Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen.
De bevalling is in mijn zwangerschap altijd mijn grootste angst geweest. Voordat ik überhaupt zwanger was, heb ik ook altijd gezegd dat ik ga voor een keizersnede. Ik was bang voor de pijn en voor het onbekende. Wat als ze weer iets niet hadden gezien?
Trauma’s komen naar boven
Toen ik eenmaal zwanger was en merkte dat al mijn trauma’s één voor één werden aangevinkt, realiseerde ik me dat ik toch minder had verwerkt dan ik dacht. Een keizersnede stond nog steeds op nummer één. Maar al snel besefte ik dat ik misschien toch iets te makkelijk hierover dacht, vooral over de herstelperiode. Nu had ik een peuter rondlopen. En ook al krijg je kraamzorg en zou Oscar de eerste paar weken thuis zijn, zette het me toch aan het denken. Dat, samen met het feit dat je ook een paar dagen in het ziekenhuis moet blijven, maakte me onzeker.
Bij Lyo hebben we een hele lange tijd in het ziekenhuis moeten verblijven. Ook al was dat om een andere reden, ik wilde graag zo snel mogelijk thuis zijn. Het idee dat ik in het Radboud zou moeten bevallen, hielp daar ook niet aan mee, omdat de verloskamers op dezelfde afdeling zijn waar ik lag nadat Lyo was overgebracht naar de NICU.
Twijfels en keuzes
Ik was niet meer zo zeker van mijn zaak en begon na te denken over pijnmedicatie. Die had ik bij Lyo niet genomen. Tijdens een bevalling ben je al zo bezig met het proberen de controle te behouden, dat ik bang was dat ik die volledig zou verliezen als ik het gevoel in mijn benen kwijt zou raken.
De baby moest er hoe dan ook uit en ik had niet oneindig de tijd om na te denken. Ik wilde in ieder geval heel graag mijn moeder en natuurlijk Oscar bij de bevalling. Maar ik wilde ook dat Lyo bij iemand was die ik voor de volle 100% vertrouwde en dat was alleen mijn moeder. Hierdoor kwam ik op het idee om thuis te bevallen. Lyo zou dan thuis zijn, mijn moeder en Oscar konden erbij zijn en ik was in mijn eigen vertrouwde omgeving. Alleen de pijn kon me nog triggeren, maar ik hield mezelf voor dat als het me op eigen kracht was gelukt met Lyo, deze bevalling een fluitje van een cent zou worden. Daarbij had ik een mantra: ‘Deze pijn is niet voor altijd.’ Met een plan in mijn hoofd voelde ik een last van mijn schouders vallen. Misschien zou deze bevalling er dan voor zorgen dat ik die van Lyo een plekje kon geven.
Een plan biedt geen garanties
Tijdens de weeën in bad zitten, vond ik niet fijn, maar ik wilde wel gebruik maken van de douche. Ook had ik een kam gekocht om in te knijpen tijdens een wee en een TENS-apparaatje gehuurd. Voor mijn menstruatiepijn gebruikte ik dat ook altijd en dat hielp zo goed dat ik hoopte dat het ook tijdens de bevalling verlichting zou geven.
Verder maakte ik geen gedetailleerd bevalplan, maar besprak ik wel een paar dingen met de verloskundige. Zo wilde ik bij elke medische reden meteen naar het ziekenhuis en mocht Oscar beslissingen voor me nemen als ik dat zelf niet meer kon. Voor de rest wilde ik alles op zijn beloop laten en vertrouwen op mijn lichaam en de baby.
Zorgen tegen het einde
Hoe verder ik richting het einde kwam, hoe minder ik de baby begon te voelen. Ik wist dat de bewegingen anders zouden worden, maar zelfs op de momenten dat ik hem normaal gesproken voelde, voelde ik hem nu minder of helemaal niet. Eerst probeerde ik mezelf te kalmeren door even op mijn zij te gaan liggen en bewust te voelen. Maar ik voelde niets.
Rond 18:00 uur besloot ik de verloskundige te bellen voor een check. Vaak begon ik de baby wel te voelen in de auto, maar ook toen bleef het stil. Pas toen de verloskundige de doptone op mijn buik zette, drukte een voet mijn buik uit. Omdat het protocol is, moest ik naar het Radboud voor een CTG.
Onverwachte wendingen
De CTG was goed, maar er moest een echo worden gemaakt om groeiachterstand uit te sluiten. Dit is vaak een reden voor een baby om niet of minder te bewegen. Ook bloedarmoede kan een oorzaak zijn. Uit de echo bleek dat de baby aan de kleine kant was. Waar een baby rond deze termijn vaak 3,6 kilo weegt, woog die van ons ongeveer 2,7 kilo. Dit was reden genoeg om me in te leiden.
