
Romijn: “Mijn schoonmoeder keek me afkeurend aan: ‘Je doet zo ingewikkeld’, alleen omdat ik niet wil dat mijn kind dit krijgt, waar bemoeit ze zich mee?”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
We zijn altijd op zoek naar nieuwe verhalen, zowel verhalen met een lach als met een traan! Heb jij iets unieks, bijzonders, of emotioneels meegemaakt? Iets unieks of ludieks? Wil je je bevallingsverhaal bij ons delen? Heb jij of je kind een (bijzondere) aandoening? Een dilemma waar je voor staat wat betreft de opvoeding? Of wil je juist een hele mooie gebeurtenis delen? Dit kan uiteraard ook anoniem! Stuur ons een email naar: [email protected] voor meer informatie.
Ik had altijd gedacht dat het niet zo’n groot punt zou zijn
Dat ik gewoon rustig kon uitleggen hoe ik het voor me zag
Dat mijn keuzes gerespecteerd zouden worden. Maar blijkbaar had ik dat verkeerd ingeschat. Fred was net een jaar geworden, een paar weken terug. Mijn kleine mannetje, met zijn donkere krullen en mollige handjes die alles vastpakten. Ik was voorzichtig met wat ik hem gaf. Geen kunstmatige suiker nog, alleen de fruitsuikers uit zijn prakjes, stukjes banaan of peer. Dat leek me niet meer dan logisch – hij had nog een heel leven om mierzoet te eten, dacht ik. Laat hem eerst maar wennen aan gewoon eten. Roy, mijn man, vond dat prima. “Doe wat je denkt dat goed is,” zei hij. Maar zijn moeder, Corrie, die vond er iets van. En hoe.
Ik merkte het voor het eerst op Freds verjaardag
We hadden een klein taartje voor hem gebakken, zonder suiker. Een bananencakeje met appelstukjes, helemaal puur. Ik vond het mooi zo. Maar Corrie, mijn schoonmoeder, kwam binnen met een slagroomtaartje van de bakker. Een kleintke. “Speciaal voor Fred!” zei ze. “Want het is feest, en een feest zonder taart is geen feest.” Ik legde haar uit dat Fred nog geen suiker kreeg. Dat we dat zo deden, Roy en ik. Ze lachte het weg, zo’n hoog, schril lachje. “Ach, meid, je moet niet zo moeilijk doen. Eén hapje taart kan toch geen kwaad?” “Het gaat niet om kwaad,” zei ik zacht. “Het gaat erom dat ik dat niet wil voor hem.” Ze trok haar wenkbrauwen op. Typisch. “Jullie zijn echt van die ingewikkelde, moeilijke ouders, hè? Alles zo verantwoord.”
Ik zei er verder niks van
Ik sneed (mijn!) taart aan voor de andere gasten en hield Freds bordje bij me. Hij kreeg zijn bananencakeje. En ik hield mijn adem in toen Corrie naast hem ging zitten en haar vork in de slagroomtaart stak. “Laat oma maar even, lieverd,” zei ze. Ik zag hoe ze het vorkje naar zijn mond bracht en hoe Fred, altijd nieuwsgierig, zijn lipjes opende. Wat een heks. Ze had me toch gehoord?! Ik greep in. “Corrie, Ik wil het niet.” Ik trok direct zijn stoeltje wat naar me toe. “Ik heb het toch al zojuist uitgelegd?” Ze keek me aan, haar blik werd koel. Ze keek strak. “Nou, je hoeft niet zo moeilijk te doen.” Ze klonk alsof ik iets belachelijks vroeg.
En dat was niet het enige voorval
Het werd steeds duidelijker dat Corrie vond dat ik overdreef. Als ik haar vroeg geen suiker aan Fred te geven, reageerde ze allergisch. “Jij en je regeltjes,” zei ze dan. “Vroeger kreeg iedereen gewoon een klont suiker in de thee en daar zijn we ook groot en sterk van geworden.” Of ze zei: “Ik snap het niet hoor, Romijn. Je maakt het jezelf zo moeilijk. Kinderen moeten gewoon leren wat lekker is.” Ze klonk niet vriendelijk, maar verwijtend.

