Verloskundige Lisa: “Zodra de man de verloskamer binnenkomt, verandert de sfeer, ‘Dit voelt niet ok’, zeg ik zacht tegen mijn collega”

| ,

Ik start net mijn computer op als de telefoon gaat, het is een buitenlijn

Nadat ik mij voorstel blijft het aan de andere kant even stil. Ik noem nogmaals mijn naam en aan de andere kant hoor ik gestommel. Vervolgens klinkt een vrouwenstem in een taal die ik niet spreek, het klinkt Arabisch. De stem neemt toe in volume maar lijkt het niet tegen mij te hebben. Ik hoor een vrouw jammeren op de achtergrond, is het een barende? De telefoon wordt aan iemand anders gegeven en ik hoor zachtjes in het Nederlands: ‘Hallo?’
Ik antwoord met mijn naam en functie. Een vrouwenstem begroet mij en vertelt dat bij haar buurvrouw de vliezen zijn gebroken en dat de weeën zijn begonnen, ze komen naar het ziekenhuis. Ze vertelt de naam en geboortedatum, die ik snel op mijn briefje kalk. Ik leg nog snel uit waar ze zich mogen melden maar ik merk dat de hoorn er al op is gegooid. Ik glimlach bij het idee hoe het er daar in dat huis aan toe is gegaan en bel ondertussen de coördinator dat mevrouw Al Hasseini eraan komt. Ik kijk naar het adres van Al Hasseini en zie dat ze in Zwolle woont, in een wijk met veel flats. Ik zie zo voor me dat het huis van Al Hasseini in rep en roer is omdat de bevalling is begonnen maar ze niet weten hoe ze het ziekenhuis moeten bereiken. Partner loopt naar de buurvrouw, belt daar aan om half twaalf ’s avonds en de telefoon wordt in haar handen geschoven om even te zeggen dat ze naar het ziekenhuis komen.
‘Ik takes a village…..’

Ik open het dossier van mevrouw Al Hasseini

Ik zie dat ze voor de achtste keer komt bevallen. Ik denk weer aan de flat gevuld met zeven kinderen waarvan de oudste net 18 is geworden.
Ze bevalt altijd goed maar heeft één keer een keizersnede gehad wat zorgt voor een medische indicatie. De zwangerschap is ongecompliceerd verlopen, meestal nam ze haar oudste dochter mee naar de controles die voor haar kon vertalen. Ik zie al staan dat ze bij de bevalling haar moeder meeneemt.

Het duurt bijna een uur voordat Mehri Al Hasseini op de verloskamers verschijnt

Ze draagt een lang donkerpaars gewaad en een bijpassende hoofddoek. Ze zit in een rolstoel en wordt geduwd door een oude vrouw in eenzelfde gewaad in het zwart. De vrouw die de rolstoel duwt glimlacht lieflijk haar scheve gebit bloot en loopt achter de verpleegkundige aan die haar de kamer wijst. Mehri steunt met een elleboog op de leuning van de rolstoel en ondersteunt haar hoofd met haar hand. Haar ogen zijn naar beneden gericht en een diepe rimpel in haar voorhoofd laat zien dat haar bevalling menens is.

Ik kom achter het stel aan en stel me voor

Mehri kijkt me amper aan en is druk bezig met het opvangen van de weeën, haar woorden zijn niet tot mij gericht en ik kan ze ook niet verstaan. Het zijn gebeden voor hulp om de pijn tegen te gaan. Haar moeder legt een hand op haar schouder en praat haar in het Arabisch bemoedigende woorden toe. Ik kan het niet volgen maar begrijp dat het steunend bedoeld is.

Geluidloos verplaatst Mehri zich vervolgens naar het bed en gaat op haar zij liggen

Ze wijst naar de zijkant van het bed en ik begrijp dat ze het bed vast wil pakken. Ik doe de steun naar boven en ze klemt gretig de zijkant vast. Als de wee voorbij is, pakt Mehri haar telefoon. Haar moeder is inmiddels naast haar komen zitten. Ik probeer in het Nederlands te polsen of ze iets van mij begrijpen, na wat vragende blikken probeer ik het ook in het Engels. Mehri en haar moeder kijken me beiden niet aan en staren naar hun telefoon. Zowel Mehri als haar moeder beginnen vervolgens te bellen. Ik wacht geduldig, ze zullen wel een tolk bellen. Van twee kanten gaat het in het Arabisch door elkaar heen en ik kan er geen wijs uit worden wat de dames bespreken. Het duurt niet lang of een volgende wee dient zich weer aan. Mehri laat haar telefoon in het bed vallen zonder hem uit te drukken. Haar moeder gaat onverstoorbaar verder met het gesprek.

