Veerle: “‘Vandaag komt spelen niet uit’, zei ik als smoes, ik ben klaar met het gedrag van het vriendje van mijn zoontje, hoe moet ik nu hiermee omgaan?”

| ,

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen

Vanaf het moment dat Matthias in groep 1 begon, hoorde ik voor het eerst de naam Arthur vallen

“Arthur en ik maakten een toren van tien blokken, mama!” “Arthur kan héél snel rennen, sneller dan iedereen.” “Mag ik spelen met Arthur?” In het begin vond ik het aandoenlijk. Mijn zoon, zo’n sociaal kind, met z’n eigen sociale contacten. Natuurlijk, dacht ik, wat heerlijk dat hij zo’n klik heeft met iemand in zijn klas. En toen Arthur voor het eerst bij ons kwam spelen, dacht ik nog: ach, hij is gewoon enthousiast. Maar wat ik die dag nog niet wist, is dat het gegil geen eenmalige oprisping van uitgelaten kleuterenergie was.

Arthur hoeft de voordeur nog niet eens helemaal gepasseerd te hebben, of het begint al

“MATTHIAAAAAAAS!” Hij komt binnen alsof hij een stadion moet toespreken. Mijn porselein trilt ervan in de kast. Ik heb letterlijk een keer gedacht dat er misschien iets met zijn oren aan de hand is. Iets medisch. Of dat hij gewend is om altijd boven een hoop lawaai uit te schreeuwen thuis. Maar als ik er eerlijk over ben, denk ik niet dat het dat is. Want op school schijnt hij dit óók te doen. Matthias Vertelt dat de juf hem wel eens vraagt iets zachter te praten. Of dat hij ‘even een rondje moet lopen’ als hij té enthousiast wordt. Ik probeer begripvol te zijn. Het zijn kinderen. Ze zijn jong. Energievol. Druk. Maar het is niet alleen ‘druk’. Het is constant.

Mijn huis verandert in een jungle van decibellen

Waar andere kinderen gewoon praten, roept Arthur. De hele tijd. En hij lacht niet – hij giert. Zelfs als hij een banaan eet, klinkt het alsof hij de Lotto heeft gewonnen. Als hij met Matthias door het huis rent, gillen ze alsof ze achtervolgd worden door een tijger. Maar het verschil is: Matthias heeft pauzes. Arthur niet. Hij lijkt op een permanente energiestand te staan die ik simpelweg niet aankan. No geen 5 minuten. Hoe doen zijn ouders dit? Ik ben geen type dat snel zeurt. Ik ben moeder, ik weet dat kinderen niet stil zijn, dat spelletjes herrie maken en dat je huis nou eenmaal wat voller aanvoelt als er een extra kind rondloopt. Maar dit? Dit is een hele andere categorie.

De eerste keer dat ik het echt niet meer trok

Ik weet het nog goed. Het was een woensdagmiddag. Want dan zijn de kinderen vroeg uit. Matthias had Arthur al weken niet meer bij ons uitgenodigd. “Nu is Arthur weer aan de beurt,” vond mijn zoon. “Hij wil zó graag.” En dus stemde ik toe. Ik had die dag een migraine-achtig-gevoel in mijn hoofd, maar dacht nog: kom op Veerle, je bent geen watje. Toen ze thuiskwamen, had ik de tafel al gedekt met wat drinken en fruit. Ik wilde ze naar buiten sturen, het was droog, en de tuin is voor zulke momenten ideaal. Maar nog voor ik iets kon zeggen, stormden ze al gillend naar boven. En daar ging het mis. Ze begonnen te springen op het bed van Matthias. Arthur riep “Kijk dit dan! Kijk wat ik kan!” en ik hoorde een harde dreun. Toen ik de kamer binnenkwam, lag de lampenkap op de grond en was Arthur z’n schoen tegen het raam beland. Ik stond daar – mijn hoofd bonkte, mijn ademhaling schoot omhoog – en ik dacht maar één ding: ik wil dit niet meer. Niet op deze manier.

Is dit ethisch? Of ben ik gewoon een slechte moeder?

’s Avonds zat ik aan tafel met mijn man Nik. Ik vroeg hem: “Mag ik dat eigenlijk zeggen, dat ik het gewoon niet trek? Bedoel dat ik Arthur niet trek? Of ben ik dan een egoïstische moeder?” Nik keek me aan en haalde z’n schouders op. “Het is toch jouw huis? Je hoeft toch niet alles te pikken omdat het om kinderen gaat?” Maar dat is het nou juist. Het gaat wél om kinderen. En nog erger: het gaat om het beste vriendje van mijn zoon. En Matthias is dol op hem. Arthur ís zijn klasmaatje, zijn veilige maatje op school. Als ik te vaak ‘nee’ zeg, wat doet dat dan met hun vriendschap? En hoe leg ik dat uit aan Matthias zonder hem verdriet te doen?

