Wetenschap onthult: Broers en zussen verschillen net zoveel als vreemden, en dit is waarom

| , ,


Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen

Ze hebben allebei in dezelfde buik gezeten. Je hebt ze grootgebracht met dezelfde regels, dezelfde liefde, dezelfde het is hier geen hotel-preekjes. En toch… lijken ze soms net twee bewoners van verschillende planeten. De één poetst vrijwillig zijn tanden voordat je ‘t woord überhaupt uitgesproken hebt. De ander moet je onder lichte dwang, vijf dreigementen en een halve beloningstaart richting de badkamer krijgen. Herkenbaar? Goed nieuws: het ligt niet aan jou. Sterker nog: de wetenschap geeft je officieel vrijstelling van moederlijke schuldgevoelens. Uit onderzoek blijkt namelijk dat broers en zussen qua persoonlijkheid net zo van elkaar kunnen verschillen als twee willekeurige vreemden. Ja, écht.

Zelfde huis, ander universum

Volgens wetenschappers, onder andere van het Minnesota Center for Twin and Family Research en gepubliceerd in Behavioral Genetics, blijkt dat kinderen uit één gezin – die dus dezelfde ouders hebben, dezelfde opvoeding krijgen, dezelfde kat moeten delen – alsnog net zo verschillend kunnen zijn als een baksteen en een marshmallow. Dat komt doordat gedeelde genetica en dezelfde opvoedingsstijl maar een klein stukje van de persoonlijkheid bepalen. De echte grote invloed? Die zit ‘m in unieke ervaringen die ze zelf opdoen. En geloof ons: kinderen maken veel unieke dingen mee. Vooral ook dingen waarvan jij als moeder lekker níks weet.

Genen zijn geen garantie

Dat broers en zussen genetisch verwant zijn (gemiddeld zo’n 50%) lijkt in theorie te betekenen dat ze ook veel op elkaar zouden lijken. Toch is dat niet hoe het werkt. Er zijn ontzettend veel genen betrokken bij persoonlijkheidsontwikkeling. Plus: genen kunnen aan- en uitgaan afhankelijk van dingen als stress, geluk, schoolervaringen, vrienden of die keer dat ze van de schommel vielen op het schoolplein en besloten ‘nooit meer iemand te vertrouwen’. Kortom: je geeft ze allemaal dezelfde puzzelstukjes mee, maar de manier waarop ze die in elkaar zetten? Volledig anders.

Waarom lijken sommige broers en zussen dan wél op elkaar?

Sommige gezinnen zijn nu boos aan het meeknikken: “Maar mijn kinderen zijn wél een eeneiige tweeling qua gedrag!” Dat kán. Toeval speelt natuurlijk ook een rol. Sommige kinderen kiezen toevallig dezelfde hobby’s, maken dezelfde vrienden, krijgen dezelfde leraren die hen op dezelfde manier beïnvloeden. Maar gemiddeld? Zijn broers en zussen dus net zo verschillend als twee mensen die elkaar tegenkomen in de rij van de kassa.

Niet-gedeelde omgeving: de geheime saboteur

Wetenschappers gebruiken de term ‘niet-gedeelde omgeving’ om uit te leggen waarom kinderen zo verschillen. Denk aan:

  • Verschillende vriendengroepen
  • Andere sportteams (de coach van voetbal is een bullebak, de balletjuf is een zonnestraaltje)
  • Verschillende ervaringen met leraren
  • Eigen hobby’s en interesses
  • Andere manier waarop ouders (onbewust) omgaan met kinderen (ja echt, sorry – bij de oudste was je superstreng, bij de jongste dacht je ach laat ook maar)

Zelfs binnen hetzelfde gezin kunnen kinderen compleet andere herinneringen hebben aan dezelfde vakantie. Waar jij nog denkt dat de vakantie naar Frankrijk eindelijk quality time was, herinnert de ene zich vooral de huilbuien in de auto en de ander de croissants bij het ontbijtbuffet.

Dus… wat betekent dit voor jou als ouder?

  • Je hoeft jezelf geen schuldgevoel aan te praten als je kinderen totaal andere types zijn.
  • Je hoeft niet eindeloos te puzzelen waarom de één altijd zijn huiswerk doet en de ander zijn boeken als onderzetters gebruikt.
  • Je mag het lekker loslaten dat je kinderen alles hetzelfde moeten doen of willen. Verschil is normaal. Sterker nog: het ís de norm.

Je kunt opvoeden tot je erbij neervalt (en ja, dat doen we allemaal), maar uiteindelijk zijn je kinderen unieke individuen die hun eigen pad gaan. Ook als dat pad vol lego, drama en driedubbele schommelsprongen zit.

Maar wacht even… heeft opvoeden dan helemaal geen zin?

Natuurlijk wel! Jij legt de basis. Je leert ze normen en waarden, je geeft ze liefde en grenzen (en soms ijsjes als omkooppoging). Je zorgt dat ze weten wat ‘respect’ is en ‘sorry zeggen’ en ‘nee betekent nee’. Maar of ze dat gaan combineren met een extraverte levenshouding, een megacontrollerige planningstik of een relaxte we zien wel-attitude? Dat bepalen ze zelf, samen met hun ervaringen buiten het ouderlijk huis. Zie opvoeden als tuinieren: jij plant de zaadjes, je geeft water, je zorgt voor zonlicht. Maar of het uiteindelijk een cactus, een roos of een springbalsemien wordt, hangt van veel meer af dan alleen jouw gieter.

Even praktisch: wat kun je hiermee?

  • Vergelijk je kinderen niet: Ze zijn geen kopieën. Ze zijn eigen mensen. Geef ze de ruimte om zichzelf te zijn, ook als dat totaal anders is dan jij ooit had gedacht (of gehoopt, toegegeven).
  • Pas je aanpak aan: Wat bij de ene werkt (strenge regels), werkt bij de ander misschien averechts. Flexibiliteit is key.
  • Vier de verschillen: Hoe irritant het soms ook kan zijn, het maakt het gezinsleven ook rijk en dynamisch. (En ja, soms ook lawaaierig.)
  • En onthoud: Opvoeden is niet programmeren. Je bent niet aan het instellen dat ze allemaal als perfecte, brave kindjes de deur uitrollen. Je begeleidt ze naar wie ze zelf willen worden. En dat is vaak verrassender – en mooier – dan je ooit had kunnen plannen.

Samenvattend: ze zijn wie ze zijn

Dus als je straks weer in de woonkamer zit, en de ene zit vredig te kleuren terwijl de ander met de lego-helikopter door de kamer vliegt, denk dan: “Same house, different planets.” En stiekem is dat misschien wel het allermooiste cadeau dat je als moeder kunt krijgen: twee (of meer) compleet unieke versies van de liefde die jij ze gegeven hebt.


Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen

Plaats een reactie