
Pleun: “Ze voegde me ineens toe op WhatsApp en stuurde: ‘Even eerlijk…’”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
We zijn altijd op zoek naar nieuwe verhalen, zowel verhalen met een lach als met een traan! Heb jij iets unieks, bijzonders, of emotioneels meegemaakt? Iets unieks of ludieks? Wil je je bevallingsverhaal bij ons delen? Heb jij of je kind een (bijzondere) aandoening? Een dilemma waar je voor staat wat betreft de opvoeding? Of wil je juist een hele mooie gebeurtenis delen? Dit kan uiteraard ook anoniem! Stuur ons een email naar: [email protected] voor meer informatie.
Ik wist niet dat het schoolplein zo confronterend kon zijn
Toen mijn dochter Robijn naar groep 1 ging, stapte ik een wereld binnen waarvan ik het bestaan alleen maar vaag vermoedde. Een wereld van fluisterende groepjes, thermoskannen met havercappu, uitgesproken leggings, merksneakers en een soort hiërarchie die me akelig veel deed denken aan de middelbare school. Maar dan met buggy’s, lunchtrommels en scrunchies. Ik ben Pleun. Moeder van één, getrouwd met Bhodi, parttime tekstschrijver, fulltime planner van gezinsleven, boodschappen, traktaties en speelafspraakjes. Tot dan toe had ik me redelijk veilig gevoeld in de kinderopvangwereld: ouders haalden en brachten gehaast, geen tijd voor koetjes en kalfjes. Maar op de basisschool veranderde dat. Er was tijd. Er waren blikken. En er waren ‘de moeders’.
De eerste paar weken hield ik me compleet afzijdig
Ik knikte vriendelijk, probeerde niet te lang naar mijn telefoon te staren, en hield Robijn stevig aan de hand alsof zij mijn legitimatiebewijs was om daar te mogen staan. Er was een moeder die me opviel. Hoge paardenstaart, roze scrunchie, leren jas, grote zonnebril. Alsof ze recht uit een Netflix-serie was gestapt. Ze heette Rosea. Iedereen wist dat. Ze kende alle juffen en meesters bij voornaam, regelde mee met een schooluitje, zette acties op voor het schoolpotje en organiseerde verjaardagscadeaus. En iedereen hing aan haar lippen.
Na een paar weken gebeurde het: ik werd aangesproken
Door een andere moeder, Sanne, die me vriendelijk vroeg of ik al in de ‘klasapp’ zat. Ze bedoelde de WhatsAppgroep voor de ouders van groep 1B. Ik zei nee. Twee minuten later kreeg ik een uitnodiging binnen. ‘Moeders groep 1B’ heette de groep. En nog geen vijf seconden daarna: ‘Rosea heeft je toegevoegd.’ En toen kwam het bericht. Van haar. Rosea. ‘Even eerlijk…’ stond er. Mijn hart sloeg over. Wat kwam erna? Wat bedoelde ze? Ik voelde me ineens weer zestien. Alsof ik op een verkeerd feestje was en iemand wilde weten wat ik hier deed. Ik las: ‘Rosea is aan het typen’..
‘Wie heeft er ook altijd gezeik met die broodtrommels?
Mijn kind eet nóóit wat ik meeneem.’ Ik wist niet wat ik moest antwoorden. De rest van de groep reageerde met lachende emoji’s, tips, foto’s van lunchtrommels en recepten voor muffins. Ik zei niets. Ik was bang het verkeerd te doen. De weken daarna werd ik opgenomen in het ritme. Schoolplein om 08:25. Even knikken naar bekende gezichten. Rosea die met haar zonnebril op verslag deed van de ouderraad. Sanne die me tipte over de beste plekken voor kinderfeestjes. En de appgroep die nooit stil stond. Ik voelde me er nog niet thuis, maar ik hoorde er in elk geval bij. Dacht ik.
