
Anneloes: “Ik kom thuis van mijn werk en daar zit ze: zijn ex op ónze bank, “Ze was toevallig in de buurt”, zei Bart. “Het deed me echt goed om even bij je te zijn”, appte ze later”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
Drie maanden geleden begon het. Bart kwam thuis van een festival met vrienden. Ik lag al in bed toen hij binnenkwam, maar hij kletste me nog even bij. “Oh ja,” zei hij nonchalant, “ik kwam Judith tegen. Je weet wel, m’n ex van vroeger. Echt bizar, ik herkende haar bijna niet. Maar we hebben even gepraat, was best gezellig. Ik heb haar uitgenodigd om een keer iets te drinken.” Ik schoot overeind. “Wát? Je ex?” “Ja, gewoon. Bijkletsen. We hebben elkaar al tien jaar niet gezien. Jij hebt haar trouwens ooit één keer ontmoet, bij dat ene feestje van Maarten.”
Je gaat toch niet spontaan met je ex afspreken?
Ik probeerde te bedenken wie Judith ook alweer was. Donker haar, beetje alternatief, geloof ik. Geen idee. Maar ik vond het… raar. Je gaat toch niet spontaan met je ex afspreken? Zeker niet zonder het eerst met je vrouw te bespreken. “Wanneer dan?” vroeg ik. “Geen idee. Gewoon een keer.” Ik liet het los. Of nou ja, ik zei niks meer, maar vanbinnen bleef het knagen.
Avonddienst en een onverwachte gast
Twee weken later had ik een avonddienst. Ik ben verpleegkundige en was pas om half twaalf thuis. Moe, hongerig, klaar om m’n pyjama in te duiken. Ik dacht dat het huis stil zou zijn, dat Bart misschien nog even op de bank lag te Netflixen. Maar toen ik de deur opende, hoorde ik stemmen. Lachen. Vrouwelijk gelach. En toen zag ik haar. Ze zat op onze bank. Met een wijntje in haar hand. In háár hand. Op míjn bank. “Wat is dit?” zei ik, en ik hoorde zelf hoe bits het klonk. Bart keek op. “Hee schat! Dit is Judith. Ze had in de buurt gegeten met een vriendin en appte dat ze nog even langs kon komen. We dachten, leuk even bijpraten.” Judith glimlachte vriendelijk. “Hoi, volgens mij hebben wij elkaar jaren geleden al eens gezien.” Ik knikte kort. Ik voelde me overrompeld. Hoezo komt zíj even langs?
“Die romantische gevoelens zijn er echt al lang niet meer, geloof me”
Ze bleef nog tien minuten. Daarna vertrok ze, met een knuffel voor Bart en een “Leuk je weer gezien te hebben” voor mij. Zodra de deur dichtviel, draaide ik me naar hem om. “Waarom wist ik hier niks van?” “Je was aan het werk. Ze appte spontaan, het was echt gewoon even kletsen hoor. Niks raars.” “Niks raars? Ze zat op onze bank, Bart. Je ex. Gewoon borrelen met je ex is raar. Punt.” Hij zuchtte. “We hebben gewoon veel meegemaakt samen. Het is puur vriendschappelijk. Die romantische gevoelens zijn er echt al lang niet meer. Geloof me.” Ik geloofde hem. Of ik wílde hem geloven. Want wie nodigt nou z’n ex uit als er iets meer speelt? Toch?
“Ik zag Bart op het terras. Met een vrouw.”
