Tanja: “Ik keek naar mijn zoon: ‘Zei de juf dit echt tegen je?’, zo’n stellige uitspraak was onvergefelijk, ik was zo boos”

| ,

Ik stond in de keuken, met mijn hoofd half bij het avondeten

Vigo kwam binnen met zijn rugzak op één schouder en zijn capuchon nog op. Zijn wangen waren rood van het fietsen, zijn energie zoals altijd net iets te veel voor de ruimte waarin hij zich bevond. “Hoe was het op school?” vroeg ik, terwijl ik de oven voorverwarmde. “Ging wel,” zei hij, terwijl hij zijn jas op een keukenstoel gooide. “Behalve dat ik volgens juf een dubbeltje ben.” Ik keek hem strak aan. Hij haalde zijn schouders op, trok de koelkast open. “Ze zei dat ik een dubbeltje ben. En dat ik nooit een kwartje zal worden.” Ik kreeg een error. “Dat zei ze echt zo?” Vigo keek me aan, trok een pak chocomelk uit de koelkast alsof het gesprek niet net veranderd was in iets messcherps. “Ja,” zei hij. “Maar ik snap het ook niet echt. Wat bedoelt ze daar eigenlijk mee?” Wat ontzettend verdrietig. Ik kon dit niet aan mijn zoon uitleggen. Dat wilde ik niet.

Ik weet nog dat ik op dat moment gewoon stil bleef staan

Freeze. Ik hoorde Demi op de achtergrond in de box mompelen, ik rook het schoonmaakmiddel dat ik die ochtend had gebruikt op het aanrecht. Maar alles trok weg naar de achtergrond. Alleen die zin bleef hangen. Een dubbeltje dat nooit een kwartje wordt. Een uitspraak die je als volwassene nog jarenlang kunt voelen. Laat staan een jongen van tien. Vigo zat in groep 7. “Zei ze dat écht, Vigo?” vroeg ik. “Of was het een grapje? Of zei ze het misschien op een andere manier?” Hij keek me aan. Niet triomfantelijk. Niet uit op drama. Hij keek gewoon… oprecht. “Ze zei het. Omdat ik weer grapjes maakte in de les. Ze zei: ‘Jij bent een dubbeltje en je zult ook nooit een kwartje worden”

Vigo is een kind dat met zijn aanwezigheid een ruimte vult

Niet door te schreeuwen, maar door te bewegen, te lachen, te doen. Hij is de clown van de klas, dat weet ik. Altijd op zoek naar een reactie, naar contact. Hij is snel, verbaal, grappig op een manier die je niet kunt aanleren. Zijn schoolresultaten zijn gemiddeld. Niet hoog, niet laag. Hij hangt ertussenin. Geen zorgenkind, maar ook geen modelleerling. En dat is prima. Althans, dat vond ik. Tot deze opmerking viel.

Wat bedoelde ze?

Die avond praatte ik er met mijn man over. Hij is rustiger dan ik. Altijd geweest. Maar ook hij fronste zijn wenkbrauwen. “Je zegt zoiets niet tegen een kind,” zei hij. “Dat verzin je niet. Dat moet ze echt gezegd hebben.” Ik dacht hetzelfde. Dat gezegde – een dubbeltje dat nooit een kwartje wordt – dat bedenkt een kind van tien niet zomaar. Zeker Vigo niet. Die verzint zelf zijn grappen, niet dit soort oude volkswijsheden. En hoe langer ik erover nadacht, hoe bozer ik werd. Want wat betekent dat, zo’n uitspraak? Dat je vastligt. Dat je niet beter wordt dan je bent. Dat je plek op de ladder bepaald is. Dat ambitie zinloos is. Dat je als kind van nu al afgeschreven bent. En erger: het werd uitgesproken door iemand die in principe een van zijn grootste rolmodellen is. Zijn juf. Degene die hem ziet, die hem zou moeten aanmoedigen, uitdagen, begrenzen waar nodig, maar nooit klein maken. Het was duidelijk: deze juf was niet capabel om een voorbeeld te zijn.

