Brandy: “Ik schrok me wild, op het dashboard van de auto stond het: “oproep van ‘zeikerd'”, dit gebeurde toch niet echt?

| ,

Ik dacht écht dat niemand het ooit zou zien

Het was gewoon een grapje. Een klein beetje afreageren. Niets ernstigs. Alleen voor mij bedoeld. Maar toen kwam dat telefoontje. In de auto. Terwijl mijn man Jerry naast me zat. Terwijl mijn telefoon ineens wel verbonden was met het scherm van de auto. En ineens stond het daar. Groot. Helder. Niet te missen.

“Oproep van: Zeikerd.”

Even terug naar het begin

Ik ben Brandy. Moeder van Milan (7) en Liam (5). Getrouwd met Jerry – een lieve, stabiele man, de rust zelve. We wonen in een fijne buurt, hebben een tuin met een trampoline, en een kat die luistert naar niemand. Alles loopt eigenlijk prima. Behalve dat ene stuk.

Zijn moeder.

Mijn schoonmoeder.

Ik weet dat er ergere schoonmoeders zijn

Ze is niet giftig. Niet haatdragend. Niet openlijk gemeen. Maar alles aan haar is… vermoeiend. Ze is kritisch op een passief-agressieve manier. Ze stelt altijd vragen waar een oordeel onder hangt. “Oh, geef je de jongens wéér pasta vanavond?” Of: “Ze slapen nog steeds bij jullie op de kamer als ze ziek zijn? Hm.” Of: “Ik liet mijn kinderen nooit op de bank springen, maar ieder zijn stijl, hè?”

Ik slik het dan in

Glimlach beleefd. Antwoord iets neutraals. Want zo zijn we. Netjes. Keurig. Er is geen geschreeuw. Geen ruzie. Maar ook geen warmte. Geen échte connectie. De jongens (onze zoontjes) mogen haar wel. Ze vinden haar ‘chic’ en ‘grappig met die grote kettingen’. Ze heeft altijd spekkies in haar tas, koopt cadeautjes waar ik met mijn ogen van rol, en zegt dingen als: “Bij oma mag alles hoor.”

Jerry die is blind

Of wil blind zijn. Die ziet haar als een lieve, ietwat bemoeizuchtige vrouw die het beste met ons voor heeft. “Ze bedoelt het goed,” zegt hij dan. Maar dat doet ze dus niet altijd. Soms bedoelt ze gewoon dat ik het niet goed doe. Dus ja. Op een dag, ergens tussen het frustratie-tandenpoetsen en een eindeloze voice memo van haar over ‘of we écht wel genoeg vitamine D geven’, veranderde ik haar naam in mijn telefoon.

Van “Schoonmoeder” naar… “Zeikerd”

Ik weet het. Het is flauw. Kinderachtig. Maar het gaf lucht. Elke keer als ze belde en ik zag dat woord, moest ik grinniken. Dan ademde ik diep in, nam op, en was ik weer de nette schoondochter. Jerry wist er niks van. Natuurlijk niet. Tot vorige week dus.

We waren onderweg naar een woonboulevard

Het was zaterdag, de jongens zaten achterin met hun Nintendo en chips, ik reed – wat zeldzaam is – en mijn telefoon had ik aan voor de navigatie, en in de lader. Ik connect mijn telefoon nooit met de auto. Ik ben daar te chaotisch voor, vind het onhandig en vertrouw erop dat Jerry het regelt als we samen rijden.

Maar Jerry was in een techbui

“Zal ik je telefoon even verbinden? Dan kun je Spotify gebruiken,” zei hij, terwijl hij al op knopjes drukte. Voor ik ‘nee’ kon zeggen, was het gebeurd. “Gek dat je dat nog nooit gedaan had,” zei hij. “Superhandig.” Tien minuten later ging mijn telefoon. Hoe groot was die kans nou?! Met een prachtig opgepoetst scherm midden in de auto.

“Oproep van: Zeikerd”

Jerry lachte eerst

“Huh? Wacht… wie heb jij nou zo in je telefoon staan?” Ik kreeg het warm. Rood tot achter m’n oren. Mijn maag draaide. Ik probeerde nonchalant te zijn. “Oh, dat is eh… een geintje. Wacht, ik neem later wel even op.” Ik klikte op ‘negeren’. Doodstil. “Maar wie is het dan?” vroeg Jerry.

Ik overwoog te liegen

Iets over een vriendin met een rare humor. Of over een spamnummer dat ik zo genoemd had. Maar ik ken mezelf. Ik ben geen goede leugenaar. En hij zou het sowieso zien. Als hij de oproepenlijst opent. Als ze nog een keer belt. Dus ik haalde adem. “Het is je moeder.” Hij keek me indringend aan. “Mijn moeder?” “Ja.”