Ik help Mehri zonder woorden met het wegzuchten van de wee

Ik zie dat ze het pittiger krijgt maar Mehri zo inschattend geeft ze het vast aan als ze voelt dat de baby gaat komen. Na de wee pakt Mehri haar telefoon weer, ze houdt haar wijsvinger naar me op en geeft de telefoon aan mij. Ik pak hem aan en houdt hem aan mijn oor.
‘Hallo?’ Zeg ik vragend.
In gebrekkig Nederlands begint een stem. ‘Hallo, ik Hafsa, vertalen voor Mehri.’
Ik probeer niet in mijn valkuil te glijden dat ik in gebrekkig Nederlands en extra hard terug ga praten dus probeer vooral rustig terug te praten.
‘Fijn dat jij vertaalt en helemaal zo midden in de nacht. Mehri heeft weeën en gaat bevallen. Wil je aan haar vragen wat ze fijn vindt dat ik voor haar doe?’
‘Oke,’ zegt Hafsa.

Er komt een stormvloed van Arabisch uit de telefoon

Ik vraag me af hoe je: ‘Wat kan ik voor je doen?’ vertaalt in het Arabisch.
Mehri en haar moeder mengen zich beiden in het gesprek, er komt nog een wee tussendoor en ook daarna praat Mehri terug tegen Hafsa. Vervolgens geeft ze mij de telefoon weer terug. De luidspreker staat aan dus ik leg de telefoon tussen ons in op de rand van het bed.
‘Hallo,’ zegt Hafsa.
‘Ja, ik ben er nog,’ zeg ik.
‘Het doet pijn,’ zegt Hafsa.
Ik glimlach en gniffel een beetje. Meer om het feit dat deze lange vertaalsessie klaarblijkelijk over iets anders ging.
‘Ik snap dat het pijnlijk is. Wil ze iets tegen de pijn?’ vraag ik Hafsa.
Hafsa stelt de vraag niet in het Arabisch aan Mehri, maar geeft zelf antwoord: ‘Nee.’
Ik verifieer dit nog even terug maar Hafsa zegt dat ze dat al had gedaan. Ik laat het erbij, zag inderdaad in haar dossier dat ze geen enkele keer pijnstilling heeft gehad. Dit is de derde keer in Nederland, dus ze weet vast hoe het eraan toegaat.

Samen met de moeder van Mehri moedig ik Mehri aan

Ik, met vooral gebaren en simpel Nederlandse woorden en Mehri’s moeder in een stortvloed Arabisch. Zo nu en dan hoor ik Hafsa uit de telefoon ook wat zeggen, ik weet niet goed of ze mijn woorden vertaalt of ook meehelpt in de aanmoediging. Zo nu en dan pols ik nog even bij Hafsa of alles oke is en of ik iets kan doen maar dit wordt aldoor afgehouden.

Ik loop even de kamer af en pols welke verpleegkundige met mij voor Mehri zorgt

Het is Wilma en allebei worden we wel warm voor een snelle bevalling zo aan het begin van onze dienst. Na een dik half uur besluiten we samen terug te lopen naar de kamer an Mehri. Wilma neemt gelijk de opvangtafel voor de baby mee. Samen voegen we ons bij Mehri en haar moeder.
Mehri heeft ondertussen haar gewaad uitgedaan en ook haar hoofddoek hangt half over de achterkant van haar hoofd. Ik reik haar een koud washandje aan die ze stevig tegen haar voorhoofd drukt. Ik zie dat Mehri het zwaarder krijgt. We helpen gezamenlijk de weeën weg te zuchten. Tussen de weeën door zoekt Mehri naar haar telefoon. Als ze hem vindt, drukt ze op wat knopjes en houdt hem tegen haar oor. Ze spreekt angstig in het Arabisch tegen de telefoon die ze vervolgens aan mij geeft om zich weer onder te dompelen in het wegzuchten van de wee. Haar moeder stelt haar gerust en legt een hand op haar voorhoofd. Uit de telefoon hoor ik Hafsa: ‘De baby komt.’

Ik knik, ga staan en loop naar het aanrechtje om handschoenen te pakken

Ik leg de klemmetjes voor de navelstreng klaar die Wilma al op het bijzettafeltje heeft verzameld. De volgende wee komt en ik zie dat Mehri inderdaad persdrang aan het krijgen is. Het CTG dat we tussendoor hebben aangesloten laat een daling van de hartslag zien. De baby gaat het bekken door. Ik geef instructies aan Hafsa en vertel haar dat ze moet vragen of ze het goed vindt als ik een keer meevoel om te kijken of de baby er goed voor ligt en of ze inderdaad tien centimeter heeft.
Hafsa vertaalt mijn woorden in het Arabisch. Mehri kijkt me aan en knikt als teken van goedkeuring. In het Nederlands vertel ik dat ik haar aan ga raken en ga voelen. Hafsa lijkt mijn woorden weer door de speaker te vertalen. Op dat moment gaat de deur open, we kijken allemaal naar de deur terwijl Wilma het gordijn iets verder dicht probeert te doen. Mehri pakt het laken en schuift die gegeneert over zich heen. Er komt een vrouw binnen in dezelfde leeftijd als Mehri. Mehri glimlacht en laat het laken weer los. We begroeten elkaar en excuseer Mehri dat ik verder ga met voelen.

