Jara: “Nadat de notaris het testament had voorgelezen zei mijn man: ‘Dit klopt niet, dit kan mijn vader niet hebben gekozen’, we snapten er niets van, wat was er gebeurd?

| ,

Guido keek op van zijn telefoon

Zijn ogen bleven even hangen in het niets, alsof hij probeerde te begrijpen wat hij net had gelezen. Ik stond met een theedoek in mijn handen in de keuken en zag zijn gezicht langzaam veranderen. Van neutraal naar iets anders. Verwarring? Teleurstelling?

“Wat is er?” vroeg ik

Hij draaide het telefoonscherm naar me toe. Er stond een website open met gekleurde letters. “Dit dus,” zei hij. “Daar gaat een groot deel van de erfenis naartoe.” Ik liep naar hem toe en nam de telefoon aan. Het was een stichting. Iets voor zieke kinderen. Ik had er weleens van gehoord. Het was een bekende stichting. Ik scrolde verder. “Ze bieden uitjes en ondersteuning. Lijkt me toch iets heel goeds?” Guido knikte. “Ja. Dat is het ook. Maar…” Hij pauzeerde. “Waarom wist niemand dit?”

Zijn vader was twee weken geleden gecremeerd

Een ingetogen dienst, weinig gasten, veel stilte. Hij had nooit een groot netwerk gehad. Zijn vrouw – Guido’s moeder – was al lang geleden overleden. En hijzelf was sindsdien steeds stiller geworden. Een man van het oude stempel. Nuchter, zuinig, trots. Niet iemand die het had over gevoelens. Of over goede doelen. Guido had het contact met zijn vader de laatste jaren wel onderhouden, maar het was vooral praktisch. Af en toe een boodschap doen. Een appje sturen. Nooit een echt gesprek. En toen kwam het testament.

De notaris las het voor

Guido zat naast zijn broer Ruben, ik iets daarachter. Het begon allemaal vrij logisch: het huis werd verkocht, de bezittingen verdeeld. Guido en Ruben kregen ieder een deel van het spaargeld. En toen kwam het zinnetje dat alles veranderde. “De resterende gelden en vermogen ter waarde van 100.000 euro worden overgemaakt aan de Stichting.” Er viel een stilte. Ruben zijn mond viel open. Guido keek naar de notaris alsof hij het verkeerd had verstaan. “Sorry,” zei hij. “Maar… wat? Dit klopt niet, dit kan mijn vader niet gekozen hebben”

De notaris was kalm

“Uw vader heeft dat in 2021 vastgelegd. Het is allemaal rechtsgeldig.” Ruben verschoof op zijn stoel. “Heeft hij daar ooit iets over gezegd tegen u?” De notaris schudde zijn hoofd. “Nee. Maar ik weet dat hij er erg bij betrokken was geraakt, op de achtergrond. Anoniem. Hij gaf al jaren kleine bedragen.” Guido zei niets meer. Alleen een korte, bijna onzichtbare knik. Ook hier wisten zij hun hele leven niets van….

Thuis bleef het stil in de auto

De jongens waren bij mijn ouders, we hadden de middag vrijgemaakt voor het gesprek bij de notaris. Maar nu voelde het alsof we een totaal ander hoofdstuk waren binnengewandeld. Toen we thuiskwamen zette Guido zich met zijn laptop aan tafel. Ik hoorde hem klikken, scrollen, lezen. Soms zuchtte hij. Ik liet hem. Ik wist: dit had even tijd nodig. Pas ’s avonds, toen de jongens in bed lagen en ik naast hem ging zitten, zei hij iets.

“Ik snap het niet,” zei hij

“Hij had toch gewoon ons? Ruben. Mij. De jongens. Waarom dan zó veel aan een stichting geven?” Ik legde mijn hand op zijn arm. “Misschien omdat hij zich eenzaam voelde. Of omdat hij ergens iets goed wilde maken.” Guido knikte, maar zonder overtuiging. “Hij was nooit bezig met zieke kinderen. Nooit. Hij gaf niks om dat soort dingen.” “Of,” zei ik, “hij praatte er gewoon niet over.”

De volgende dag zocht ik de stichting op

Ze deden echt hele goede dingen. Ik vond het wel mooi dat mijn schoonvader iets goeds met zijn geld wilde doen. “Ik denk dat hij iets wilde nalaten wat groter was dan ons,” zei Guido uiteindelijk. “Of misschien dacht hij dat hij al genoeg had gedaan voor ons.” Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik dacht aan zijn vader. Zijn rustige blik. Zijn houterige knik als hij ons zag. Hoe hij een keer een knikkerbaan voor Justin had gerepareerd zonder daar iets over te zeggen. Gewoon gedaan. Klaarleggen en weer weg. En ineens kon ik me voorstellen dat hij, ergens in een stil moment, had gedacht: “Wat ik heb, geef ik aan wie het harder nodig heeft.”

De dagen erna spraken we er steeds meer over

Ruben was woedend, dat bleef. Hij vond het onbegrijpelijk. Oneerlijk. Hij wilde het aanvechten, maar de notaris had al gezegd dat dat weinig kans van slagen had. Guido bleef rustig. En ergens zag ik iets in hem verschuiven. Minder frustratie. Meer verwondering. “Het is eigenlijk heel groot wat hij gedaan heeft,” zei hij op een avond. “Zonder poespas. Geen eer. Geen Facebookbericht. Gewoon stil geven.”

We speelden open kaart met de kinderen

We vonden het mooi om te vertellen dat opa kinderen hielp met zijn geld. Guido zei: “Opa geloofde dat je soms iets kunt geven zonder iets terug te verwachten. Gewoon omdat je het kunt.” Justin knikte. “Dat ga ik ook doen als ik groot ben.” En ik… ik voelde ineens dat het goed was. Dat iets onverwachts niet altijd verkeerd hoeft te zijn. Wij hadden er vrede mee. Vonden het groots. Ruben is nog altijd boos gebleven…

Dit was een opening om onze eigen wensen met elkaar te bespreken

Guido wilde al het geld aan de kinderen en kleinkinderen later geven. En ik kon mij daar ook in vinden. We zetten alles op papier. Dan stond het alvast vast. We konden het altijd nog aanpassen, mochten onze wensen en behoeften anders worden.

JARA

1 gedachte over “Jara: “Nadat de notaris het testament had voorgelezen zei mijn man: ‘Dit klopt niet, dit kan mijn vader niet hebben gekozen’, we snapten er niets van, wat was er gebeurd?”

  1. Ik verbaas me er een beetje over dat iemand verbaast is geen idee te hebben wat er met de erfenis gebeurt als er kennelijk nooit een écht gesprek plaats heeft gevonden. Het komt een beetje over alsof ze gewoon aangenomen hadden met tweeën alles te krijgen. De hele middag vrij nemen… En dan zo’n deceptie. Een testament aan willen vechten terwijl uit niets blijkt dat vader wilsonbekwaam was. Ik snap dat het een tegenvaller was, maar het valt alleen tegen als je op meer had gerekend… Dat vond ik tamelijk hebberig.

    Beantwoorden

Plaats een reactie