Estee: “‘als iemand naar haar vader vraagt zeg ik: ‘Die is én was er niet’, hij heeft me zo laten zitten, en dat heeft mij dit rigoreuze besluit laten nemen”

| ,

Ik was nog geen dertig toen ik voor het eerst écht alleen wakker werd met een baby in huis

Niet alleen in de zin van “ik red het wel zonder hem”, maar écht alleen. Geen partner in de andere kamer. Geen vaderfiguur die ’s nachts even oplette. Alleen ik. En Djiva. Mijn dochter van toen nog geen negen maanden. De luiers, de flesjes, de nachten. Alles kwam op mij neer. En de naam die op haar geboortekaartje stond – zijn naam – begon langzaam te jeuken als een etiket dat je niet van je huid af krijgt.

Ik kende hem net iets meer dan een jaar toen ik zwanger raakte

Ik wist ergens wel dat het geen match was voor het leven. Hij had losse handjes in zijn verantwoordelijkheden. Werken hield hij nooit lang vol. Altijd ‘gedoe met de baas’. Altijd ‘ze begrijpen me niet’. Hij was charmant, dat zeker. Kon je met woorden inpakken. En ja, ik was ook jong, verliefd, blind. Toen ik hem vertelde dat ik zwanger was, keek hij me aan alsof ik hem een schuld had aangepraat.

Hij zei: “Ben je zeker dat het van mij is?”

Ik had op dat moment al moeten opstaan, mijn spullen pakken, en nooit meer terugkomen. Maar ik bleef. Zoals zoveel vrouwen blijven. Omdat je wíl dat het werkt. Omdat je hoopt dat er iets wakker wordt in hem, iets vaderschapsachtigs. Maar dat gebeurde niet. Natuurlijk niet. Hij kwam niet mee naar de echo’s. Niet naar de controles. Niet naar de zwangerschapscursus die ik alleen deed – tussen stelletjes met dikke buiken en handen op ruggen. Ik zei dat hij het druk had. Of dat hij zich niet lekker voelde. Mijn moeder wist wel beter. Die zei niets. Maar ze keek. En ze was er. Altijd.

De enige keer dat hij wél mee ging, was bij een 3D-echo

Die vond hij ‘vet’. Toen we thuis waren, zei hij: “Je moet haar wel mijn achternaam geven. Dat hoort gewoon.” Ik had kunnen weigeren. Maar ik was zwanger. Kwetsbaar. En ergens dacht ik nog: misschien helpt het. Misschien geeft het hem verantwoordelijkheid. Dus ik stemde toe. Hij was erbij toen Djiva werd geboren. Maar niet echt. Hij zat op zijn telefoon tijdens de weeën. Vroeg of ik muziek wilde aanzetten. Ging roken toen ik op acht centimeter zat. Zakkewasser.

Toen ze er eenmaal was, keek hij met een mengeling van verbazing en paniek

“Wat moet ik doen?” vroeg hij. Ik zei: “Vader zijn.” Maar dat was nooit zijn plan geweest. In de kraamweek sliep hij nauwelijks thuis. Hij zei dat hij niet tegen het gehuil kon. Ik was op dat moment te moe om te vechten. Hij kwam soms langs, nam een fles aan, maakte een selfie met haar. “Daddy time 💕” stond erbij. Hij zat te pronken, terwijl hij niets deed. Ik stond dan achter de camera met melk op mijn trui en wallen tot aan mijn kin. Ik deed al het echte werk.

Toen Djiva zes maanden was, stopte hij met reageren

Het kwam toch zo plotseling. Appjes bleven op één vinkje. Geen ‘hoe gaat het met haar?’, geen ‘wanneer kan ik komen?’ En ik besloot: ik ga hem niet meer achterna. Als hij haar wil zien, zoekt hij maar contact. Maar ik ga mijn dochter niet telkens uitleggen waarom haar vader weer niet komt. Djiva groeide op. Zonder hem. Geen verjaardagen. Geen kaartjes. Geen enkel teken van leven. Ze vroeg niet naar hem. Ze kende hem niet. Voor haar was ik genoeg. Ze had ook mijn moeder, en tante Noor. Iedereen was er, behalve hij.

Tot ze ineens haar eigen naam begon te oefenen

Ze was toen op kleuterleeftijd. “Djiva M.” zei ze trots tegen de buurvrouw. “Ik heet Djiva M.” En mijn maag draaide zich om. Want die ‘M’, dat was zijn achternaam. En ze droeg hem alsof het iets moois was. Iets trots. En ik dacht: nee. Nee. Dat ben jij niet. Dat is hij niet waard. Ik ging zitten met mijn moeder. “Ik wil haar naam veranderen,” zei ik. Ze keek me aan. Lang. En zei toen: “Dat wordt een traject.”

En dat werd het

In Nederland kun je de achternaam van een kind alleen veranderen via Justis, een onderdeel van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Als de andere ouder het gezag heeft, is zijn toestemming verplicht. En ja, hij had mede het gezag. Iets waar ik destijds, in de roes van een pasgeboren baby, nooit bij had stilgestaan. Maar wat als die ouder onvindbaar is? Of niet reageert? Dan mag je de rechter vragen om zijn toestemming te vervangen. Daarvoor moet je aantonen dat het in het belang van het kind is. Dat de andere ouder echt afwezig is, structureel. Geen contact, geen bijdrage, geen betrokkenheid.

Ik verzamelde alles

Mijn advocaat hielp me. Appgeschiedenissen. Screenshots van ongelezen berichten. Bewijzen dat ik alleen voor Djiva zorgde. Financiële overzichten. Foto’s. Alles. Het voelde vernederend. Alsof ik moest bewijzen dat ik een alleenstaande moeder was, terwijl dat allang zichtbaar was in iedere luier, iedere peuterdag, ieder slapeloze nacht. De zitting was kort. Hij was niet op komen dagen. Er was niemand namens hem. De rechter keek naar het dossier. Keek naar mij. En vroeg: “Waarom wilt u deze naamwijziging nu?” Ik zei: “Omdat zij nooit door hem gezien is. Omdat zij nu haar naam met trots zegt, en niet weet wie die man is. Omdat ze mijn dochter is, en dat mag ze dragen.”

De rechter knikte

Twee weken later lag de brief op de mat. “Het verzoek tot naamswijziging wordt toegewezen.” Ik huilde. Djiva zat op het vloerkleed te spelen. Ze keek op. “Gaat het goed, mama?” Ik knikte. “Je heet nu echt zoals je bent.” Ze begreep het niet. Natuurlijk niet. Maar ik wist: ooit vertel ik haar dit. Hoe ik haar naam heb teruggehaald. En als mensen nu vragen naar haar vader, zeg ik: “Die was er niet. En dat zegt genoeg.” Gewoon: klaar.

ESTEE

1 gedachte over “Estee: “‘als iemand naar haar vader vraagt zeg ik: ‘Die is én was er niet’, hij heeft me zo laten zitten, en dat heeft mij dit rigoreuze besluit laten nemen””

  1. Goed dat je dit traject aangegaan bent en fijn dat het gelukt is. Hopelijk tot nooit meer ziens.

    Ik ben niet bekend met het begrip ‘losse handjes in zijn verantwoordelijkheden’, wel ‘losse handjes’, maar dat betekent fysiek geweld – uit de context haal ik dat het hier een heel andere betekenis moet hebben. Waar komt de door de geïnterviewde gebruikte uitdrukking vandaan?

    Beantwoorden

Plaats een reactie