niet genoeg ontsluiting is, is de eerste keus van de meeste ziekenhuizen in Nederland om een ballonkatheter te plaatsen. Dit is een slangetje dat wordt ingebracht tot boven de baarmoedermond bij het hoofdje van de baby. Dit doe ik terwijl ik inwendig onderzoek doe, dus terwijl ik voel met mijn vingers. Soms lukt dit niet en heb ik een eendenbek (speculum) nodig. Als die eenmaal goed zit, sluit de verpleegkundige een spuit op het slangetje aan. Hiermee blaast ze het ballonnetje op met vocht zodat het een gevulde (water)ballon wordt. Dit is vaak het naarste gedeelte van het onderzoek, want dat is pijnlijk. Het gebeurt daarom ook vaak dat ik wat pauzes inlas tijdens het onderzoek. Op deze manier hoop ik het behapbaar te houden voor de zwangere. Hierna begint het grote wachten. Soms lukt het plaatsen van het ballonnetje niet, omdat de baarmoedermond nog helemaal gesloten is of het inwendig onderzoek niet goed lukt is. Dan gebruiken we een andere manier van primen. Namelijk door middel van hormonen; prostaglandines. Dit gaat in de vorm van tabletjes die de baarmoedermond proberen te verweken en hopelijk doen ontsluiten (open doen staan). Die tabletjes worden in sommige ziekenhuizen vaginaal ingebracht en in sommige ziekenhuizen mag je die slikken. De ziekenhuizen gebruiken de hormonen in de vorm van een veter (letterlijk een soort dunne schoenveter) die bij de baarmoedermond wordt geplaatst of er wordt een gelvorm gebruikt.

We wachten daarna in ieder geval tot de volgende morgen, om te kijken wat er is gebeurd. Soms kijken we al eerder, bij weeën, bloedverlies, pijn of gewoon als er iets is. Die ochtend erop hopen we altijd dat het ballonnetje is uitgevallen zodat we de bevalling kunnen ‘starten’, maar vaak duurt het eventjes voordat de baarmoedermond gunstig genoeg is om te kunnen inleiden. ‘Hoe lang precies?’, is de vraag die ik vaak hoor. Dat zou inderdaad heel fijn zijn om van tevoren te weten. Helaas kan ik daar nooit een antwoord op geven. De tijd zal het leren. In de verloskunde kan alles in een paar minuten helemaal anders zijn. Heb geduld, want het kan uitlopen van een paar uurtjes tot soms zelfs een week.

Iedereen is gespannen als ze op de afdeling komen voor priming. Vaak zijn dit niet alleen de vrouwen. Lang niet iedereen geeft dit toe. Dit mag natuurlijk gerust. En ouders: stel zoveel mogelijk vragen aan degene die jij treft daar op die verloskamer. Het is voor ons dagelijks werk en niets is ons te gek. We zijn heel wat gewend. We hebben in al die jaren een hoop primers gezien en meegemaakt. Het is spannend en het is oké om ertegenop te zien. Je leest er van alles over op internet, maar het echt ondergaan is een tweede. En hé, hoe vaak baar je nu een kind in je leven? Dat is toch ook gewoon erg spannend. Als klinisch verloskundige probeer ik, samen met al mijn collega’s, je daarbij te ondersteunen. Je mee te nemen in de wondere wereld van het baren. Want dat blijft het.

Nog een kleine tip

De magische zin bij een inleiding is: “Heb vertrouwen in je lijf”. Je kan van tevoren zoveel dingen bedenken over hoe de bevalling zal lopen, maar je lijf doet wat zij wil en dat kan je niet sturen (dat zou overigens wel eens makkelijk zijn).

VERLOSKUNDIGE LISA

Plaats een reactie