Dais: “De juf kwam op vrijdagmiddag ineens naar mij toe: ‘Heb je nog even’, wat nu weer dacht ik, ik schrok”  

| ,

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen

Lees eerst onderstaande vorige delen

Dais: “Kinderen leiden mijn zoon af, maar de juf zegt: “Jouw zoon heeft geen interesse in letters”

Dais: “‘Misschien is hij er nog niet aan toe’, concludeerde de juf, maar ik voelde enorme weerstand, ze maakte een fout”

Het is nu een maand later

En ik moet iets toegeven. Iets waar ik eerst behoorlijk tegenaan duwde, wat ik met wantrouwen bekeek en bijna had afgewezen: Bouw. Dat extra kwartiertje in de week, met een grote leerling uit de bovenbouw. Ik dacht dat het Jurgen zou labelen. Dat hij zich dom zou voelen. Dat het averechts zou werken.

Maar ik zat fout

Jurgen bloeit op. Ik zeg het hardop tegen mezelf terwijl ik de afwas doe. De radio staat zachtjes aan. Jurgen zit achter me aan tafel met een stapel oude reclamefolders, waar hij woorden in aan het omcirkelen is. “Mama, hier staat de A van appel!” roept hij. En even later: “En hier de S van Sssst, ga slapen!” Ik vind het zo bijzonder dat hij letters herkent, maar omdat hij het zélf wil doen. Omdat hij enthousiast is. En trots.

“Mama, wij hebben een geheimpje hoor!”

De eerste keer dat hij me over Bouw vertelde, was na een schooldag waarop ik hem wat vroeger kwam halen. Hij kwam aangerend met een grote grijns op z’n gezicht. “Mama! Vandaag had ik weer met Mats!” Ik wist meteen over wie hij het had: zijn maatje uit groep 8. Een lange, rustige jongen met haar dat altijd over één oog hangt. “Wat hebben jullie gedaan?” vroeg ik. “Wij hebben de letter R gezocht! En Mats zei dat ik die het beste van allemaal kon zeggen. Rrrrrrrrr!” Hij probeerde het geluid na te doen. “We hebben ook een spelletje gedaan. Met rijmwoorden. Vies en kies en nies.” Hij keek me stralend aan. “Maar je mag het niet aan juf zeggen, hè mam. Het is een beetje ons geheimpje.” Ik knikte. “Helemaal goed.” En die week begon ik het te merken. Hoe hij thuiskwam met zelfvertrouwen. Hoe hij aan tafel ineens de H van Hannah (zijn nichtje) wilde opschrijven. Hoe hij me ’s avonds voorlas uit zijn eigen verzonnen boekje vol krabbels en letters. Overigens niet herleidbaar naar letters.

De juf keek me aan en zei: “Wat een verschil hè?”

Toen ik die vrijdag werd aangesproken door de juf op het schoolplein, dacht ik even: Wat nu weer? Maar ze lachte warm en zei: “Wat een verschil hè, met Jurgen?” Ik voelde meteen iets in mijn borst. Blijdschap. En ook een soort berusting. “Ja,” zei ik, “ik weet het. En ik moet ook toegeven dat ik er best aan heb moeten wennen. Aan het idee.” De juf knikte begripvol. “Dat snap ik. Je wilt je kind beschermen. Maar hij doet het echt fantastisch. Hij is geconcentreerd, nieuwsgierig, stelt vragen. En wat ik het mooiste vind: hij lijkt plezier te hebben in taal. Hij durft nu fouten te maken, en daar leer je het meest van.” Ik slikte. “En dat komt echt door Bouw?” “Deels. Maar vooral omdat hij zich veilig voelt. Hij krijgt aandacht op zijn tempo. En Mats is zo’n fijne leerling, hij voelt zich geen klein kind naast hem, maar juist serieus genomen.”

De week erop hadden we een afsluitend gesprekje gepland

Koffie in kartonnen bekers, twee stoelen bij het raam. Jurgen was even bij de overblijf, dus we hadden tijd. “Dank dat je even wilde komen,” begon ze. “Ik vind het fijn om ook positieve dingen terug te geven. Dat gebeurt soms te weinig.” Ik glimlachte. “Nou, ik krijg liever dit dan dat ik hoor dat hij zijn taakjes niet af heeft gekregen.” Ze lachte. “Dat was ook echt een andere tijd. Hij is veranderd. Minder schuw, minder snel afgeleid. Of nou ja, hij laat zich nog steeds afleiden, maar hij herpakt zich. En dat is winst.” Ik knikte. “En hij vertelt er thuis over. Met trots. Alsof het een soort clubje is waar hij bij hoort.”

