
Heleen: “Ons hele gezin spijbelt één keer per jaar en dit is waarom”
Ik weet niet precies wanneer we ermee begonnen zijn, maar inmiddels is het een vast ritueel in ons gezin: de jaarlijkse pyjamadag. Een dag waarop Willem en ik unaniem besluiten dat we even niet meedoen aan het gehaaste leven. De schoolbel rinkelt zonder onze kinderen, de werkmails blijven onbeantwoord, en de wereld draait gewoon even zonder ons.
‘Goedemorgen, ik wil mijn kinderen vandaag ziekmelden’
Het begint altijd met een geheimzinnig telefoontje. ‘Goedemorgen, ik wil mijn kinderen vandaag ziekmelden. Ja, alle drie. Vreselijk hoesten, koorts, misselijk…’ Ik overdrijf een beetje, want het moet wel geloofwaardig klinken. Willem doet hetzelfde bij zijn werk. Dan zet hij zijn telefoon uit en trek ik de gordijnen dicht.
‘Ik ben zó zwak, papa, ik moet de hele dag film kijken’
‘Yes!’ gilt Noor, onze oudste dochter, terwijl ze van de trap rent in haar knalroze pyjama. ‘Het is pyjamadag!’ Lisa en Bram, onze jongsten, springen achter haar aan. ‘We zijn ziek,’ fluistert Lisa samenzweerderig, waarna ze dramatisch in Willem’s armen valt. ‘Ik ben zó zwak, papa, ik moet de hele dag film kijken.’ Anderen zullen dit misschien afkeuren, maar voor ons is dit het een dag spijbelen echt waard. Die dag school halen ze wel weer in, maar deze dagen zullen hen nog lang bij blijven. Ons geheimpje. En het voordeel is, dat ze minder vaak mopperen dat ze weer naar school moeten of doen alsof ze ziek zijn, omdat we dit eens per jaar toelaten.
Normaal zou ik zoiets afkeuren, maar op pyjamadag gelden andere regels
De regel is simpel: we komen het huis niet uit. Geen schoenen aan, geen jassen, en al helemaal geen haast. Heerlijk! De ontbijttafel wordt bedolven onder pannenkoeken, croissantjes en chocolademelk met slagroom. Niks is te gek. ‘Mam, mag ik hagelslag op mijn pannenkoek én stroop?’ vraagt Bram hoopvol. Normaal zou ik zoiets afkeuren, maar op pyjamadag gelden andere regels. ‘Doe maar,’ zeg ik grijnzend. Morgen letten we wel weer beter op, maar vandaag staat in het teken van genieten en dingen doen die eigenlijk niet mogen.
‘Dit is mijn lievelingsdag van het jaar’
Daarna nestelen we ons op de bank met dekens en kussens. De eerste film wordt gekozen: een Disneyklassieker, want daar zijn we het snelst over eens. Lisa leunt tegen mij aan met haar hoofd op mijn schouder. ‘Dit is mijn lievelingsdag van het jaar,’ mompelt ze. Mijn hart smelt. ‘De mijne ook lieverd.’
‘Kolonisten of Mario Kart?’
Tussen de films door spelen we spelletjes. ‘Kolonisten of Mario Kart?’ vraagt Willem. ‘Mario Kart!’ roept Noor zonder aarzelen. Bram springt op. ‘Ik ga winnen!’ De controllergevechten beginnen. Willem en ik kijken elkaar lachend aan. We weten hoe dit eindigt: een hoop vals spelen, geschreeuw over oneerlijke boosts en Bram die uiteindelijk gefrustreerd een kussen naar het scherm gooit. Maar vooruit, Mario Kart wordt aangeslingerd.
Hutten van dekens en tenten van lakens
De middag is voor bouwen: hutten van dekens, tenten van lakens, een complete blokkentoren die Bram stiekem omver trapt wanneer Lisa even niet kijkt. De woonkamer lijkt wel een fort. ‘Mama, kijk!’ Noor hangt ondersteboven aan de bank. ‘Als een aap!’ ‘Dan moet je ook geluiden maken als een aap,’ zeg ik. En daar gaat ze, luid krijsend door de kamer.
Pizza? Patat? We bestellen gewoon alles!
Eten bestellen is vaste prik. Niemand wil de keuken in, en het mooie is: we mogen alles kiezen wat we willen. Pizza? Friet? Sushi? ‘Sushi!’ roept Lisa. ‘Friet!’ Bram steekt zijn handen in de lucht. ‘Pizza!’ zegt Noor. Willem kijkt me aan. ‘We doen gewoon alles,’ zegt hij nonchalant. De tafel lijkt wel een all-in buffet.
Even geen afspraken, geen haast, geen moeten. Alleen maar samen zijn.
Als het eten komt, zitten we op de grond in de woonkamer, de lampen gedimd, kaarsjes aan. ‘Dit is beter dan een vakantie,’ mompelt Willem met een stuk pizza in zijn hand. Ik weet precies wat hij bedoelt. Hier, in deze chaos van eten, lachen en knuffelen, is het leven precies zoals we het willen. Even geen afspraken, geen haast, geen moeten. Alleen maar samen zijn.
‘Eén film nog’, smeekt Bram
De avond nadert en de kinderen vechten tegen de slaap. ‘Eén film nog,’ smeekt Bram, zijn ogen half dicht. ‘Alleen als je morgen niet moppert als je weer naar school moet,’ zeg ik. Hij knikt dapper. Ik weet dat hij het niet zal volhouden.
Volgend jaar weer
Willem tilt een slapende Lisa naar boven. Noor volgt geeuwend, haar dekentje achter haar aan slepend. Bram stribbelt nog even tegen, maar zodra zijn hoofd het kussen raakt, is hij weg. Ik leun tegen Willem aan op de bank. ‘We moeten dit vaker doen,’ fluistert hij. Ik glimlach. ‘Volgend jaar weer,’ zeg ik. Maar we weten allebei dat het zomaar eerder kan gebeuren.
HELEEN