Drie weken later kreeg ik een appje van mijn vriendin Sofie. “Hee, ik wil je niet onzeker maken, maar ik zag Bart net op het terras. Met een vrouw. Heb je enig idee wie dat was?” Mijn hart bonsde. Ik belde haar meteen. “Wat voor vrouw? Hoe zag ze eruit?” “Donker haar, beetje boho chic. Ze zaten best dicht bij elkaar. Niet dat ze elkaar aanraakten of zo, maar het voelde intiem.” Ik wist meteen genoeg. Judith. Ik wachtte tot Bart thuiskwam. Hij was vrolijk, had een biertje op, leek nergens mee te zitten. “En? Gezellig middagje gehad?” vroeg ik luchtig. “Ja, ik heb met Judith gezeten. Gewoon bijgekletst. Ze had net een moeilijke periode achter de rug met haar werk. We zaten toevallig allebei in de stad.” “Toevallig?” vroeg ik. “Of was het gepland?” Hij keek weg. “Oké. Het was gepland. Maar ik wist dat je het toch weer raar zou vinden, dus ik zei het niet.” Ik zweeg. En dat vond hij waarschijnlijk nog enger dan wanneer ik uit mijn plaat was gegaan.
Als er toen gevoelens waren, wie zegt dat ze niet terug kunnen komen?
Ik weet heus wel dat je een vriendschap kunt hebben met iemand van het andere geslacht. Ik heb zelf ook een vriend waarmee ik prima overweg kan. Maar ik zie hem niet elke drie weken. Ik app hem niet om te zeggen dat ik in de buurt ben. Ik ga niet ‘zomaar’ op z’n bank zitten terwijl z’n vrouw avonddienst draait. En belangrijker nog: Bart hééft gevoelens gehad voor Judith. Ze hebben een relatie van drie jaar gehad. Hij heeft haar ooit z’n grote liefde genoemd, dat heeft hij me zelf verteld toen wij nog aan het daten waren. En dan nu ineens dit? Als er toen gevoelens waren, wie zegt dat ze niet terug kunnen komen?
De kinderen merken dat ik gespannen ben
Fien (8) is een gevoelig meisje. Ze merkt álles. Ze vroeg laatst: “Mama, waarom ben je zo stil? Heb je buikpijn?” En Jalou (5) is druk, maar kruipt ’s avonds ineens vaker bij me op schoot. Alsof ze voelt dat ik haar nodig heb. En misschien is dat ook wel zo. Bart doet ondertussen alsof er niks aan de hand is. Alsof dit normaal is. Alsof ik de overbezorgde jaloerse vrouw ben die ‘het hem niet gunt om vrienden te zijn met zijn ex’. Hij blijft maar herhalen: “Er is niks. Ze is gewoon belangrijk voor me. Jij bent mijn vrouw, jij bent de moeder van mijn kinderen. Waarom vertrouw je me niet?” Maar dat is het punt niet. Ik wil hem wel vertrouwen. Maar íets in mij zegt dat ik alert moet zijn. Dat dit niet zomaar iets onschuldigs is. Dat Judith heus wel weet wat ze doet.
Een ex verdwijnt niet zomaar uit beeld
Gisteren kreeg hij een appje. Ik zat naast hem op de bank toen z’n telefoon oplichtte. “Dankjewel voor vanmiddag. Het deed me echt goed om even bij je te zijn.” Ik keek hem aan. “Wat bedoelt ze met ‘bij je zijn’?” Hij slikte. “We hebben even gewandeld in het park. Ze zit er mentaal even doorheen.” “Bart, ben je haar therapeut of haar ex?” Hij keek weg. “Ze heeft gewoon niemand anders op dit moment.” En daar zit dus mijn probleem. Ze hééft iemand nodig, en die iemand is blijkbaar mijn man. Mijn Bart. De vader van mijn kinderen. En het ergste is: ik zie hoe hij opleeft van haar aandacht. Hoe hij sneller z’n telefoon pakt als hij denkt dat ik het niet zie. Hoe hij opbloeit als hij over ‘vroeger’ praat.
Ik weet niet waar dit eindigt
Ik ben niet bang dat hij morgen z’n koffers pakt. Bart is geen wegloper. Maar ik ben wél bang dat ik hier langzaam ingezogen word. Dat deze vriendschap met z’n ex verandert in een routine. Een vast ritueel. Iedere maand een wijntje, een lunch, een wandelingetje. En dat ik over een paar maanden de vrouw ben die ‘het gewoon niet zag aankomen’. Misschien heeft hij gelijk. Misschien is het onschuldig. Misschien ben ik té wantrouwig.
ANNELOES