Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
We zijn altijd op zoek naar nieuwe verhalen, zowel verhalen met een lach als met een traan! Heb jij iets unieks, bijzonders, of emotioneels meegemaakt? Iets unieks of ludieks? Wil je je bevallingsverhaal bij ons delen? Heb jij of je kind een (bijzondere) aandoening? Een dilemma waar je voor staat wat betreft de opvoeding? Of wil je juist een hele mooie gebeurtenis delen? Dit kan uiteraard ook anoniem! Stuur ons een email naar: [email protected] voor meer informatie.
Na mijn bevalling dacht ik: oké, het ergste heb ik nu gehad. De weeën, het persen, de hechtingen. Alles erop en eraan. Ik wist dat ik daarna nog even moest herstellen. De kraamverzorgster had het al gezegd: “Je lijf heeft een topprestatie geleverd.” Ik zou bloeden, mijn borsten zouden pijn doen, mijn bekkenbodem zou slap aanvoelen. Maar ik zou er wel weer bovenop komen. Dat dacht ik dus.
Wat ik níét wist, en wat niemand me van tevoren verteld had, is dat ik last zou krijgen van iets wat misschien nog wel gênanter voelde dan alles wat ik eerder heb meegemaakt: aambeien. Jep. Die vreselijke dingen waar niemand over praat, maar waar zo te horen zóveel moeders last van hebben. Pas toen ik er zelf mee zat, kwam ik erachter dat ik lang niet de enige ben. Maar wat voelde ik me alleen.
Het begon met jeuk en een branderig gevoel
De eerste weken na de bevalling merkte ik dat ik een soort jeuk had… op een plek waar je liever niet krabt. Het voelde ook branderig. Niet constant, maar vooral als ik naar de wc was geweest. En poepen, nou, dat was op zich al een onderneming geworden. Ik dacht eerst dat het de hechtingen waren, of misschien een scheurtje dat niet goed geheeld was. Maar toen ik met een spiegeltje durfde te kijken zag ik het. Een paars bobbeltje. Mijn maag draaide zich om. Dit kon niet waar zijn. Aambeien.
Waarom zegt niemand hier iets over?
Ik heb allerlei cursussen gevolgd tijdens mijn zwangerschap. Van pufcursus tot bekkenbodemtraining, ik had boekjes gelezen, podcasts geluisterd. Nergens, echt nergens, werd dit uitgebreid genoemd. En als het al even ter sprake kwam, dan met een soort afkeurende ‘ieuw’-toon alsof het iets is voor vieze oude mannetjes die te lang op het toilet zitten. Maar ik? Ik had net een kind op de wereld gezet. Ik had geen tijd om lang op de wc te zitten. Ik was druk met voeden, kolven, billen vegen, slaapjes plannen. En nu moest ik ook nog dealen met dit? Ik schaamde me. Zelfs tegenover mijn man. Ik heb hem echt wel alles laten zien in de afgelopen maanden, inclusief bloed, vruchtwater en borsten die lekten, maar dit voelde als een grens. Ik wilde niet dat hij het zag. Niet dat hij er zelfs maar aan zou denken. Ik voelde me vies.
Tot het erger werd
Ik hoopte dat het vanzelf weg zou gaan. Maar natuurlijk werd het erger. De bobbeltjes werden groter. Soms verdwenen ze een paar dagen en dan dacht ik: het is over. Maar dan waren ze ineens terug. En pijnlijker. Alsof er met messen werd gesneden zodra ik ging zitten. Op een ochtend kon ik amper uit bed komen. Benja lag te brabbelen in zijn wiegje, en ik liep krom naar hem toe. Ik besloot de huisarts te bellen.
De huisarts was begripvol. Maar ik voelde me alsnog ongemakkelijk
Ik vertelde de assistente zachtjes wat er aan de hand was. Ze leek het niet gek te vinden. “Ik zet je er morgen tussen,” zei ze. En zo zat ik daar, een dag later, met klamme handjes op een wachtkamerstoel. Niet vanwege angst voor ziekte, maar vanwege schaamte. Ik wilde bijna zeggen dat ik me vergist had, dat ik weer naar huis ging. Maar ik wist ook: dit kan zo niet langer. De huisarts, een vriendelijke, oudere man, vroeg wat er aan de hand was. En toen moest ik het zeggen. “Ik denk… ik heb denk ik aambeien..”
Hij knikte. Geen spoor van afkeuring, alleen begrip. “Dat komt vaak voor, hoor. Veel vrouwen krijgen hiermee te maken. Niet alleen vlak na de bevalling, maar soms nog jaren later. De druk op je bekkenbodem is veranderd. Je bent gevoeliger geworden. Je hoeft je nergens voor te schamen.”
