Blog- en vlogmagazine voor èchte ouders

Mijn VerhaalOuder​verhalen

Babet: “Dilara is wel erg vaak ziek, er klopt iets niet”, zei de huisarts, hadden ze het nou echt door?, ik brak”

R
Door Redactie
22 mei 2025 5 min lezen 4 reacties
Ad

Ik weet nog precies hoe het begon. Dilara had buikpijn. Niks bijzonders, dacht ik toen. Kinderen hebben wel vaker wat. Maar toen ze begon overgeven en slapjes werd, voelde ik het meteen: dit is serieus. De huisarts stuurde ons door naar het ziekenhuis. Norovirus, zeiden ze daar. Uitgedroogd. Ze moest blijven en ik bleef bij haar. Voor het eerst in jaren voelde ik me gezien. Verpleegkundigen die vroegen: “Gaat het wel met u?” Artsen die naast míj kwamen zitten. Moeders van klasgenootjes die appjes stuurden. “Wil je dat ik eten langsbreng?”, “Kom maar langs als je wilt praten.” Ik wist niet wat me overkwam.

Ik voelde me nooit gezien

Mijn hele leven was ik degene die niemand zag. Als kind niet. Als tiener niet. En toen ik op mijn twintigste Dilara kreeg, was ik helemaal alleen. Geen vriend, geen familie die kwam oppassen, geen buurvrouw die eens een pan soep bracht. Alleen ik en mijn meisje. Tot toen. Ineens stond iedereen voor me klaar. Na het ziekenhuis ging het langzaam beter. Dilara herstelde. Maar diep vanbinnen… voelde ik iets vreemds. Een leegte. De aandacht droogde op. De appjes bleven uit. De kaartjes stopten. Iedereen ging weer verder met zijn leven. En ik? Ik bleef achter, zoals altijd.

“Als er weer iets is, komt iedereen terug”

Toen kwam het idee. Niet in één keer. Het sloop erin. Een vage gedachte, een fluistering in mijn hoofd. “Als er weer iets is, komt iedereen terug.” De eerste keer verdraaide ik een beetje. Dilara had keelpijn. Ik maakte er meer van bij de huisarts. Ze kreeg antibiotica. Ik hield haar dagen thuis. En ja hoor: de appjes kwamen weer. “Sterkte!” “Kan ik iets voor jullie doen?” “Wil je langskomen voor koffie?” Ik voelde me belangrijk. Nodig. Voor het eerst sinds… ooit.

“Hoe hou jij je toch staande?”

Het ging van kwaad tot erger. Dilara viel af. Of beter gezegd: ik liet haar maaltijden overslaan. Niet veel. Gewoon subtiel. Kleine beetjes. Zodat ze flauw werd op school. Zodat de juf belde. Zodat de wereld zich weer om mij en mijn dochter vouwde. De aandacht was verslavend. Ik kreeg energie van elk appje. Elk telefoontje. Elke keer dat iemand vroeg: “Hoe hou jij je toch staande?” Ik leefde ervoor. Alles draaide om die momenten. En Dilara? Ze had geen idee. Ze was een lief, meegaand meisje. Ze luisterde als ik zei dat ze zich niet lekker voelde. Ze geloofde me als ik zei dat ze beter niet kon eten omdat haar buik ‘nog niet sterk genoeg’ was. Ze vertrouwde op haar moeder.

Iedereen vond Dilara ‘zo’n pechvogel’ en mij een voorbeeld

Het werd erger. Ik begon middeltjes te geven. Niet gevaarlijk, dacht ik. Gewoon een beetje laxeermiddel, een paar druppeltjes. Dan kreeg ze buikpijn. Dan kreeg ze koorts. Dan gingen we weer naar de dokter. Of naar het ziekenhuis. Altijd weer die bezorgde blikken. Altijd weer iemand die zei: “Wat ben jij een sterke moeder.” Drie jaar lang speelde ik dit spel. Niemand die iets merkte. Iedereen vond Dilara ‘zo’n pechvogel’. Iedereen vond mij een voorbeeld.

“We maken ons zorgen”

Tot er iets veranderde. Een nieuwe huisarts, een jonge vrouw. Die keek anders. Die stelde andere vragen. Die vroeg niet alleen naar Dilara’s klachten, maar ook naar haar eetpatroon. Naar haar stemming en naar mij. Ik voelde me bekeken. En toen…werd ik op een dag gebeld. Ze wilden een gesprek. In het ziekenhuis. Een maatschappelijk werker erbij. Mijn hart bonsde in mijn borst toen ik daar zat. Dilara naast me. De arts tegenover me. “We maken ons zorgen,” zei ze. “Dilara is wel erg vaak ziek. En sommige dingen kloppen niet helemaal.” Ik stamelde “Ik doe alles voor haar. Ik offer alles op.” Maar ze prikten erdoorheen en ik brak. Diezelfde week werd ik uit de zorg voor Dilara gehaald. Zij ging naar een crisisopvang en ik naar de psychiatrische afdeling. Alles kwam boven tafel. Munchhausen by proxy, noemden ze het. Ik had er nog nooit van gehoord, maar ik ben de huisarts nog altijd dankbaar dat ze het zag.

Ik kan mezelf nooit vergeven

Nu, vier jaar later, ben ik nog onder behandeling. Gesprekken, therapie en medicatie. Ik leer mezelf onder ogen zien. Ik leer te begrijpen waarom ik deed wat ik deed. Maar vergeven? Dat kan ik mezelf nooit. Dilara woont nu bij een pleeggezin. Ze ziet me soms, onder begeleiding. Ze lacht beleefd. Maar ik zie het in haar ogen. Het vertrouwen is weg. Misschien voor altijd. En dat is mijn straf.

Wat ik anderen wil meegeven

Voel je dat er iets niet klopt bij een kind? Zie je signalen die niet normaal zijn? Trek aan de bel. Ook als je twijfelt. Ook als je denkt: ach, het zal wel. Want kinderen zoals Dilara kunnen zichzelf niet beschermen.

BABET

Ad

Reacties (4)

Deel je ervaringen en steun andere ouders die met vergelijkbare situaties te maken hebben.

Reactie plaatsen

Ad
A
Anoniem
23 mei 2025

Heb hier ooit een paar boeken over gelezen vanuit het kind. Heel bijzonder dat je dit als moeder deelt! Het laat ook zien dat je je fouten inziet en er aan wilt werken. Triest dat het zo is gelopen, maar goed dat jullie hulp hebben gekregen en het patroon is doorbroken. Hopelijk wordt het contact met je dochter nog wat beter.

K
Kris
22 mei 2025

Wat een kracht om dit te delen want er is vaak zoveel negatieve veroordelingen rond deze diagnose. Het is een verschrikkelijke ziekte en nu lees je het een keer van de andere kant. Ik snap dat het vertrouwen weg is maat ik hoop echt dat het weer hersteld kan worden met hulp.

A
Anita
22 mei 2025

Wat ontzettend dapper dat je dit gedeeld hebt. Ik hoop dat het andere mensen kan helpen. Wel jammer dat je dochter nu bij je weg is, als ze alles is wat je hebt. Hopelijk zijn er nog mogelijkheden.

J
Jessica
22 mei 2025

zeker dapper en ook fijn om te lezen waarom moeders dit doen. je doet het niet expres maar het is echt een mentale rotziekte. die je ouders ook niet toewenst