De paniek sloeg meteen toe. Mijn hele plan viel in duigen. Ik moest toch naar het ziekenhuis, wat betekende dat mijn moeder er niet bij kon zijn. Bovendien zou ik maximaal vijf dagen worden opgenomen, omdat ik eerst ontsluiting moest krijgen met behulp van pillen. Gelukkig was dit uiteindelijk niet nodig, want ik liep al rond met vier centimeter ontsluiting. Dat was in ieder geval mooi meegenomen.
We spraken af dat ik me woensdagochtend zou melden bij het ziekenhuis. Het strippen bij de verloskundige besloot ik af te zeggen. Het gaf geen garantie dat mijn vliezen zouden breken en als het alleen maar ging rommelen, zou ik onnodig een nacht slaap verliezen. Die energie had ik juist nodig.
De bevalling kon beginnen
De volgende ochtend belde ik het ziekenhuis, maar er was geen plek. Ik moest later opnieuw bellen. Uiteindelijk werd ik gebeld door een gynaecoloog met de mededeling dat ik in het CWZ kon bevallen. Dat voelde als een opluchting. Het idee dat ik niet in het Radboud hoefde te zijn, gaf me rust. We brachten Lyo naar mijn moeder — iets wat ik emotioneel erg zwaar vond — en reden door naar het CWZ. Al bij binnenkomst voelde ik me er prettig. De verpleegkundigen waren lief en de sfeer was fijn.
Rond 15:00 uur braken ze mijn vliezen. Het wachten op de weeën was begonnen. Oscar had mijn TENS aangesloten en ik had de kam in mijn hand. Niet veel later begonnen de weeën en kon ik ze goed opvangen met tellen en ademhalen. De verpleegkundige stelde voor om onder de douche te gaan. De warme straal op mijn rug was heerlijk, maar ik miste tegendruk.
De controle kwijt
Uiteindelijk voelde ik de persdrang opkomen en wilde ik terug naar bed. Toen de dokter rond 17:00 uur ging voelen, bleek ik nog maar zes centimeter ontsluiting te hebben. Ik vroeg om een ruggenprik, maar dat was te laat. Alleen morfine was nog een optie en ook al wilde ik dat niet, nog vier centimeter persdrang wegpuffen wilde ik al helemaal niet. Op dat moment kwam mijn moeder samen met Lyo binnen.
De dokter wilde weglopen, maar de verpleegkundige had door dat het toch wel erg snel ging. Binnen anderhalve minuut was ik van zes naar negen centimeter gegaan. De morfine had dus helemaal geen zin meer. Ik moest het zelf gaan doen.
Ik raakte volledig in paniek. Ik had m’n ademhaling niet meer onder controle en wilde dat iedereen stopte. M’n moeder vertelde me later dat ik ook heel hard ‘STOP!’ had geroepen. De dokter zei dat ze de laatste centimeter zou proberen weg te drukken met haar vingers, zodat ik kon toegeven aan m’n persdrang.
Het moment suprême
Terwijl Lyo rustig in de hoek van de kamer op z’n tablet zat, hadden Oscar en mijn moeder allebei een been vast en stonden ze met de dokter en verpleegkundige aan weerskanten van mijn bed. In eerste instantie kreeg ik het persen ook niet onder controle. Ik miste weer de tegendruk bij m’n voeten.
Uiteindelijk vond mijn voet de nek en schouder van de dokter. Volgens mij had ik op een gegeven moment zelfs mijn hele been om haar heen gekruld. Ik kreeg in ieder geval de controle terug en het lukte me te concentreren op het persen. Om 17:30 uur werd onze zoon, Navy Colin Schutter, geboren. Hij woog precies 3 kilo en is vernoemd naar mijn lieve moeder.
Terugkijken op een positieve, maar heftige bevalling
Ik vond deze bevalling heftig, omdat de weeën zo snel achter elkaar kwamen en ik geen tijd had om tussendoor op adem te komen. Toch ben ik blij met hoe het is gegaan. Navy is geen seconde bij me weggeweest. Hij was klein, maar niet té klein. Het was vooral mijn placenta die aan de kleine kant was, maar deze hoefde uiteindelijk niet opgestuurd te worden naar het lab.
Verder liep alles na de bevalling soepel. Deze bevalling heeft er helaas niet voor gezorgd dat ik die van Lyo een plekje heb kunnen geven, maar het heeft me wel laten inzien hoe het ook kan gaan.
JULIE MAE
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen.