Ik trok mijn linkerknie hoog op, nam een grote hap lucht en met open mond perste ik dwars door de pijn heen

| ,

12:30 uur

Ik was 39 weken zwanger en voegde de laatste adressen voor de geboortekaartjes toe aan mijn Excel-bestand. Kramp, hmmm oké. Ik stond op om een glas water te pakken. Nog een kramp. Oké. App downloaden om mijn krampen te kunnen timen. Inmiddels stond Frits voor het raam te blaffen, want op driehoog werden de ramen schoongemaakt. Gordijnen dicht. Ik kon de onrust niet aan en verplaatste me naar boven naar onze slaapkamer. Ik appte Harm: ‘Volgens mij is het handig als je terugkomt.’ Ik hing aan het hoge bed. Heen en weer deinen voelde goed. Ondertussen timede ik. Elke vier minuten, één minuut kramp.

13:30 uur

Harm kwam thuis. Ik was al een beetje vertrokken naar bevallingsland. Ademen, zuchten, schommelen. Ik bewoog mee met het ritme van mijn lichaam. De verloskundige werd gebeld.

14:30 uur

Verloskundige Ingrid kwam binnen. Van staan naar liggen, voelde niet goed, maar ik was ook wel benieuwd. ‘Vier centimeter. Waar wil je bevallen?’ Na overleg besloten we voor het bevalcentrum te gaan. ‘Ga lekker in bad of douchen. Neem je tijd en dan zie ik je rond 16:00 uur daar.’ De warme stralen, mijn handen die leunden op de badrand, Frits die de wacht hield voor de deur en Harm die spullen aan het verzamelen was. Alles was goed.

15:30 uur

Tijd om te gaan. ‘Hoe dan?’, dacht ik. Ik wilde niet weg. Ik wilde hier blijven. Een been over de badrand, een intense wee en er vloog iets uit mijn vagina. ‘Wat is dat?’, dacht ik. Oh ja de slijmprop. ‘Het lijkt wel een kippennier’, grapten we nog. Een trap, een wee. Een trap, een wee. Een halve trap, een hele grote wee. De auto in. Hangend in de hendel. Mijn ogen dicht. ‘Ik kan dit’, dacht ik. Aangekomen bij het ziekenhuis, zochten we een plek dichtbij de ingang. Doordat ik de week ervoor ongeveer elke dag daar een CTG had laten maken, kenden we de weg. Niet-wetende dat er plekken zijn gereserveerd speciaal voor zwangere en barende vrouwen.

16:00

Ik wilde de auto uitstappen, maar naast mij stond een man tegen zijn auto een sigaret te roken. ‘Haal die vent hier nu weg’, siste ik tegen Harm. Zo misselijk werd ik van die geur. Met mijn ogen dicht en hangend aan Harm doorkruisten we de lobby en bereiken we de liften. Mijn weeën bleven zich constant elke paar minuten aandienen. Bij elke wee zocht ik een pilaar, tafel, stoel, wat dan ook om rustig de wee op te wachten. Twee meter voor de ingang van het bevalcentrum kreeg ik weer een intense wee. Harm wilde me bijna vooruitduwen, zo graag wilde hij naar binnen, maar ik nam mijn tijd.

16:30

Geïnstalleerd in de kamer keerde bij Harm de rust terug. Ook Ingrid is inmiddels gearriveerd en ik zat op zes of zeven centimeter. Op de een of andere manier verloor ik hier mijn kalmte. De weeën werden nu heel intens. Ik had in mijn achterhoofd: ieder uur een centimeter. Dit ging ik niet volhouden. Ik vroeg om lachgas. Een vooroorlogse gasfles met dito gezichtsmasker werd de kamer ingereden. In plaats van op een wee, gebruikte ik het gas tussen de weeën in, met als effect dat ik me vooral wazig en misselijk voelde. Na een halfuur bonjourden we het gevaarte de kamer weer uit en was het alle hens aan dek. Het ging zo hard. Mijn ademhaling kon het amper bijbenen.

17:20

‘Tien centimeter, wat ga je hard’, hoorde ik Ingrid zeggen. Samen met Harm worstelde ik me door deze weeën heen, volledig in vertrouwen, volledige focus. Ingrid rekte met haar vingers mijn vagina en perineum mee op, want het ging zo snel. Focus en paniek wisselden zich bij mij af. ‘Ik kan dit niet. Ik wil niet meer.’, zei ik. ‘Dat weten we’, antwoordde Ingrid, ‘nu terug naar je ademhaling. Je bent er bijna. Je mag gaan meepersen.’ Mijn grootste angst was scheuren, want dit kon toch niet passen. Ik gaf wat druk mee, maar hield me in. Mijn vliezen braken spontaan. Ik voelde een warme gloed langs mijn benen. Ik lag half op mijn zij met beide handen in die van Harm. Na vijftien minuten werd de doptone op mijn buik geplaatst na een wee. Mijn dochter Liz had het wat lastiger in mijn buik. Ik merkte aan Ingrid dat het nu menens was. Het moest nu gebeuren. In mijn systeem switchte hier iets. Dat wilde ik niet. ‘Ik kan dit wel’, hoorde ik mezelf zachtjes fluisteren. Ik trok mijn linkerknie hoog op, nam een grote hap lucht en met open mond perste ik dwars door de pijn heen.

17:39

Daar was ze, Liz Marie, ze werd ergens halverwege mijn buik neergelegd, want ik voelde de navelstreng trekken. Een korte navelstreng verklaarde waarom die laatste week haar hartslag dipte en ze het bij het einde van de geboorte wat zwaar had.

Wow, wow, wow, zo heb ik me nog nooit gevoeld in mijn hele leven. Krachtig, zacht, kwetsbaar, open, mooi. Door mij heen, heb ik leven gegeven! Dit kleine bijzondere wezentje wat met wijze ogen mijn blik vangt. Harm die papa is geworden. Euforie is een passend woord voor alle opeengestapelde gevoelens. Welkom lieve dochter, wat fijn dat je er bent.

MADELON

Plaats een reactie