Mehri heeft tien centimeter en dit vertel ik aan Hafsa

Ik pak een nieuw stel handschoenen en stel mij voor aan de vrouw die net binnenkomt. Ze heet Marwa, ze draagt donkere kleding maar heeft geen hoofddoek op. Het is de zus van Mehri. Heel even lijkt het alsof Mehri niet aan het bevallen is, de drie vrouwen lachen samen en Mehri geeft Marwa een hand en een kus.
Dan volgt er een wee. Marwa verschuilt zich achter haar moeder en pakt de telefoon met Hafsa op en begint daarin te kletsen tegen Hafsa die ze duidelijk ook goed kent.
Mehri ligt nog altijd op haar rug en als in natuurlijk perst ze met de wee mee. We zien gelijk een stukje haren en ik probeer duidelijk te zeggen dat ze moet gaan zuchten. Ik pak Mehri’s hand en laat haar mij aankijken. Ze begrijpt wat ik bedoel als ik driftig met haar meezucht.

Al zuchtend wordt daar rond 02.00u in de nacht het achtste kindje van Mehri geboren

De drie vrouwen beginnen opgelucht te huilen en Marwa vliegt haar moeder om de hals van blijdschap. Het Arabisch klinkt maar door en ook Hafsa hoor ik nog uit de speaker komen. Ik ben inmiddels gaan zitten op een kruk en kijk naar de zussen en haar moeder. De blijdschap van de geboorte van een kind is in elke taal hetzelfde.

Er zijn geen complicaties en de placenta wordt ook vlot geboren

Hafsa is inmiddels niet meer op de telefoon en ik communiceer nu via Marwa die redelijk Nederlands spreekt. Ik begrijp dat Marwa in de buurt van het ziekenhuis woont maar haar telefoon niet had gehoord en daarom pas later aansloot. De andere kinderen zijn thuis, de oudste past op. Alleen de jongste was wakker geworden dus die heeft papa opgehaald en is ook onderweg hierheen.

Op het moment dat ik wil beginnen met het zetten van twee kleine hechtingen, gaat de deur weer open

Het kleine mannetje op de borst van Mehri begint tegelijkertijd te huilen. Mehri lijkt te schrikken en duwt mijn handen bij haar perineum weg. Ze pakt een laken en wil die over haar billen heen trekken. Ik begrijp dat ze zich geneert en ik vraag de bezoeker even te wachten.
‘Het is de papa,’ zegt Marwa.
Ik kijk naar de oude man die binnenkomt, hij heeft een jongetje met vermoeide oogjes op zijn heupen. Hij is amper een jaar of twee. Het gebit van de man is vergelijkbaar met die van de moeder van Mehri. Ik vul in dat het de vader van Mehri is en begrijp dat ze zich toegedekt wil hebben.

De man loopt naar Mehri en kijkt naar de baby

Er wordt weinig gecommuniceerd, ook de moeder van Mehri stapt wat naar achteren. Dan geeft de man Mehri een kus op haar mond. Mehri draait haar hoofd ietsje weg maar beantwoordt de kus wel. Ik ben even in verwarring. Is dit nu wel of niet de vader van Mehri, of is het haar man? Ik besluit het open te laten en feliciteer de man.
‘Gefeliciteerd,’ zeg ik. ‘Met de geboorte van…’
Ik las een pauze in.
‘Is mijn zoon,’ zegt de man in gebrekkig Nederlands.
Ik knik bedenkelijk en kijk Wilma aan die haar wenkbrauwen fronst. De man is de zestig al zeker gepasseerd en dat maakt hem ruim twintig jaar ouder dan Mehri. Hij ziet er onverzorgd uit en is in geen jaren bij de tandarts geweest.

De sfeer op de verloskamer is ineens anders dan toen de man hier nog niet was

Het geeft mij een onbestemd gevoel. Het duurt gelukkig niet lang voordat de man weer vertrekt met het beduusde jongetje nog altijd op zijn heup. Zodra de deur dicht gaat en de man uit beeld is, komt de sfeer weer terug.
Ik frons mijn hoofd en denk na over hetgeen ik net heb gezien. Stilzwijgend hecht ik het perineum van Mehri. Als ik klaar ben ruim ik in stilte mijn spulletjes op en leg uit dat ik even de kamer verlaat.
Ook Wilma laat de vrouwen even alleen met baby Rafi die inmiddels al handig aan de borst wordt gelegd door Mehri zelf.

Zodra de deur van de verloskamer dicht is, kijk ik Wilma aan.
‘Dit voelt niet oké hè?’
Wilma trekt haar neus op en schudt haar hoofd. ‘Zeker niet oké.’


VERLOSKUNDIGE LISA

Plaats een reactie