Er viel een stilte

De kinderen gingen door op in hun schermpjes. Ik keek strak naar de snelweg. “Waarom… zeikerd?” Ik voelde de tranen achter mijn ogen prikken. Niet van verdriet. Maar van pure schaamte. “Omdat ik af en toe gek van haar word. Omdat ik het niet tegen haar zeg. Omdat ze me onzeker maakt. En omdat het mijn manier was om het luchtig te houden. Voor mezelf.”

We reden even in stilte verder

Ik dacht: dit is het. Nu is hij boos. Of teleurgesteld. Of beledigd. Toen zei hij: “Weet je… ik had het ergens wel door.” Ik keek hem verbaasd aan. “Niet dat je haar zo noemde,” zei hij snel. “Maar wel dat je het soms lastig vond. Je doet zo je best om vriendelijk te blijven. Maar ik zie het aan je gezicht als ze iets zegt.” “Waarom zeg jij dan niks?” floepte ik eruit. “Omdat jij altijd doet alsof het wel meevalt.” Ik zuchtte. “Omdat ik niet degene wil zijn die ruzie maakt met z’n moeder.”

We parkeerden op de woonboulevard

De jongens renden alvast vooruit richting de winkel met het ballenbad. Jerry draaide zich naar me toe. “Verander je het weer terug?” Ik knikte. “Ja. Natuurlijk. Het was… niet oké.” Hij glimlachte. “Ik zou haar eerder ‘control freak’ noemen.” Ik lachte. “Niet grappig.”. “Een beetje wel.” En toen waren we weer oké.

’s Avonds veranderde ik de naam in mijn telefoon

Ik liet ‘Schoonmama’ nog even staan, maar dacht eraan om iets neutraals te kiezen. Haar echte naam misschien. Of gewoon ‘Oma’. En ik dacht na over wat er eigenlijk mis was. Niet met haar. Of niet alleen met haar. Maar ook met mij. Ik zei nooit wat. Liet het over me heen komen. Liet haar bepalen wat ze zei en hoe ik me voelde. En ondertussen bouwde ik mijn frustratie af in de schaduw. En dat moest anders.

Een paar dagen later belde ze weer

Ik nam op. “Met Brandy.” Ik hoorde mijn schoonmoeder praten. “Hee, meisje. Ik dacht, ik bel even. Heb je al besloten over dat zwemlesabonnement voor Milan? Want als je wilt, kijk ik wel even of er een betere aanbieder is.” Ik ademde in. En uit. “Dank je, maar dat hebben we al geregeld. Het past bij ons zo. We zijn er blij mee.”

Even stilte

“Oh… oké. Nou, als je het weet…” Ze ging verder. “Ik weet het, schoonmama. En ik waardeer dat je meedenkt. Echt.” En het bleef stil. Toen zei ze: “Goed dat je het zegt, hoor.” Misschien verandert er niks tussen ons. Misschien blijven we beleefd, afstandelijk, licht gespannen. Maar misschien verandert er ook wél iets. Omdat ik stop met doen alsof ik alles maar slik. Omdat ik de ondertoon benoem, vriendelijk, maar duidelijk.

Eén ding weet ik zeker

Ik sla haar nooit meer op onder ‘Zeikerd’. Want auto’s hebben schermen. En mannen lezen mee. En eerlijk zijn – ook tegen jezelf – is minder gênant dan een naam op een scherm die je hart doet stilvallen.

BRANDY

3 gedachten over “Brandy: “Ik schrok me wild, op het dashboard van de auto stond het: “oproep van ‘zeikerd'”, dit gebeurde toch niet echt?”

  1. Misschien moest dit wel even gebeuren om voor jezelf te beseffen dat je zelf je eigen grenzen moet aangeven…. in plaats van het telkens maar weer te accepteren hoe ze doet maar daar wel gefrustreerd over zijn. Wel sportief hoe je man het opvatte.

    Beantwoorden
  2. Dus je schoonmama vindt het kennelijk raar dat je kinderen wanneer ziek bij jullie in bed slapen en vreemd dat jouw kinderen bij jullie op de bank mogen springen, maar zegt vervolgens “bij oma mag alles”. Dat vind ik een beetje tegenstrijdig.

    Beantwoorden
  3. Oeps wat een blunder. Fijn dat je man het goed oppakte en jullie er samen over kunnen praten. Hou het maar gewoon bij schoonmoeder of oma en ga door met een grens stellen of haar laten praten.

    Beantwoorden

Plaats een reactie