Een week na Freds verjaardag was er weer zo’n moment
We waren op bezoek bij Corrie. Bij haar thuis. Fred speelde op het kleed met zijn blokken en ik zat naast hem. Corrie kwam aanlopen met een plastic bekertje. “Hier, een beetje limonade voor Fred,” zei ze opgewekt. Ik keek naar het rode goedje in dat bekertje en voelde mijn hart bonzen. “Nee Corrie,” zei ik meteen. “Hij drinkt nog geen limonade. Alleen water of melk.” Ze lachte schamper. “Doe normaal, meid. Hij is één! Wat maakt dat nou uit?” Ze hield vol. “Het maakt me wel uit,” zei ik zacht. “Ik wil het gewoon niet. Ik heb het toch al vaker uitgelegd?” Ze zette het bekertje neer naast Fred. “Ach, dan drinkt hij maar een slokje.” Haar toon was koppig, bijna uitdagend. Ik pakte het bekertje meteen op en zette het op het aanrecht, buiten Freds bereik. Fred keek op, met zijn grote ogen, en ik zag hoe Corrie haar mond opende om iets te zeggen. Maar ze zei niks meer. Haar blik sprak boekdelen.
Later, bij een familieborrel, had ze een bakje chocolade rozijntjes op tafel gezet
Fred zat bij haar op schoot en ik lette even niet op. Toen ik me omdraaide, zag ik hoe hij het ene na het andere chocolaatje in zijn mond stopte. Ik slikte. “Corrie, ik wil dat niet,” zei ik. “Gewone rozijntjes zijn prima. Maar geen toevoegingen.” Ze rolde met haar ogen. “Wat ben jij toch overdreven, Romijn. Hij moet toch wennen aan vaste dingen.” “Ja, vaste dingen,” zei ik. “Maar geen chocolade of andere suikers. Ik wil dat niet.” “Jeetje, wat ben jij moeilijk,” zei ze hardop. Zo hard dat de anderen aan tafel even stil werden en me aankeken. De andere familieleden. Mijn wangen gloeiden van schaamte, maar ik liet het erbij. Ik pakte Fred bij haar vandaan en nam hem op schoot.
De druppel
Een paar dagen later, toen ik Fred weer bij Corrie had gebracht omdat ik een paar uur moest werken, gebeurde het opnieuw. Toen ik hem ophaalde, had hij een plak ontbijtkoek in zijn knuistjes. Zoet en kleverig, vol met suiker. Ik haalde het uit zijn hand en keek Corrie aan. “Waarom?” vroeg ik zacht. “Waarom doe je dit steeds?” Ze haalde haar schouders op, alsof ik haar een domme vraag stelde. “Omdat hij het lekker vindt, Romijn. Hij genoot ervan. Waarom zou ik hem dat ontnemen? Oma’s zijn er om de kleinkinderen te verwennen”. Ik voelde iets in me knappen. “Omdat ik dat níet wil,” zei ik fel. “Omdat ik het jou heb uitgelegd. Dit is míjn kind, Corrie. Ik wil dat je dat respecteert.” Maar haar blik was al ergens anders. Ze wendde haar hoofd af, alsof ik het niet waard was om naar te luisteren.
’s Avonds praatte ik erover met Roy
Anders moest hij dit maar oplossen met Corrie. “Ik wil gewoon dat ze naar me luistert,” zei ik. “Ik ben zijn moeder. Zij is dat niet.” Roy zuchtte. Hij zei niks. Hij liep naar de woonkamer en zette de tv aan. Ik bleef in de keuken staan, mijn handen om een theedoek geklemd, mijn gedachten draaiden in mijn hoofd. Hierna gingen de weken voorbij. Kleine dingen, die op zichzelf misschien niet groot waren. Maar samen een muur van wantrouwen en ongemak. De koekjes die ineens in zijn mond verdwenen. De limonade die ze toch nog even inschonk als ik even de kamer uit was. De opmerkingen dat ik overdreef. Dat ik ‘zo’n moeder’ was. Elke keer zei ik er iets van. Eerst nog rustig, later steeds harder. Maar ik merkte dat het niks uithaalde. Ze bleef doen wat zij vond dat goed was.
Op een dag zei ik het hardop tegen Roy
“Ik vertrouw haar niet meer,” zei ik. “Ik weet dat ze zich niet aan mijn regels houdt. En ik kan daar niet mee leven.” Hij keek me aan, alsof ik hem iets onmogelijks vroeg. “Dus wat wil je dan? Nooit meer naar mijn moeder?” Ik haalde mijn schouders op. “Ik weet het niet. Maar ik voel me er niet meer veilig bij.” En dat was het. Geen verzoening. Gewoon het ongemak dat bleef hangen tussen Corrie en mij. Ik bracht Fred niet meer naar haar toe. Ik vertrouwde het niet. Ik voelde in mijn buik dat het niet goed zat. En dat was alles wat ik nodig had om mijn grens te trekken.
ROMIJN