Dimitri: “Ik appte voor de zoveelste keer: ‘Hoe gaat het?’, maar ineens kreeg ik geen reactie meer van mijn beste Vriendin, was ons laatste gesprek nou zo verkeerd geweest?”

| ,

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen

Ik zat op het randje van mijn bed, mijn telefoon in mijn hand geklemd

Het was alsof ik het nog een keer wilde lezen, het appje van mijn beste vriendin Gijsje, keer op keer. Ik wist precies wat erin stond. Ik kon het bericht dromen. Woorden die harder binnenkwamen dan ik ooit had gedacht. Ik dacht aan alles wat we hadden gedeeld, Gijsje en ik. Hoe we ooit begonnen als collega’s in dat drukke kantoorpand aan de gracht. Zij was de eerste die ik opzocht in de kantine, omdat haar lach zo aanstekelijk was. We begonnen met koffiedates in de pauze en eindigden met urenlange gesprekken over alles – mannen, werk, kinderen, dromen.

Toen ik zwanger was van Anna, was Gijsje de eerste die ik belde

Ze was erbij toen ik een wiegje uitzocht, ze kocht de kleinste rompertjes die ze kon vinden. We zaten samen op mijn bank, terwijl ik me afvroeg of ik het ooit allemaal zou kunnen. Ze had zelf ook een dochter, Lonka. Die was precies even oud als Anna. Het voelde alsof het zo moest zijn – dat onze meisjes samen groot zouden worden. We zagen elkaar elke week. Soms met de kinderen erbij, soms met z’n tweeën. Dan zaten we in mijn keuken of op haar balkon, met glazen wijn of thee. Ze was degene bij wie ik alles kwijt kon. Als ik me onzeker voelde als moeder, of als ik ruzie had met mijn man. Gijsje wist het altijd zo goed te zeggen: “Ach, Dim, niemand doet het perfect. We doen allemaal maar wat.”

Onze dochters waren net zo onafscheidelijk als wij

Anna en Lonka. Twee meisjes van 7, allebei eigenwijs, allebei slim. Ze speelden schooltje of verkleedden zich als prinsessen. Ze ook weleens ruzie, woorden, maar altijd was het binnen een uur weer goed. Toen Anna voor het eerst naar school ging, was het Gijsje die haar mee opving. Ze haalde haar soms op, nam haar mee naar huis. Net zoals ik dat voor Lonka deed als Gijsje een keer later moest werken. Het voelde niet eens als oppassen. Het voelde alsof we een groot, chaotisch gezin waren, waarin iedereen elkaar hielp.

Ik weet nog precies wanneer het misging

Het was een zondag, einde middag. Anna en Lonka speelden bij Gijsje thuis, terwijl wij in de keuken zaten. Er was niks bijzonders aan die middag, tot ik een opmerking maakte over hoe Gijsje met Lonka omging. “Je moet niet zo streng zijn,” zei ik. “Ze is nog maar een kind.” Ik bedoelde het lief. Maar Gijsje keek me aan met ogen die ineens koud leken. “Ze heeft gewoon grenzen nodig, Dimitri,” zei ze. Haar stem was vlak. Ik lachte het weg, zoals ik altijd deed. Maar ik zag dat het haar raakte. De rest van de middag was ze kortaf, bijna kil. Toen ik Anna ophaalde, voelde het alsof ik een muur tussen ons in stond.

De dagen erna stuurde ik haar appjes

Ik wilde het muurtje afbreken. Het waren kleine berichtjes. “Hoe gaat het?” “Zullen we zaterdag weer wat afspreken?” Een klein beetje uit paniek. Maar ik kreeg geen antwoord. Ik dacht dat ze druk was, of misschien nog even moest afkoelen. Maar toen de dagen weken werden, begon ik het te voelen: dit was geen pauze. Dit was iets anders. Ik dacht aan al die keren dat we samen hadden gelachen. Aan de keren dat we elkaar in de ogen keken en meteen wisten wat de ander dacht. Het voelde alsof ik een deel van mezelf was kwijtgeraakt. En het deed me pijn. Maar wat nog veel meer pijn deed, was Anna.

Anna begreep het niet

Ze begreep er niets van. En dat is heel logisch. Ze was nog maar een klein kind. “Mama, wanneer gaan we weer naar Lonka?” vroeg ze keer op keer. In het begin zei ik: “Snel, liefje. Even wachten.” Maar na een tijdje kon ik dat niet meer zeggen. Want dat was niet de waarheid. Ik zag hoe ze haar beste vriendin miste. Ze praatte steeds over Lonka. Over de spelletjes die ze samen deden. Over hoe Lonka altijd met haar wilde dansen. Ik zag hoe haar ogen hoopvol werden als we langs het huis van Gijsje liepen. Ik probeerde het op te lossen. Ik stuurde nog eens een berichtje. “Gijs, de meisjes missen elkaar zo. Misschien kunnen we gewoon een keer afspreken, voor hen?” Maar ook dat bleef onbeantwoord.

’s Nachts dacht ik aan alles wat er was geweest

Hoe we samen op het schoolplein stonden te wachten, altijd pratend, altijd lachend. Hoe we vakanties planden, samen in een huisje op de Veluwe, de kinderen met zand in hun haren en wij met wijn in de avondzon. Ik dacht aan de geboorte van Anna. Gijsje was er bijna meteen. Ze stond met tranen in haar ogen boven het wiegje. “Ze is perfect,” zei ze. Ik had haar geloofd. Alles ging door mijn hoofd. Alle herinneringen. Ik wist niet hoe ik dat alles ooit los moest laten.

