
Lisa: “’Ik had toch een lijstje gestuurd voor haar kinderfeestje? mijn dochter is hier niet blij mee’, riep een moeder uit phoebe’s klas, dit kon ze toch niet echt menen?”
Het begon dit jaar: de ene na de andere uitnodiging voor kinderfeestjes. Phoebe, mijn dochter van vijf, vond het geweldig. Glimmende kaartjes in haar rugzak, appjes in de klassenapp: “Phoebe is ook uitgenodigd!” Ze stuiterde door het huis elke keer als er weer eentje binnenkwam. Ik stuiterde niet mee. Niet omdat ik het haar niet gunde, maar gewoon… omdat ik het eerlijk gezegd best pittig vond. Cadeautjes kosten geld. En geld, dat is er bij mij niet in overvloed.
Zo kon ik altijd iets leuks geven
Ik ben alleen met Phoebe. Haar vader is al lang uit beeld. En met mijn parttimebaan in de kinderopvang red ik het net. Echt net. Soms krijg ik wat hulp van mijn ouders, soms schuift er eens een vriendin een boodschappentas vol boodschappen naar binnen, maar luxe? Die kennen wij niet. Ik had er een soort systeem voor. Via-via kreeg ik wel eens cadeautjes die nog nieuw in de verpakking zaten. Dingen die anderen dubbel hadden gekregen, of die kinderen nooit hadden aangeraakt. “Misschien kan je er iemand anders blij mee maken,” zeiden ze dan. En dat deed ik. Ik verzamelde alles in een grote doos in de kast. Kwam er een feestje? Dan dook ik mijn cadeaudoos in. Zo kon ik altijd iets leuks geven. Een puzzel, een pop, een boek, een spelletje. En ik pakte het altijd netjes in. Met een lintje en een kaartje.
“Ze wil graag iets van deze lijst”
Maar een maand of twee geleden veranderde er iets. Steeds vaker kreeg ik, naast de uitnodiging, ook een verlanglijstje doorgestuurd via WhatsApp. Zo van: “Ze wil graag iets uit deze lijst.” Met een linkje erbij naar een speelgoedwinkel. Ik kreeg er het benauwd van. Bij het feestje van Julie ging het mis. De lijst kwam binnen. Veel cadeaus waren al afgestreept, er stond nog een specifieke Barbie op. Zo eentje met vleugels en een draaiplatform en weet ik veel wat allemaal. Maar dit kon ik niet betalen. Ik moest die week al puzzelen om de boodschappen rond te krijgen.
“Mama, denk je dat Julie blij is met haar pop?”
Ik dacht aan de cadeaudoos. Misschien lag er nog iets tussen. En ja hoor, een vriendin had laatst een nieuwe Barbiepop gegeven. Wel een andere, maar nog gloednieuw in de doos, plastic er nog omheen. Ik pakte ‘m prachtig in. Ik dacht: prima zo. De dag van het feestje brak aan. Het was in een indoorspeeltuin, Phoebe had haar mooiste jurkje aan. Ze had een haarbandje in met glittertjes. In de auto kletste ze honderduit. “Mama, denk je dat Julie blij is met haar pop?” “Natuurlijk,” zei ik. “Iedereen is blij met cadeautjes.”
Julie scheurde het papier open, trok de pop eruit en hield ‘m omhoog. Ze keek ernaar. Haar gezicht vertrok. “Deze wilde ik helemaal niet!” riep ze, luid. De andere kinderen keken op. “Wat een stomme pop!” En toen kwam het venijnigste. Julie gooide de pop op tafel en zei: “En jij bent ook stom, Phoebe! Ik wil niet meer met jou spelen!” Later die middag ging mijn telefoon. De moeder van Julie. “Hee Lisa, ik wilde even bellen over het cadeautje…” Ze klonk alsof ze op eieren liep. “Ik had toch een lijstje gestuurd…” Ik ademde diep in. “Dat weet ik,” zei ik. “Maar dat cadeautje was financieel niet haalbaar voor ons.”

Ik ben moe van vechten tegen een wereld waar alles draait om spullen
Er volgde stilte. Toen: “Oh… sorry. Dat wist ik niet.” Ik slikte mijn tranen weg. Ik wilde zo graag roepen: En wat dan nog? Sinds wanneer mag je eisen wat iemand je geeft? Sinds wanneer leer je je kind dat ze een cadeau mag afwijzen? Maar ik zei niks. Ik was moe. Moe van vechten tegen een wereld waar alles draait om spullen.
Phoebe kwam die avond bij me op schoot “Mama, was mijn cadeautje echt stom?” Mijn hart brak. “Nee liefje,” zei ik. “Jij hebt iets gegeven uit je hart. Dat is het mooiste wat er is.” Ze knikte, maar ik zag dat het bleef hangen. De dagen daarna bleef ze vragen. “Moet ik iets anders kopen voor het volgende feestje?” Ik streelde haar haar. “Wat jij geeft, is altijd goed. Altijd.” Maar diep vanbinnen wist ik. Dit wordt ons leven. Nog jarenlang. De lijstjes. De ongeschreven regels. De stille blikken van ouders die meer hebben. De verjaardagen waar Phoebe altijd een beetje buiten valt. En Ik weiger ik me eraan over te geven. Ik leer haar wat geven echt betekent. Niet afvinken wat iemand eist. Maar met liefde iets kiezen of iets maken of iets delen.
“Ik wil zelf een schilderij maken”
Een paar weken later was er weer een feestje. Geen verlanglijstje deze keer. Gewoon een uitnodiging. Phoebe wilde zelf iets maken. “Een schilderij!” zei ze. Ik had nog ergens een canvas liggen. Ze schilderde een regenboog met glitters. Ze plakte er sterretjes op en schreef “Voor Jasmijn” met gekleurde stift. Ook gaven we er een pakje glitterstiften bij. Ze straalde toen ze het gaf. En weet je? Jasmijn was dolblij. Ze vloog Phoebe om de hals. “Dankjewel!” Het cadeau hoeft niet altijd van hoge (geld)waarde te zijn, het gaat erom dat je iets geeft waarmee je iemand blij maakt.
PHOEBE