Toen mijn dochter belde met het verzoek of ik een weekje op Frankie kon passen, zei ik natuurlijk ja. Ze gingen met het gezin naar Zuid-Frankrijk en Frankie – de schildpad van mijn kleindochter Sofie – kon niet mee. “Hij moet gewoon z’n eten, z’n warmte en z’n rust,” zei mijn dochter, alsof ik dat niet wist. “Sofie maakt wel een lijstje.”
‘Elke ochtend checken of hij beweegt’
Nou, dat lijstje kwam er. In tweevoud zelfs. Eén hing ze met plakband op mijn keukenkastje, de ander lag netjes op het aanrecht. ‘Niet te veel eten’ ‘Niet optillen zonder toestemming.’ ‘Lampje aan om 10.00 uur. Lampje uit om 20.00 uur.’ ‘Elke ochtend checken of hij beweegt.’ ‘Elke dag even zachtjes tegen hem praten, dan blijft hij sociaal.’
Ik hield me keurig aan het lijstje
Ik lachte erom, maar ik vond het ook lief. Dat meisje houdt zielsveel van dat beestje. Frankie is haar beste vriend. Als ze verdrietig is, praat ze met hem. Als ze blij is, danst ze voor hem. En hij? Hij kijkt haar aan met die trage schildpadogen, alsof hij haar snapt. De eerste dagen ging alles prima. Ik hield me keurig aan het lijstje. Lampje aan, beetje kropsla, Frankie kijken. Hij deed weinig, maar ja, dat is een beetje zijn ding. Soms stak hij z’n kopje uit z’n schild. Soms kroop hij een paar centimeter. Soms deed hij letterlijk niets.
Maar op dag drie voelde het… anders.
Ik stond op, liep naar de bak, deed zoals elke ochtend het lampje aan, en riep zachtjes: “Frankie, goedemorgen jongen.” Geen beweging. Oké, niks geks, dacht ik nog. Na de koffie keek ik weer. Nog steeds niks. Ik tikte zachtjes tegen z’n schild. Geen reactie. Helemaal niks. Ik wilde niet meteen in paniek raken. Schildpadden zijn langzaam, misschien sliep hij gewoon diep. Dus ik gaf ‘m wat komkommer – ondanks het lijstje – en wachtte nog een uurtje. Maar het voelde niet goed. Tegen het eind van de ochtend belde ik de dierenarts, ik heb zelf namelijk nul verstand van schildpadden en wilde dat er even gekeken werd of hij nog in leven was. “Kom maar even langs,” zei ze. Ik pakte Frankie voorzichtig op, deed hem in een schoenendoos en reed erheen.
Hoe ga ik dit aan Sofie vertellen?
Na vijf minuten wist ik genoeg. “Hij is overleden,” zei de dierenarts zacht. Ik knikte, met tranen in m’n ogen. Niet eens zozeer om Frankie – ik bedoel, ik vond hem lief hoor, maar het was geen hond – maar om Sofie. Mijn lieve, gevoelige Sofie. Hoe moest ik haar dit vertellen? Ze zou over een paar dagen thuiskomen. Blij, bruin van de zon, vol verhalen. En dan zou ze horen dat haar beste vriend er niet meer was. Ik zag het al voor me: dikke tranen, nachten wakker, niet meer willen eten.
Ze zou het verschil niet merken
Ik sliep er een nachtje over. En de volgende ochtend wist ik het. Ik zou een nieuwe Frankie halen. Een klein, bruin schildpadje. Hetzelfde formaat. Dezelfde ogen. Dezelfde traagheid. Ze zou het verschil niet merken. En zo bleef haar verdriet bespaard. Ik ging naar de dierenwinkel in het volgende dorp. Daar zat-ie. Mijn redding. Frankie 2.0. Ik rekende af, zette hem thuis in dezelfde bak, gaf hem een plak komkommer en zette het lampje aan. Hij liep. Hij keek. Hij at. Alles zoals de oude Frankie.
“Oma?”, “Dit is Frankie niet!”