Ik liep al een halve week met de zin in mijn hoofd voordat ik besloot iets te doen

Ik schreef geen woedende mail. Geen Facebookpost vol verontwaardiging. Ik wilde het weten. De context. De toon. Het waarom. Misschien was het een vreselijke miscommunicatie. Misschien had ze het bedoeld als waarschuwing, als spiegel. Maar wat ik vooral voelde, was strijd. Want wat als ik die juf de wind van voren gaf, en ze Vigo er later op afrekende? Wat als hij het lastig zou krijgen door mijn actie? Tegelijkertijd dacht ik: Wat leert hij als ik nu niks doe? Dat volwassenen maar mogen zeggen wat ze willen? Dat woorden geen consequenties hebben? Ik maakte een afspraak. Kort en beleefd. “Ik wil even praten over een uitspraak die mijn zoon heeft opgevangen. Hopelijk kunt u daar iets over zeggen.” De juf – laten we haar juf Ellen noemen – mailde keurig terug dat ze tijd had na school op vrijdag. In haar lokaal.

Ik had die dag een knoop in mijn buik

Niet vanwege confrontatie, ik ben niet bang voor een gesprek. Maar omdat het om mijn kind ging. Zijn beleving. Zijn toekomst. Zijn zelfbeeld. Vigo wist dat ik ging praten met zijn juf. Hij keek me schuin aan toen ik mijn jas pakte. “Ga je boos worden?”. Lastig. “Dat weet ik nog niet,” zei ik eerlijk. “Ik ga vooral luisteren.” “Het hoeft niet hoor,” zei hij toen. “Ik vond het gewoon stom. Maar ik ben het alweer vergeten.” Maar dat was hij niet. Dat wist ik. En ik al helemaal niet!

De deur stond op een kier

Toen ik bij het lokaal aankwam, zat juf Ellen achter haar bureau. De stoelen stonden recht, alles netjes. Ze stond op, gaf me een hand. “Kom binnen.” En ik dacht: dit wordt het moment. Misschien moest ik het zelfs wel hoger opzoeken hierna. Ik wilde dat er consequenties aan zaten voor Ellen. Ze kon dit niet ongestraft zeggen tegen kinderen!

LEES HIER HET VERVOLG

TANJA

7 gedachten over “Tanja: “Ik keek naar mijn zoon: ‘Zei de juf dit echt tegen je?’, zo’n stellige uitspraak was onvergefelijk, ik was zo boos””

  1. Volgens mijn docent Duits op de havo, zou ik nog niet eens toiletjes kunnen worden bij de V&D. Voor mij een reden om te laten zien dat dit niet zo was. Ik heb er niets aan overgehouden… Door deze reactie van moeder wordt het erger gemaakt dan het is. Curlingiuder…

    Beantwoorden
  2. Een leerkracht op het VMBO van mijn man zei vroeger eens tegen hem dat er niets van hem terecht zou komen. omdat hij stilletjes, en terug getrokken was. Hij werd al jaren verschrikkelijk gepest en toen kreeg hij dat ook nog eens te horen van zijn leerkracht. keiharde woorden voor een onzeker jochie van 14. Het is hem lang bijgebleven maar hij heeft wel het tegendeel bewezen. Sommige mensen zijn niet geschikt voor het onderwijs.

    Beantwoorden
  3. Wat apart. Zowel de opmerking als jouw wens tot consequenties. Want enerzijds weet je dus nog totaal niets van de context, van de toon, van de reden waarom ze het gezegd heeft – ‘misschien was het een vreselijke miscommunicatie, misschien had ze het bedoeld als waarschuwing, als spiegel’. En anderzijds wil je vóór het gesprek al dat er consequenties zullen volgen voor juf ‘Ellen’. Terwijl je dus alle relevante informatie nog niet hebt… Dat noem ik voorbarig, prematuur.

    Beantwoorden

Plaats een reactie