Ik probeerde het bespreekbaar te maken

Een paar dagen later stond ik naast Arthurs moeder op het schoolplein. Ze is een warme vrouw, betrokken. Niet iemand waar ik zomaar tegen zou zeggen: “Je zoon is oorverdovend aanwezig en ik krijg er hoofdpijn van.” Dus ik probeerde het subtiel. Ik zei: “Arthur is wel lekker energiek hè?” Ze lachte. “Ja, hij is net een hondje dat je elke dag moet uitlaten, anders stuitert hij het huis door.” Ik dacht: oké, dus ze weet het. Maar toen zei ze: “Wij zijn blij dat hij zo lekker zijn ei kwijt kan bij jullie. Dat lukt niet bij iedereen.” Ik lachte mee, maar vanbinnen kromp ik ineen.

Mijn schuldgevoel

De volgende keer dat Matthias vroeg of Arthur weer bij ons mocht komen spelen, zei ik iets als: “Deze week komt het even niet zo goed uit, liefje. We hebben al een drukke week.” Dat was waar, maar ook niet helemaal. Ik had het gewoon niet in me. Niet de energie, niet de mentale ruimte. Ik voelde me schuldig. Alsof ik Matthias iets ontzegde wat hem gelukkig maakte. En tegelijk voelde ik opluchting. Want die middag was heerlijk rustig. We maakten samen koekjes. We deden een spelletje. Er was geen gegil, geen stress.

De tussenweg

Ik besloot mezelf niet meer te veroordelen. In plaats daarvan ging ik zoeken naar een tussenweg. Ik begon de speelafspraakjes wat meer te sturen. “Zullen jullie bij Arthur spelen vandaag?” Of: “Jullie mogen spelen, maar dan wel buiten, oké?” En als ik echt geen ruimte voelde, dan zei ik dat ook. Zonder smoes. Gewoon: “Vandaag even niet, schat. Mama heeft een beetje rust nodig.” En Matthias begreep dat. Natuurlijk keek hij soms teleurgesteld, maar hij begreep het wel. Dat had ik zo niet verwacht.

Er kwam een moment waarop ik het wél benoemde tegenover Arthurs moeder

We zaten bij een kinderfeestje en raakten aan de praat over hoe verschillend kinderen kunnen zijn. Toen zei ik: “Soms moet ik echt even bijkomen als Arthur is geweest. Hij is zó aanwezig. Het is een temperament dat niet overal in past.” Ze knikte. “Je mag dat zeggen, hoor. Ik snap dat wel. Het is ook wel zijn valkuil.” Ik voelde me zó opgelucht. Niet afgewezen, niet veroordeeld. Ze begreep het. Ik realiseerde me: vriendschappen van kinderen zijn belangrijk, maar dat betekent niet dat ik als ouder geen grenzen mag stellen. Dat ik moet overleven in mijn eigen huis. Het betekent dat ik mijn zoon mag leren dat vriendschap niet altijd betekent dat je elke dag op elkaars lip zit. En dat je soms ook rekening houdt met je omgeving.

Arthur is welkom, maar niet altijd

Nu komt Arthur nog steeds. En hij is nog steeds luid, en enthousiast, en ongeleid. Maar niet elke week. Niet altijd binnen. En niet als ik op mijn tandvlees loop. En dat is goed voor iedereen: voor hem, voor Matthias, en voor mij.

VEERLE

19 gedachten over “Veerle: “‘Vandaag komt spelen niet uit’, zei ik als smoes, ik ben klaar met het gedrag van het vriendje van mijn zoontje, hoe moet ik nu hiermee omgaan?””

  1. Handhaaf je eigen regels. Dit jongetje heeft grenzen nodig. Schrijf hem niet af, maar maak duidelijke afspraken met hem en handhaaf die.
    Moeders van rustige kinderen vinden dit vaak lastig, omdat ze het niet gewend zijn, maar iedereen kan het leren. succes!

    Beantwoorden
  2. zo herkenbaar mijn dochter is ook een stuiterbal .ze is inmiddels 10 jaar en stuitert vrolijk verder .vermoeiend ja zeker maar ze is zo gelukkig en voelt haarfijn aan als ze even rustig moet doen de reaktie van haar vriendinnetjes met het magische stop woord kinderen accepteren elkaar en een vriendinnetje zegt ook eerlijk en open tegen mijn dochter ik wil met jou afspreken maar niet de hele middag want je bent druk en dan ben ik te moe als je naar huis gaat
    op advies hebben we een onderzoek gestart naar mogelijkheid adhd gewoon om het te weten .maar ze is gewoon zoals ze is
    liever een vrolijke stuiterbal dan een grote mond en asociaal gedrag
    wel heeft ze het als kleuter moeilijk gehad en sloeg ze vaak kinderen en was ze erg onhandig en onstuimig maar dat heeft ze leren reguleren die emoties .en haar gedrag
    mijn complimenten aan jou mama .dat je je zoon nu al leert zijn eigen vrienden uit te zoeken en mee gegeven dat ieder anders is en dat dat mag .