Vijf dagen later kwam het gezin thuis. Sofie rende als eerste naar binnen. “Frankieeeeee!” riep ze, en ik hield mijn adem in. Ze knielde bij de bak, keek vol bewondering. “Hé lieverd,” fluisterde ze, precies zoals ik het haar had horen doen. Ze aaide over z’n schild. “Ik heb je gemist.” Ik ontspande. Missie geslaagd. Maar toen. Een kwartier later. Sofie kwam de woonkamer in. Haar gezichtje strak, ogen vragend. “Oma?”,“Ja lief?”, “Dit is Frankie niet.” Ik schoot in de stress. “Hoe bedoel je?”
“Waar is mijn Frankie?”
“Frankie had een vlekje op z’n poot. En hij had een klein stukje van z’n schild dat niet helemaal rond was. Deze is glad. En hij kijkt ook anders. Waar is mijn Frankie?” Ik wilde liegen. Echt waar. Ik wilde zeggen dat hij gegroeid was. Of dat hij een schoonheidsbehandeling had gehad. Maar ik zag haar lip trillen. En ik kon het niet. Ik ging op mijn knieën zitten en nam haar handen vast.
“Hij was mijn beste vriend”
“Sofie,” zei ik zacht. “Frankie werd niet meer wakker.” Haar gezichtje brak. De tranen kwamen meteen. Grote, stille tranen. “Waarom heb je niks gezegd?” “Omdat ik je wilde beschermen. Omdat ik dacht dat het makkelijker zou zijn als je hem gewoon weer zag. Maar je kende hem te goed. Je hebt gelijk. Dit is Frankie niet.” Ze huilde. “Hij was mijn beste vriend.” Ik knikte. “Dat weet ik, lieverd. En hij was gelukkig bij jou. Heel gelukkig.” We hebben samen een plekje in de tuin gezocht. Daar hebben we een klein steentje gelegd met z’n naam erop. Frankie. Beste vriend van Sofie.
De nieuwe schildpad heet nu niet Frankie. Hij heet Flip. En elke ochtend zegt Sofie: “Goedemorgen Flip. Ik ben blij dat je er bent. Maar Frankie was de eerste.”
PAULA
wat een lief verhaal. Wij, ouders, hebben dat ooit met een konijn gedaan. Pas veel later hoorde we van mijn zoon, echt jaren later, dat hij gelijk door had dat snoetje dood was maar dat hij wist dat we het zo erg vonden. De ouders wilden het kind beschermen en het kind beschermde zijn ouders.
Totdat snoetje twee jaren later dood ging en hij vertelde dat het snoetje twee was. Uiteraard waren we geschokt en vertelden dat hij gelijk had. Hij vond het zo lief van ons en wij van hem.
Oma heeft het heel erg goed gedaan.
Als dit verhaal van een moeder zou komen is het naar mijn mening anders.
Maar dit is het verhaal van een liefhebbende oma.
Die toch echt haar best heeft gedaan, en er voor koos om wel eerlijk te zijn toen er vragen kwamen.
Ik weet niet hoe oud het meisje is waar het in het verhaal om gaat, maar ze heeft het naar mijn idee prima gedaan.
als oma zou ik het ook gedaan hebben, in de hoop dat het goed gaat.
ik vind het ook wel lief.
ik vind dat bericht waarin iemand het dom moet erg onbeschoft.
Ahh, echte liefde.
Dom hoor! Denk je werkelijk dat kinderen dat niet door hebben!? De dood hoort bij het leven, hoe hard het ook is. Kinderen worden werkelijk overal voor behoed. Ook voor de waarheid.
Misschien dom maar wel heel erg lief van deze oma. Ze probeerde haar kleindochter verdriet te besparen. misschien dom maar wel heel lief en dat is van jou reactie niet te zeggen…..
Ben je ook een oma Erika? Als ja, dan besef je ook dat niet alles rationeel moet bekeken worden maar ook emotioneel. Je wil je kleinkinderen geen pijn doen, in tegendeel… en dan probeer je een alternatief te zoeken, niet uit domheid maar uit beschermde liefde.
Wat een botte, nare reactie op een bericht van een oma met een heel groot hart.
Jij moet nog veel leren in je leven wil je ooit zo’n groot, lief hart gan bezitten.