Hij gaf me een zalfje en advies
Ik kreeg een zalfje mee en advies over vezelrijk eten, veel drinken, en beweging. “Zorg dat je niet hoeft te persen,” zei hij. Nou, makkelijker gezegd dan gedaan als je darmen nog steeds in kraamstand staan. Maar ik probeerde het. Ik kocht pruimensap (blegh), ik maakte havermoutontbijtjes, en ik liet de witte bolletjes links liggen. En jawel, na een paar dagen voelde ik verbetering. De ontsteking ging weg, de pijn nam af, en het bobbeltje werd kleiner. Maar ik wist ook: dit is niet iets wat nu ineens wegblijft. Dit is mijn nieuwe realiteit. En daar moest ik mee dealen.
Ik vertelde het aan een vriendin en was in shock
Toen ik mijn vriendin Lara zag tijdens een koffiedate, durfde ik het te vertellen. Eerst heel omfloerst. “Heb jij weleens… eh… dingen gehad na je bevalling waar je niet zo makkelijk over praat?” Ze keek me aan en knikte meteen. “Aambeien?” Ik viel bijna van mijn stoel. “Ja joh,” zei ze. “Ik had ze na Lucas, maar ook nu nog weleens. Vooral als ik gestrest ben of te weinig drink. Maar ik vertel het eigenlijk nooit. Het voelt een beetje… vies. Snap je?” Ja. Ik snapte het precies. Maar ik vond het tegelijkertijd ook absurd.
Waarom is dit zo’n taboe?
We hebben het overal over als moeders. Over hechtingen, scheurtjes, urineverlies, over slapeloze nachten en bekkeninstabiliteit. Maar over aambeien? Doodse stilte. Terwijl zóveel vrouwen ermee rondlopen. In stilte. In schaamte. In pijn. En dat moet echt veranderen. Dus daarom schrijf ik dit. Niet om aandacht, niet om medelijden. Maar omdat ik weet dat er ergens nu een moeder op haar bed zit, op een kussen in een rare hoek, met tranen in haar ogen en een gevoel van walging over haar eigen lijf. En ik wil haar zeggen: je bent niet alleen.
Het heeft niets met ‘vies’ zijn te maken
Aambeien zijn geen teken van slechte hygiëne. Ze zijn het gevolg van zwangerschap, bevalling, hormonale veranderingen, druk op je bekkenbodem en je darmen die nog steeds de kluts kwijt zijn. En ja, ze zijn vervelend. Pijnlijk. Ongemakkelijk. Maar ook normaal. Wat ik hoop? Dat we het er meer over gaan hebben. Dat we het opnemen in de zwangerschapscursussen. Dat kraamverzorgenden het noemen in hun boekjes. Dat we onze vriendinnen vertellen waar we last van hebben, zonder dat we erbij giechelen of fluisteren. Want dít is ook moederschap.
Ik ben nu 7 maanden verder
Mijn zoontje Benja is inmiddels 7 maanden oud. Hij kruipt, lacht, spuugt alles onder en heeft mijn hart veroverd. En ik? Ik heb nog steeds af en toe last. Soms na een zware dag. Soms als ik een paar dagen minder gezond heb gegeten. Maar ik weet nu wat ik moet doen. En ik weet: ik hoef me niet te schamen.
Sterker nog, ik wil dat geen enkele moeder zich ooit meer zo alleen voelt zoals ik me toen voelde. Dus bij deze, met knikkende knieën maar ook een tikkeltje trots: dit was mijn verhaal. Deel het alsjeblieft. Of vertel jouw versie aan je vriendin. Want hierin moeten we ons niet alleen voelen.
ESTHER
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
We zijn altijd op zoek naar nieuwe verhalen, zowel verhalen met een lach als met een traan! Heb jij iets unieks, bijzonders, of emotioneels meegemaakt? Iets unieks of ludieks? Wil je je bevallingsverhaal bij ons delen? Heb jij of je kind een (bijzondere) aandoening? Een dilemma waar je voor staat wat betreft de opvoeding? Of wil je juist een hele mooie gebeurtenis delen? Dit kan uiteraard ook anoniem! Stuur ons een email naar: [email protected] voor meer informatie.
Op welke manier kun je jouw verhaal (eventueel anoniem) insturen naar Kids&Kurken? Thanks for information Kehidupan Kampus
ook ik schaamde mij, zelfs om naar de huisarts te gaan tot ik zoveel ellende van onder voelde en niet anders kon.
dan hoor je dat je daar kanker hebt….
doorgegroeid naar de darmspier. gelukkig was het traag groeiend en niet uitgezaaid…
ben nu 3 jaar schoon. let goed op je lichaam…
Heeft de huisarts dat gediagnosticeerd? Altijd gedacht dat je voor dat soort dingen eerst naar een specialist doorverwezen werd.
Pff vreselijk is het! Weet je wat ook echt goed helpt, dan zijn ze binnen een dag kleiner, minder gevoelig en bijna weg. Als je er neusspray op doet, wel die met xylometazoline er in. Gewoon op je hurken gaan zitten, wat op je vingers sprayen en even op je aambei deppen. Tip van mijn huisarts!
Tja er zijn wel meer dingen veelvoorkomend en toch nauwelijks besproken. Denk aan onzekerheid, soa’s, hiv, geldzorgen, enz.