
Lidia: “Ik loop de kamer van mijn dochter (15) binnen en schrik ontzettend: ‘Dit meen je niet?’, gooi ik er zonder nadenken uit”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen.
Ik roer in mijn koffie en kijk op de klok. Zes uur. Loes had allang beneden moeten zijn. “Loes! Eten is klaar!” roep ik omhoog. Geen reactie. Ik probeer het nog een keer. “Loes?” Niets. Mijn hart maakt een rare sprong. Ze is nooit zo stil. Ik zet mijn mok neer en loop de trap op. Voor haar deur blijf ik even staan. Ik hoor niets. Geen muziek, geen getik van haar telefoon.
Mijn maag draait om, het zal toch niet?
Voorzichtig duw ik de deur open. Daar zit ze. Op haar bed. Haar knieën opgetrokken, haar schouders schokkend. Tranen biggelen over haar wangen. En in haar handen… Mijn adem stokt. Een zwangerschapstest. Mijn maag draait om. “Het zal toch niet…” Ze kijkt op met betraande ogen. Haar lip trilt. “Sorry, mam…”
“Ik weet het niet, mam. Ik weet het gewoon niet meer.”
Ik laat me op de rand van het bed zakken, mijn ogen gefixeerd op dat kleine, witte staafje. Twee streepjes. Mijn Loes. Mijn vijftienjarige dochter. Zwanger. Ik wil iets zeggen, maar mijn mond voelt droog. Loes veegt met de mouw over haar ogen. “Ik weet het niet, mam. Ik weet het gewoon niet meer.” Mijn hand rust op haar knie. “Hoe lang weet je dit al?” Ze haalt diep adem. “Sinds vanmiddag. Ik voelde me al een tijdje raar. Misselijk, moe. Ik dacht eerst dat het stress was, maar… Marcus zei dat ik een test moest doen. En nu… dit.”
Ik had nog maar net de bloemetjes-en-bijtjes-gesprekken met haar gevoerd, blijkbaar te laat
Marcus. Haar vriendje. De jongen van wie ze de afgelopen maanden met fonkelende ogen vertelde. Die haar ‘Moppie’ noemt en haar hand vasthoudt als ze door de stad lopen. Mijn hart doet pijn. Ze is nog zo jong. Ik slik. “Heb je het hem al verteld?” Ze knikt. “Hij schrok zich kapot. Maar hij zegt dat hij er voor me wil zijn.” Mijn hoofd tolde. Ik had nog maar net de bloemetjes-en-bijtjes-gesprekken met haar gevoerd. Maar blijkbaar was ik te laat.
Had ik gefaald als moeder?
Ik haal diep adem. “Schat, we gaan hier samen doorheen. We gaan kijken wat je wilt, wat je nodig hebt. Je bent niet alleen.” Ze snikt. “Ik ben zo bang, mam.” Ik trek haar tegen me aan, voel haar schokken van het huilen. “Ik weet het, liefje. Maar we gaan dit samen doen.” Die nacht lig ik wakker. Mijn gedachten razen. Hoe kon dit gebeuren? Was ik te laks geweest? Had ik haar meer moeten beschermen? Had ik… had ik gefaald als moeder?
“Ik weet niet of ik het weg kan laten halen.”
De volgende ochtend zitten we samen aan de keukentafel. De zwangerschapstest ligt er nog steeds, alsof hij mijn blik uitdaagt. Loes pakt een theezakje en wiebelt ermee in haar mok. Haar ogen zijn dof. “Wat wil je, lieverd?” vraag ik voorzichtig. Ze haalt haar schouders op. “Ik weet het niet. Ik ben pas vijftien. Ik heb geen idee hoe ik een baby moet opvoeden. Maar…” Haar stem breekt. “Ik weet niet of ik het weg kan laten halen.”
We nemen de tijd en doen dit samen
Mijn hart breekt opnieuw. “Je hoeft niks te beslissen nu. We nemen de tijd. We praten erover. Met een dokter, met Marcus, als je dat wilt. Maar we doen dit samen.” De dagen erna zijn een emotionele achtbaan. We gaan naar de huisarts, die haar doorverwijst naar een verloskundige én een maatschappelijk werker. Marcus komt langs. Hij ziet er bleek uit en weet niet waar hij zijn handen moet laten. “Ik wil er zijn,” zegt hij, terwijl hij Loes’ hand vastpakt. “Echt. Maar ik weet ook niet hoe.”
“Weet je nog hoe we altijd zeiden dat we alles aan elkaar zouden vertellen?”
Loes is stil. Ze wisselt tussen momenten van paniek en momenten van vastberadenheid. Soms praat ze over babykleertjes, andere keren ligt ze uren in bed te staren naar het plafond. Ik geef haar de ruimte, maar blijf dichtbij. Op een avond, terwijl we samen op de bank zitten, pakt ze mijn hand. “Mam?” Ik kijk haar aan. “Weet je nog hoe we altijd zeiden dat we alles aan elkaar zouden vertellen?” Ik knik. “Ik ben zo blij dat ik jou heb.” Mijn ogen vullen zich met tranen. “Ik ook, liefje. Ik ook.”
Dit is echt. Mijn dochter wordt moeder.
De weken gaan voorbij. Loes heeft momenten van hoop en momenten van wanhoop. Ik betrap haar soms met haar handen op haar buik, alsof ze zich al probeert voor te stellen hoe het zou zijn. Op een middag zitten we bij de verloskundige. De kamer is steriel, de geur van ontsmettingsmiddel hangt in de lucht. Loes knijpt in mijn hand terwijl de echokop over haar buik glijdt. Het scherm licht op. Een klein, knipperend stipje. Loes’ adem stokt. “Dat is…” De verloskundige glimlacht. “Het hartje.” Een traan rolt over Loes’ wang. “Het is echt.” Ik voel een knoop in mijn maag. Dit is echt. Mijn dochter wordt moeder.
Lees HIER verder.
LIDIA