    Beantwoorden
  3. wat fijn dat Arthur toch gedoceerd mag blijven spelen en dat je dit hebt besproken met zijn moeder. Een van mijn zoons was ook zo’n oncontroleerbare energiebal. en heus, ik heb hem alle normale gedragsregels proberen aan te leren. Maar ook hij kon zijn energie niet beteugelen. En o zo vaak kwam.hij verdrietig thuis omdat hij ergens niet mocht spelen. Nooit kwam.er een ouder zelf naar me toe. Hij is nu volwassen en heeft nog steeds vaak het gevoel niet goed genoeg te zijn.

    Beantwoorden
  4. Ik woon in Noorwegen en daar leren de kinderen al heel jong dat ze hun “binnen stem ” moeten gebruiken als ze binnen zijn. Dus binnen geen stemverheffing.
    Zowel thuis als op school wordt dit aangeleerd.

    Beantwoorden
  5. Je hoeft in jouw huis niet alles toe te laten. Er wordt niet gesprongen op bedden of banken. Punt. Dit kun je rustig maar duidelijk zeggen, desnoods aan het begin van de afspraak.

    Zorg inderdaad voor afgebakende tijd. Niet de hele middag.
    Wel fijn dat je het blijft proberen. Deze drukke kinderen krijgen al veel afwijzing namelijk.
    groetjes van een juf

    Beantwoorden
  6. wat goed! verder heeft dat jochie duidelijk meer hulp nodig. ik vermoed ook ADHD of autisme. en als dat niet zo is: gewoon een kind met heel hoge energie en nog niet echt geleerd om daarmee om te gaan. ook zulke kinderen zijn te trainen in zachter praten hoor. je moet het 700 keer per dag herhalen, maar dat wordt dan 400, later 100, na een tijdje 10… kan dat jaren duren? zeker. is het de moeite waard? JAAAAAAAA!!!! geduld en doen. geloof me. en tot die tijd mag jij oordopjes in doen zodat je geen gehoorbeschadiging oploopt. je mag dat zelfs benoemen. “jouw stem is erg hard lieverd, ik doe nu oordopjes in want het gaat pijn doen. ik wil graag dat je zachter praat. je mag praten, je mag lachen, je mag huilen, maar niet gillen. ” ik zeg dat zo vaak tegen kindjes. ze begrijpen dat heel goed en het gillen wordt steeds minder. een kind mag zichzelf zijn, maar ook leren zich een beetje aan te passen. je doet hem daar ook een plezier mee.

    Beantwoorden
  7. moraal van het verhaal: praat ermee en het blijken net mensen.
    ze praatte eerlijk met zoon, en kreeg begrip.
    ze praatte eerlijk met moeder: en kreeg begrip.
    nu Arthur nog.
    onze zoon heeft ook een Arthur als vriend. 2 zelfs. ze mogen komen, maar niet te vaak, en niet te lang. zoon en moeders weten waarom en begrijpen dat.
    en de Arthurs spreek ik direct aan op hun gedrag, dan zeggen ze sorry en doen zachtjes. voor zolang het duurt,maar ik hoef alleen nog maar hun naam te noemen of mn vinger voor mn mond te houden. ook Arthurs kunnen zich leren beheersen. het kost alleen wat meer energie en ondersteuning. je kunt denken: dat is niet aan moeders van vriendjes. maar is een steentje bijdragen aan een kinds ontwikkeling geen dankbare taak? zou je niet willen dat jou kind bij een ander zich leert gedragen ipv niet welkom te zijn? it takes a Village to raise a child.

    Beantwoorden
  8. Tja, iemand al eens gedacht aan adhd? Kijk, Arthur vertoont geen normaal gedrag en ingrijpen op dergelijk gedrag lijkt me meer dan gewenst. Ook, vooral, in het belang van Arthur zelf. Dat hele tijd er zo angstvallig ‘omheen blijven dansen’… dat begrijp ik niet echt. Dus, eventueel samen met de leerkracht of andere medewerkers van de school, de ouders van Arthur in een gesprek betrekken en iig van ouders tot ouders kijken of je wat afspraken kunt maken over het reguleren van Arthurs gedrag, hoewel dat op zich geen oplossing is, maar voorlopig wel kan helpen. Ik denk: adhd.

    Beantwoorden
    • Hier dacht ik dus ook aan. Ik heb zelf ADHD en herken dit heel erg. Dit gedrag is niet normaal voor ‘gewoon een kind met veel energie’. Dit soort gedrag moet je vroeg aanpakken als je later problemen wilt voorkomen

      Beantwoorden
    • Waarom zou je als ouders van een vriendje een gesprek initiëren met school en de ouder van het ