
Pippa: “Ik schreeuwde: ‘Hij is weg’, we dachten dat onze zoon in onze tent lag te slapen maar toen zagen we ineens zijn lege slaapzak”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
Het leek zo’n goed idee. Een weekje kamperen in Frankrijk. Zon, zwembad, frisse buitenlucht. Lekker kneuterig. Terug naar de basis, zonder schermen, zonder drukte. Pim en ik hadden er zin in. Roef, onze vijfjarige stuiterbal, vond alles prima, als hij maar mocht ravotten. Onze dochter Lucy vermaakte zich zolang haar boeken mee mochten, het maakte haar niet uit waar ze was, als ze maar kon lezen.
Roef voelde zich vanaf minuut één thuis
We kwamen aan op een gezellige camping vol gezinnen, overal tentjes en caravans, kinderen die met natte haren en blote voeten rondrenden. Roef voelde zich vanaf minuut één thuis. De eerste dagen gingen eigenlijk verrassend goed. Roef speelde de hele dag buiten, vond vriendjes bij de trampoline en viel ’s avonds uitgeteld in slaap. Pim en ik zaten dan nog even voor de tent met een wijntje, starend naar de sterren.

“Pim, hij is weg!”
Tot die ene avond. Het was net donker. Roef was na een lange dag ravotten in zijn pyjama gehesen, tandengepoetst, voorgelezen, alles volgens het boekje. We hadden hem ingestopt in zijn slaapzak, kus op zijn voorhoofd, “welterusten lieverd”. Hij knikte slaperig en mompelde nog iets over draken en schatkisten. Pim en ik gingen nog even zitten voor de tent. Lekker genieten van de avondkoelte. Na een uurtje hoorde ik iets ritselen binnen. “Ik kijk even bij Roef,” zei ik. Ik ritste de tent open. Leeg. Slaapzak leeg. Geen Roef. Mijn hart sloeg een slag over. “Pim!” gilde ik. “Hij is weg!”
Toen hoorde ik ineens iets
Pim sprong op, zijn stoel kletterde achterover. We keken rond. Geen Roef voor de tent, niet bij de waslijn, niet onder de trampoline. Nergens. “ROEF!” riep ik. Mijn stem sloeg over van paniek. Andere campinggasten keken verschrikt op. We renden over het pad, langs caravans, tentjes, camperbusjes. Roepende stemmen, lampjes die aangingen, deuren die openzwaaiden. “Roef! Waar ben je?!” Niks. Ik zag al visioenen van afgesloten campings, politie met honden, sirenes in de nacht. Na twintig minuten zoeken, twintig eindeloze minuten, liep ik langs de tent van onze overburen. Een wat ouder stel met zo’n gigantische bungalowtent. Toen hoorde ik iets. Een zacht gesnurk. Ik trok de rits van hun voortent op een kier. En daar lag hij. Roef. In hun bed. Onder een dikke deken, zijn hoofd half op een kussen gedrukt, knuffelaap Bob stevig tegen zich aangedrukt. Gewoon te slapen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Mijn benen zakten bijna onder me vandaan.
Die nacht heb ik nauwelijks geslapen
Pim kwam aangesneld. Zag Roef liggen. Sloeg een hand voor zijn mond om niet keihard te lachen. Voorzichtig tilde ik onze kleine avonturier op. Zijn hoofdje zakte tegen mijn schouder. Geen idee wat hij had gedacht. Misschien was hij slaapdronken naar buiten gestrompeld en de eerste beste tent binnengekropen. Ik droeg hem terug naar onze eigen tent. Die nacht heb ik nauwelijks geslapen. Elke vijf minuten keek ik even of hij nog in zijn slaapzak lag.
Extra maatregelen voor deze kleine avonturier
De volgende ochtend zat Roef fris en fruitig aan zijn bakje cornflakes. “Weet je nog dat je in een andere tent bent gaan slapen?” vroeg ik voorzichtig. Hij haalde zijn schouders op. Vanaf dat moment bonden we een felgekleurde armband aan zijn pols, zetten we alle tentritsen éxtra strak dicht, en deden we ’s avonds de deurmatjes omhoog zodat hij niet zomaar naar buiten kon rollen.
Maar eerlijk? Als je vijf bent, en de wereld is één grote camping vol avontuur, dan snap ik het ergens ook wel. Volgend jaar toch maar een huisje. Met muren. En sloten.
PIPPA
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen