
Helene: “‘Wanneer komt de kinderarts voor vervolgonderzoek?’, bleef ik vragen, maar de arts kwam nooit, met het aller ergste wat je als ouder kan gebeuren als gevolg”
Ik vertrouwde het niet en reed naar de spoed
Nadat ik de dag ervoor na een bezoekje aan de huisarts weer naar huis ben gestuurd met een versuft en flink ziek kind, ben ik op eigen houtje naar de spoed gereden. Er klopte iets niet en mijn moederinstinct gaf dit haarfijn aan. Mijn kleine hompje, daar lag ze dan. We waren er om 9.00 uur ‘s ochtends nadat ik met gierende banden naar de spoed reed. Ik vond haar erg suf, ze had 40 graden koorts, net gespuugd en een stuiptrekking gehad. Ze zag bleek, had eerder overgegeven en kreunde. Ze voelde zich ellendig. Mia at niet en ik kreeg geen contact met haar. Dit heb ik dan ook duidelijk uitgelegd op de spoed.

Mia was ontzettend ziek
Achteraf zou je denken dat de woorden: “Ik herken mijn kind niet” normaliter voldoende moeten zijn voor een arts voor verdere diagnostiek. Helaas werd Mia haar ziektebeeld niet serieus genomen. Ik wilde graag volledig onderzoek. Het klopte niet, Mia was zo ontzettend ziek. Ik vond dat haar bloed onderzocht moest worden. En dit gaf ik dan ook aan de kinderarts meerdere keren. Mia haar lactaat moest torenhoog geweest zijn. Haar bloed is alleen nooit geprikt…
“Vervolgonderzoek was niet nodig”
Volgens de artsen was Mia niet versuft, was vervolgonderzoek niet nodig en was alles normaal wat Mia liet zien voor ingedroogde waterpokken. Gezien haar stuiptrekking en met verdenking op uitdroging, werd ze opgenomen op de afdeling. Ze kreeg een ORS sonde en een flinke zetpil. Door de zetpil werd ze nog suffer en sliep ze de hele middag. Niemand bekommerde zich om haar. Wanneer ik mijn zorgen uitsprak, moest ik Mia laten slapen. Ze zou zo weer opknappen van de ORS sonde werd verteld. En daar moest ik op vertrouwen.
Ik bleef vragen naar de kinderarts
“Wanneer komt de kinderarts voor vervolgonderzoek”, bleef ik vragen. Het was niet pluis, het klopte niet. Die avond en nacht bleef ik mijn zorgen uitspreken naar verpleegkundigen. Waarbij ik zelfs in paniek raakte en elk half uur op de rode knop drukte. Ik bleef zeggen dat mijn meisje steeds zieker werd en er een kinderarts moest komen. Ik kon Mia niet eens vasthouden, zo onrustig was ze. Ze vertelden dat het normaal was wat ze liet zien. De volgende ochtend zouden we zelfs naar huis mogen.

Het is intens moeilijk en ondraaglijk
Door dit alles werd mijn moederinstinct onderdrukt. Want wat doe je als een kinderarts, neuroloog en verschillende verpleegkundigen aangeven dat alles meevalt en het oké is met je kindje. Ik dacht hierdoor dat ik overbezorgd was. Zij weten het als experts toch? Achteraf sta ik nog elke dag met een mond vol tanden. Wat had ik als moeder anders kunnen doen? Ik was zo duidelijk. Waarom pikte niemand iets op? Mijn omgeving zegt dan ook: “Jij was in een ziekenhuis. Ze hadden het kunnen zien, moeten zien en moeten handelen. Jij bent geen arts.” En inderdaad, ik ben geen arts. Maar met alles wat ik nu weet wat niet is gezien, niet gedaan is en mis is gegaan met Mia, is dat intens moeilijk en ondraaglijk. Mia is dood, dit is onomkeerbaar en onvergeeflijk.
Waarom is er niet ingegrepen?
Ondanks de geruststellende pogingen van de verpleegkundigen werden mijn zorgen niet minder. Maar er was ook geen haar op mijn hoofd die dacht dat mijn kind dood zou gaan. Waarom hebben de verpleegkundigen niet even de arts gebeld? Ik vroeg er zo vaak om…
Een septische shock
9.00 uur ‘s ochtends, 24 uur later na aankomst op de spoed. Mijn lieve Mia kreeg een septische shock. Haar hartslag was in de ochtend zelfs 180. Is dat geen alarm? Blijkbaar niet. Ons meisje, kon sterven. 24 uur lang heeft ze gevochten, zonder dat iemand iets deed. Ze had pijn, en achteraf is dit ook te verklaren. De beelden blijven zich afspelen in mijn hoofd. Mijn arme meisje. Ze was gezond, sterk en ze vocht voor haar leven. We waren gewoon in een ziekenhuis, een plek waar ze haar hadden kunnen redden. Waar gaat de zorg heen? Mia, mijn engeltje, ze komt nooit meer terug.
Ze had geen schijn van kans zonder antibioticum
Met mijn verhaal wil ik laten zien hoe het ook kan gaan, wees bewust. Mia was een kerngezonde vitale baby van 10 maanden jong en had een leven voor zich. Ze droeg de streptokokken A bij zich, ze had nog geen sepsis. Maar zonder antibioticum wanneer je een heftige bacterie bij je draagt, dan ga je dood. Dan heb je geen schijn van kans. Dan ben je als een visje zonder water. Niet alleen een baby van 10 maanden, maar ook een volwassene heeft dan geen schijn van kans.

Het had zo simpel kunnen zijn
Ze had alleen een antibioticum nodig! Zo simpel had het kunnen zijn. Iets wat wij nooit kunnen loslaten of vergeven. Hierdoor kunnen wij nooit helen. Mia verliezen; het had niet gehoeven. Ze had de behandeling moeten krijgen die ze nodig had. Bloedonderzoek had belangrijke informatie kunnen geven. De artsen hadden het moeten en kunnen zien, maar ze hebben hun werk niet goed gedaan. Hoe kan dit? Wij vragen ons dit nog elke dag af. Hoe kan dit in vredesnaam? Naar onze mening waren het artsen met oogkleppen op en verpleegkundigen met tunnelvisie. Het is ons overkomen en toen was geen tijd meer om Mia te redden.
Heb elkaar lief!
Nu ik mijn kindje heb verloren kom ik in één klap in twee werelden terecht waar ik niet in wil zijn; een wereld waarin alles verder gaat, er vreugde, blijdschap en onwetendheid is. De andere wereld is de wereld van lotgenoten. Een wereld waar niemand in wil zitten, maar het je gewoonweg “overkomt”. Eén ding is zeker; elkaar liefhebben is het belangrijkste, in welke wereld je ook leeft.
HELENE