Tot het moment dat ik per ongeluk iets verkeerds zei in de groep
Er was een verwarring over een studiedag. Ik vroeg of iemand wist of het klopte dat er donderdag geen school was. Rosea reageerde: ‘Staat in de nieuwsbrief, Pleun 😘’ En daarna… stilte. Geen reactie van anderen. Alsof ik iets doms had gevraagd. Ik voelde me in ieder geval stom. Hoe kon ik dat niet weten? Waarom had ik niet eerst de nieuwsbrief gecheckt? En toen begon het. Het gevoel dat ik me moest bewijzen. Dat ik méé moest doen. Aan de juiste thema’s, traktaties die Pinterestwaardig waren, aan het juiste volume op het schoolplein. Het raakte me meer dan ik wilde toegeven. Mijn man Bhodi begreep het niet helemaal. “Wat boeit het wat die vrouwen vinden? Je ziet ze drie minuten per dag.” Maar het ging niet om die drie minuten. Het ging om hoe het voelde. De constante vergelijking. Het ongemerkte aftasten. De momenten waarop ik net niet werd uitgenodigd voor een speelafspraakje, de lunch op school die Robijn blijkbaar ‘anders’ had dan de rest, de keren dat Rosea haar arm om een andere moeder heen sloeg en ik me afvroeg waarom ik daar niet stond.

Ik begon mijn gedrag aan te passen
Kocht wél die ene rugzak waar iedereen het over had. Zocht naar ‘gezonde lunchtips’. Plaatste een foto van Robijn met haar nieuwe laarsjes. En toen kreeg ik opeens een privébericht van Rosea. ‘Leuke laarsjes! Kom je volgende week ook helpen met versieren op school voor Sint?’ Ik voelde me euforisch. Ja! Ik mocht helpen. Ik hoorde erbij. De ochtend van het versieren ging ik extra vroeg. De gymzaal was gevuld met slingers, dozen, geur van koffie. Rosea stond al bij de geluidsinstallatie. Ze glimlachte naar me. “Pak maar een schaar. We beginnen met de muur.” Die ochtend was heerlijk. We werkten hard, lachten, en ik voelde me nuttig. Een moeder onder de moeders. Een onderdeel van iets. Later, tijdens de koffie, vroeg Rosea tussen neus en lippen door: “Wat doe jij eigenlijk, Pleun? Werk je?” Ik vertelde over mijn freelancewerk. Dat ik vooral thuis werkte, en ook vaak ‘s avonds. Ze knikte langzaam. “Ah, chill. Dan kun jij vast ook volgende keer helpen met de paaslunch.” Het was geen vraag. En ik zei ja. Natuurlijk zei ik ja.
Er was nog een moment dat me altijd zal bijblijven
Het was op een vrijdagmiddag. Rosea had een spontane oproep in de app gedaan: ‘Wie heeft er zin in een borrel straks bij mij thuis? Gewoon even met wat moeders.’ Iedereen leek ‘ja!’ te roepen. Ik twijfelde. Maar ik wilde erbij horen. Dus ik stuurde: ‘Leuk! Ik kom ook.’ Een uur later kreeg ik een berichtje van Rosea. Privé. ‘Hee Pleun, leuk dat je ook komt 💕. Houdt je meer van witte wijn of rose?’ Mijn wangen gloeiden. Ik hoorde erbij. De populaire groep. Ik werd iedere keer voor Roseas borrels gevraagd. Langzaam maar zeker begon ik mijn plek te vinden. Ik werd uitgenodigd voor verjaardagen, kreeg binnenpretjes in de appgroep, mocht meedenken over de groepsfoto. En ergens vond ik dat fijn. Ik hoorde er nu écht bij. En toch…Ik twijfelde wel. Want waarom houdt ik de hiërarchie in stand? Waarom doe ik eraan mee? Ben ik niet volwassen geworden?
Op een middag, nadat ik Robijn had opgehaald, bleef ik wat langer op het schoolplein staan
Rosea vertelde enthousiast over een nieuwe moedersbrunch die ze wilde organiseren. Iedereen lachte, knikte, plande mee. Maar toen ik me omdraaide zag ik aan de overkant van het plein twee andere moeders staan. Ze keken kort naar onze groep en wendden hun blik weer af. Alsof ze zich bewust waren van hun plek daarbuiten. En ineens voelde ik het prikken. Was ik nu zelf deel geworden van een exclusief groepje waar ik ooit zo tegenop had gekeken? In mijn jeugd. Maar ook nu. Zagen die moeders mij zoals ik Rosea had gezien? Wilde ik dit wel? Maar nog belangrijker: waarom wilde ik dit? Wilde ik mijn jeugdtijd ‘goedmaken’? Ik had er nooit bij gehoord, maar nu wel.
PLEUN