“Dat is het ook een beetje,” zei de juf

“Kinderen voelen zich speciaal als ze persoonlijke aandacht krijgen. En het helpt dat hij het niet ziet als straf of bijles, maar als iets leuks. Mats heeft ook gezegd dat hij hem een slim joch vindt.” Dat raakte me.

“Mag ik je iets zeggen?” vroeg ik

“Natuurlijk.” Ik vond het moeilijk, maar dit moest gezegd worden. “Ik dacht echt dat ik hem moest beschermen. Tegen jullie oordeel. Tegen het systeem. Ik dacht: hij raakt overprikkeld, straks duwen ze hem iets in waar hij zich alleen maar kleiner door voelt.” “Dat snap ik. Echt waar. Maar weet je wat het is? Wij zoeken ook. Iedere dag. We maken plannen, proberen dingen, gooien ze weer om. En soms, zoals bij Jurgen, pakt iets gewoon heel goed uit.” Ik voelde tranen prikken. Ik werd emotioneel. “En weet je,” zei ze zacht, “soms helpt het als ouders kritisch zijn. Dan denken wij ook weer scherper na. Dus dat je je vragen stelde, is alleen maar goed.”

Thuis speelt Jurgen nu met zijn letterkaart

Hij wijst de P aan. “Van panda,” zegt hij. En dan: “En van poep!” Ik lach. Hij grijnst. “En van papa!” roept hij dan snel, als hij doorheeft dat we hem aankijken. Ik kijk naar hem, deze jongen van vijf. En ik ben zó trots. Niet omdat hij letters leert, maar omdat hij durft. Omdat hij vertrouwen heeft gekregen. In zichzelf, in school, in die grote jongen die naast hem zit en zegt: “Je doet het goed, Jurgen.”

DAIS

10 gedachten over “Dais: “De juf kwam op vrijdagmiddag ineens naar mij toe: ‘Heb je nog even’, wat nu weer dacht ik, ik schrok”  ”

  1. super vind dit ook wel een heel goed idee om met jongere kinderen te oefenen voor letters te herkennen
    zo leren wij er ook nog wat van 😉

    Beantwoorden
    • Voor de kleintjes wel; maar wat leert het oudere kind hiervan? Het moet wel wederkerig leerzaam voor beiden zijn; anders functioneren de groep 8 leerlingen gewoon als gratis onderwijsassistent.

      Beantwoorden
      • Wat dacht je van leren hoe je andere helpt die nog niet zo zelfstandig zijn als jij. Maatschappelijke verantwoordelijk.
        Per leerling kan je er ook nog individuele doelen aan koppelen. Zelfvertrouwen op doen kijk, ik kan iemand helpen. Geduldig leren zijn. Leiding nemen. Grenzen aan geven. complimenten geven. Heel nuttig om dit niet alleen met leeftijdsgenoten en leerlingbegeleiding met het zelfde niveau te oefenen.

        Beantwoorden
      • Wat dacht je van leren hoe je andere helpt die nog niet zo zelfstandig zijn als jij. Maatschappelijke verantwoordelijk.
        Per leerling kan je er ook nog individuele doelen aan koppelen. Zelfvertrouwen op doen, kijk ik kan iemand helpen. Geduldig leren zijn. Leiding nemen. Grenzen aan geven. complimenten geven. Heel nuttig om dit niet alleen met leeftijdsgenoten en leerlingen met het zelfde niveau te oefenen.

        Beantwoorden
      • heel belangrijk zeker alle eerder gemelde redenen maar ook voor Max, nu de grote 8e groeper maar binnenkort een brugpieper tussen alle oudere pubers. weet zelf nog wat een overgang dat was. Max weet nu hoe het is om hulp te vragen en te krijgen en dat dit niet gek is.

        Beantwoorden
      • Wat denk je van bijzondere verantwoordelijkheid dragen? Betrokken zijn bij iemand die dat (overduidelijk, lijkt me) nodig heeft? Vriendschap?
        Allemaal belangrijke dingen waaraan geen cent te pas komt, ook niet hoort te komen. Solidariteit noemen we dat. Of medemenselijkheid. Allemaal positieve, waardevolle dingen. Gratis en voor niets.

        Beantwoorden

Plaats een reactie