
Ilonka: “Mijn moeder belde opeens: ‘Ik hoor nooit meer van je’, alsof de afstand mijn schuld was, ik moest voor mezelf gaan kiezen”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
Vanaf mijn vroege jeugd stond mijn moeder altijd aan. Aan het opletten, aan het corrigeren, aan het beoordelen. Nooit voelde iets goed genoeg. Had ik een 8 gehaald voor een toets, vroeg ze waarom het geen 9 was. Als ik een nieuwe trui kocht, zei ze: “Die maakt je nogal breed.” Het ging nooit om wat ik voelde of wilde, maar of het volgens háár maatstaven klopte. En dat was het zelden.
Liefde op voorwaarden
Ik merkte al vroeg dat haar liefde voorwaardelijk was. Liefde als beloning voor prestaties. Voor gehoorzaamheid. Voor aanpassing. Dus ik paste me aan, jarenlang. Tot mijn 22e. Ik was net afgestudeerd, woonde op mezelf en had voor het eerst in mijn leven het gevoel dat ik kon ademen. En ik besefte: ik hoef dit niet meer te doen. Ik hóef mezelf niet keer op keer bloot te stellen aan haar oordeel. Aan de manier waarop ze altijd wel iets vindt om kritiek op te hebben – mijn haar, mijn keuzes, mijn vrienden. Ik besloot te stoppen met investeren in een relatie die alleen maar energie kostte.

Het was een bevrijding
Dat betekent niet dat ik haar helemaal uit mijn leven bande. Ze bleef aanwezig, op een afstand. Af en toe een berichtje. Soms belde ze ineens, met een luchtig: “Ik dacht, ik hoor ook nooit meer wat van je.” Alsof de afstand mijn schuld was. Dan zagen we elkaar misschien twee keer per jaar. Koffie drinken in een café, waarna ik uitgeput thuiskwam. Want zelfs dan, na al die tijd, wist ze mijn onzekerheden te raken. “Je lijkt wel erg moe, maak je wel goede keuzes?, zei ze dan. Of: “Je werkt wel veel hè? Zou je niet wat minder doen voor de kinderen?”
Toen ik moeder werd, verslechterde de band definitief
In plaats van interesse of warmte, kreeg ik nog meer kritiek. “Zo deed ik dat niet toen ik kinderen kreeg,” zei ze bijvoorbeeld als ik vertelde dat mijn baby slecht sliep. “Toen ik moeder werd, klaagde ik tenminste niet.” En als ik haar uitnodigde voor een verjaardag, kwam ze soms wel, soms niet. En als ze kwam, zei ze nooit iets positiefs over mijn kinderen. Ze gaf ze een kus en ging dan met mij in discussie over opvoeding. Of ze trok zich terug in een hoekje en keek verveeld toe.
Ze had nooit haar best gedaan een band op te bouwen
Op een gegeven moment ben ik gestopt met haar uitnodigen. Want eerlijk? Mijn kinderen vroegen ook nooit naar haar. Ze hadden geen band met haar, want ze had nooit haar best gedaan die op te bouwen. Ze kwam niet langs als ze een voorstelling hadden van school of bij sport. Ze vroeg nooit naar hun school, hun hobby’s, hun dromen. Ze was er gewoon niet.
Ineens wil ze contact
En nu is ze flink op leeftijd. Ze woont alleen in een verzorgingstehuis. Haar wereldje is klein geworden. En ineens wil ze contact. Ineens krijg ik berichtjes waarin ze vraagt hoe het met de kinderen gaat. Of ze mogen langskomen. Of ik koffie kom drinken. Ze zegt dat ze ons mist. Maar hoe kun je iets missen dat je nooit echt gekend hebt?
Het is een groot dilemma
Want ze is nog steeds mijn moeder. Maar ik ben ook de dochter die jarenlang geprobeerd heeft erbij te horen, om vervolgens steeds weer afgewezen te worden. En nu, nu ze kwetsbaar is en alleen, zijn wij ineens wél goed genoeg. Nu ze ons nodig heeft, denkt ze dat de deur zomaar openstaat. Maar die deur is jarenlang dichtgeduwd. Door haar. Elke keer dat ze mijn keuzes kleineerde. Elke keer dat ze mijn grenzen negeerde. Elke keer dat ze er niet was toen ik haar nodig had.
Wat als ze weer haar oude zelf is?
Een deel van mij wil haar beschermen tegen die eenzaamheid. Maar een ander deel wil mijn kinderen beschermen tegen diezelfde kilte die ik heb gevoeld. Want wat als ze weer haar oude zelf is? Wat als ze ook hen weet te raken met die scherpe opmerkingen, die kille afstandelijkheid?
Er is nooit erkenning geweest
Soms denk ik over een gesprek waarin ik haar alles vertel. Hoe ze me gevormd heeft. Hoe ik geleerd heb om alles bij mezelf te zoeken, omdat ik wist dat ik van haar geen steun hoefde te verwachten. Maar ik weet ook dat zo’n gesprek haar alleen maar defensief zou maken. Dat ze zou zeggen dat ik overdrijf. Dat zij “ook maar haar best heeft gedaan.” Misschien is dat het meest pijnlijke: dat er nooit erkenning is geweest. Nooit een moment waarop ze zei: “Ik heb fouten gemaakt.”
Liefde hoort niet pas te komen als je iemand nodig hebt. Liefde hoort er altijd al te zijn. Juist dán.
ILONKA
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen