Het geheim ontrafeld: Zo eet je kind ineens wél die groente op en het is simpeler dan je denkt

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen

Je kent het wel. Je staat in de keuken, zwetend boven een dampende pan broccoli, vol goede moed dat je kind het vandaag misschien wél eet. Je hebt het gestoomd, gegrild, in dinosaurusvorm gesneden en zelfs ‘broccolipizza’ genoemd. En toch. Die blik. Die blik van: “Wat heb je me aangedaan, mam?” Maar er is hoop. En het komt niet uit een potje of uit de Airfryer. Het komt uit… een sprookje. Ja écht.

De magie van het verhaal

Volgens een nieuwe studie onder leiding van psycholoog Werner Sommer van de Humboldt Universiteit in Berlijn, kunnen simpele verhalen over groenten en fruit jonge kinderen daadwerkelijk beïnvloeden om gezonder te eten. En niet zomaar een beetje: kinderen die een sprookjesachtig verhaal hoorden waarin groenten magische krachten hadden, grepen drie weken lang (!) eerder naar een wortel dan naar een koekje. Drie weken! Dat is in peutertijd ongeveer een eeuw. Dus in plaats van “Eet nou maar gewoon die wortels, het is gezond”, zeg je voortaan: “Deze wortels zijn betoverd door de regenboogheks en geven je supersprong-krachten.”

Wat deden de onderzoekers precies?

De opzet was verrassend simpel. Twee groepen kinderen van 4 tot 6 jaar kregen een verhaaltje te horen:

Groep 1 hoorde een verhaal waarin groenten en fruit magische krachten hadden. (Denk: een wortel die je supersnel laat rennen of spinazie waarmee je kunt vliegen)
Groep 2 hoorde een neutraal verhaal zonder eten erin.

Daarna kregen alle kinderen snacks voorgeschoteld: snoep, koek, óf fruit en groente. En jawel, de kinderen uit de sprookjesgroep grepen veel vaker naar de gezonde opties. Zelfs drie weken later! En nee, de onderzoekers hadden geen fopgroenten gebruikt of kinderen omgekocht met iPads. Enkel een verhaal, en mét resultaat.

Waarom werkt dit?

Kinderen zijn niet rationeel. Ze geloven dat hun knuffel verdrietig is als hij niet mee mag in de auto. Ze zijn, kortom, dol op fantasie. Door groenten en fruit in hun belevingswereld te trekken – door ze spannend, magisch en cool te maken – verander je hun motivatie. Niet “ik móet gezond eten”, maar “ik wíl deze superkrachtgroente eten.” Slim hè?

Hoe pak je dat thuis aan?

Geen zorgen, je hoeft geen tweede J.K. Rowling te worden. Met een beetje fantasie kom je al een heel eind. Hier wat tips:

Maak van broccoli een boomhutstad:
“Elke keer als je broccoli eet, groeit jouw eigen geheime boomhut hoger!”
Geef groenten superkrachten:
“Wortels geven je nachtzicht, zodat je in het donker kunt sluipen als een ninja.”
Vertel verhalen tijdens het eten:
“Wist je dat de prinses van Groenteland elke dag sperziebonen eet om haar toverkracht te behouden?”
Maak de kinderen zelf de held:
“Jij bent de enige die met je paprika-schilpower de gemene suikermonsters kan verslaan!”

Klinkt gek? Misschien. Werkt het? Blijkbaar dus wel.

Nog wat praktische tovertrucs

1. Gebruik kleuren
Vertel dat elke kleur een andere kracht heeft: oranje (wortels) voor snelheid, groen (boontjes) voor kracht, rood (tomaten) voor moed, geel (maïs) voor blijdschap.

2. Laat ze meedenken
Vraag je kind om zelf een superkracht voor een groente te bedenken.
“Wat denk jij dat aubergine voor kracht geeft?”

3. Werk met beloningen
Niet: “Als je je wortels opeet, krijg je een toetje.”
Wel: “Eens kijken hoeveel missies jij vanavond haalt met je regenboogkrachtschotel!”

4. Blijf verhalen herhalen
Net zoals Disney-films die je honderd keer moet kijken: herhaling werkt. Blijf dezelfde verhalen vertellen totdat het normaal wordt.

En wat als het niet werkt?

Kijk, geen enkele toverspreuk werkt bij iedereen. Sommige kinderen zijn gewoon taai. Misschien rolt jouw kind met zijn ogen en zegt: “Ik wil geen regenboogkracht. Ik wil patat.” Dat is oké. Het belangrijkste is: je zaait het idee. Misschien kiezen ze niet morgen voor de paprika, maar over drie weken wél.