Een poging

Op een middag, ik denk dat het enkele weken later was, vroeg Anna weer: “Mama, gaan we ooit nog naar Lonka?”. Ik besloot langs te gaan. We liepen hand in hand. Ik belde aan bij Gijsje. Mijn hart bonkte in mijn keel. Het voelde niet goed. Ze deed open, maar ze keek me niet aan. “Hoi,” zei ze kort. “Hoi,” zei ik terug. “Mag ik even binnenkomen? Voor de meisjes?”. Ze aarzelde, maar deed de deur toch een stukje verder open. Ik stapte naar binnen. Anna vloog meteen naar Lonka toe. Ik hoorde hun stemmen in de woonkamer – alsof er niets was gebeurd.

Ik probeerde een gesprek te beginnen met Gijsje

Maar alles wat ik zei, stuitte op korte antwoorden. Haar blik was gesloten. Ik voelde me een indringer in een huis waar ik ooit thuis was. Na tien minuten zei ze: “Ik denk dat het beter is als jullie gaan.” Haar stem was zacht, maar er zat iets in wat ik niet kende. Iets wat niet meer te repareren was. Ik knikte alleen maar. Ik pakte Anna’s jas en haar hand. Toen we buiten stonden, trok ze aan mijn arm. “Waarom mag ik niet blijven?” vroeg ze. Ik had eigenlijk geen antwoord.

De weken erna probeerde ik het leven weer op te pakken

Anna had nieuwe speelafspraken, maar het was nooit hetzelfde. Ze bleef vragen naar Lonka. Ze bleef tekeningen maken voor haar, die ze bij mij in de kast legde, omdat ze niet wist waar ze ermee heen moest. Ik keek naar die tekeningen en voelde hoe het pijn bleef doen. Niet alleen omdat ik mijn vriendin kwijt was, maar omdat ik zag hoe het bij Anna binnenkwam. Ik had nooit gedacht dat ik zo’n ruzie zou krijgen met Gijsje. Dat het zo stil zou worden tussen ons. We hadden altijd gedacht dat we samen oud zouden worden. Dat onze meisjes op hetzelfde plein zouden spelen als tieners, misschien zelfs zouden blijven als ze zelf kinderen kregen. Nu liep ik met Anna langs het huis van Gijsje en voelde ik hoe mijn dochter haar hoofd afwendde. Alsof ze het niet wilde zien. Ik miste haar ook. Haar scherpe opmerkingen, haar lach. Maar ik wist niet hoe ik nog over die muur heen moest komen. Dat lukte gewoon niet meer. Ze liet ons niet meer toe.

Inmiddels zijn we maanden verder

Gijsje en ik hebben elkaar niet meer gesproken. Anna heeft het er niet meer over, maar ik weet dat ze Lonka mist. Soms hoor ik haar zacht zingen in bed, een liedje dat ze ooit samen zongen. Ik weet dat ik het moet loslaten. Maar het blijft zwaarder voelen dan ik dacht. Ik denk niet dat het nog goedkomt. En wat me het meest dwarszit? Dat ik het niet alleen voor mezelf erg vind. Maar vooral voor Anna. Want hoe leg ik haar uit dat vriendschappen soms zomaar kapotgaan? Dat mensen die ooit alles voor je waren, ineens niets meer zeggen? Ik kan het niet uitleggen. Dus ik zeg maar niks. Ik wrijf over haar rug als ze verdrietig is. Soms is iets kapot. Zelfs als je nog zo hard hoopt dat het ooit weer goedkomt.

DIMITRI

7 gedachten over “Dimitri: “Ik appte voor de zoveelste keer: ‘Hoe gaat het?’, maar ineens kreeg ik geen reactie meer van mijn beste Vriendin, was ons laatste gesprek nou zo verkeerd geweest?””

  1. Zonde,
    Er vast meer aan de hand dan die ene opmerking. Anders zou je niet plots ineens het contact verbreken. Ik mis ook de communicatie, dit is echt typisch vrouwen. Het aanzetten van negeren is makkelijk dan erover praten. Als vrouwen nou eens beter zouden communiceren dan was die afstand helemaal niet nodig geweest.

    Beantwoorden
  2. Dit klinkt alsof er bij haar al langer iets dwars zat dat ze niet heeft durven delen en dat dit de druppel was. Anders verbreek je niet na 1 woordenwisseling de vriendschap lijkt me… Zonde dat je er nooit achter bent gekomen waarom het zo is gelopen. Zelf heb ik ook wel eens vriendschappen verbroken maar wel altijd met een uitleg. Die verdient de ander wanneer je een romantische relatie beëindigt maar net zo goed wanneer je een vriendschap beëindigt als je het mij vraagt.

    Beantwoorden
  3. oei, ik mis een beetje zelfreflectie. je had een geweldige vriendin, die jou nooit veroordeelde, maar jij vond het wel nodig haar te veroordelen op haar moederzijn en haar manier van omgaan met haar kind. het kind, dat dankzij diezelfde opvoeding, de beste vriendin van jouw kind is geworden. je bedoelde het lief schreef je? nou ik zou maar eens heel goed nadenken over je eigen houding en eens proberen om te beginnen eens door t stof te gaan en je vriendin welgemeende excuses aan te bieden! wie ben jij om haar te veroordelen?

    Beantwoorden
    • wat ik vooral mis, is communicatie. Aapjes sturen,foute boel, kan zomaar helemaal verkeerd overkomen. Toch even langs gaan MET kind,fout.
      ga met haar alleen het gesprek aan en vraag wat er dwars zit, bied excuses aan en praat het uit, onder 4 ogen. In zo’n geval is appen of bellen geen goed idee.
      maar in veel gevallen zitten ze vast aan hun telefoon en is een “normaal” gesprek niet mogelijk.
      Er heerst niet voor niets zoveel eenzaamheid onder jongeren. een telefoon maakt meer kapot dan je lief is.

      Beantwoorden

Plaats een reactie