Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen.
Terwijl ik samen met mijn zoontje Luchano (2,5) in de woonkamer zit en we nog de laatste knallen vuurwerk horen, denk ik terug aan mijn eigen jeugd. Luchano is altijd helemaal onder de indruk van vuurwerk. Gisteren hebben we samen gekeken naar het prachtige siervuurwerk dat ik voor hem afstak, terwijl hij met zijn moeder op veilige afstand stond. Hij vond het prachtig, maar voor mij brengt het ook herinneringen terug aan een oudjaarsdag die mijn leven voorgoed veranderde.
‘Papa, hool je dat?’, zegt Luchano enthousiast als hij weer een knal hoort – hij kan de R nog niet goed uitspreken. Gisteren mocht hij zelf een sterretje vasthouden. Ik glimlach naar hem, maar voel ook een lichte steek van ongemak. Hij begrijpt nu nog niet helemaal wat vuurwerk kan aanrichten, maar het is belangrijk dat ik hem ooit mijn verhaal vertel.
De duizendklapper die alles veranderde
Toen ik zo oud was als de kinderen in groep vijf, vond ik vuurwerk ook prachtig. Op een oudejaarsdag, net voordat het middernacht was, hadden de buren een duizendklapper afgestoken. Ken je dat, van die lange rollen vuurwerk met heel veel knalletjes achter elkaar? Vaak gaan niet alle knalletjes af. En daar begon het…
Ik zag een rotje dat niet was afgegaan. Hij lag daar maar en ik dacht (ik gok ik dat zo’n 8 jaar was): wat als ik die opnieuw aansteek? Ik pakte hem op en stopte hem in de sneeuw, gewoon om te kijken wat er zou gebeuren. Ik had stiekem een aansteker meegenomen van huis en wilde het rotje afsteken. En vanaf dat moment gebeurde het allemaal zo snel. Het lontje bleek razendsnel te zijn en op het moment dat de aansteker vonkte, knalde het al. Een oorverdovende knal vulde de lucht en tegelijk hoorde ik een hele harde piep in mijn oren. Alles voelde ineens alsof ik in een droom zat. Wat ik niet meteen doorhad, was dat mijn hand helemaal openlag.
Ik liep weg. Een beetje verward en duizelig. Mijn hand deed nog geen pijn, dus ik stak hem in mijn jas. Pas toen ik bijna thuis was, voelde ik iets vreemds. Mijn hand voelde zwaar en vreemd. Toen ik hem uit mijn jas haalde, schrok ik. Mijn hele hand was dik, opgezwollen en er zat een enorme wond in. Het bloed stroomde eruit.
Het besef en de confrontatie
Thuis hield ik mijn hand onder de kraan, maar het bloeden stopte niet. Ik vroeg mijn vader om een pleister – toen hadden we nog van die pleisters die je zelf moest knippen. Maar zelfs zelfs de hele pleister hield het bloed niet tegen. Mijn vader zag me stuntelen en vroeg wat er gebeurd was. Ik loog en zei dat ik was gevallen op het ijs. Maar die ouwe rook de kruitlucht aan mijn handen en wist genoeg.
De artsen maakten foto’s van mijn hand om te zien of alles nog intact was en noemden het ‘stunten met vuurwerk’. Tja, de zin: ‘Je bent een rund als je met vuurwerk stunt’, is me nog altijd bijgebleven. Gelukkig konden ze mijn vingers en hand redden met hechtingen en uiteindelijk is alles goed genezen. Maar die avond veranderde alles. Ik leerde mijn les: nooit meer vuurwerk aanraken dat al afgestoken is.
Op veilige afstand
Nu ik zelf een zoontje heb, wil ik hem diezelfde les meegeven, maar op een manier die past bij zijn leeftijd. Hij is nog te jong om het hele verhaal te begrijpen, maar het is nooit te vroeg om hem te leren dat vuurwerk prachtig is, zolang je er op een veilige manier mee omgaat. Daarom hebben we gisteren samen, vanaf een veilige afstand, naar het vuurwerk gekeken.
‘Kijk, papa! Vuuwwek, zoooo mooi!’, roept mijn kind vrolijk, als hij na het geknal ook nog mooie siervuurwerk in de lucht ziet. Ik glimlach. Dit keer blijft vuurwerk wat het hoort te zijn: iets moois om samen veilig van te genieten.
LUIS
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen.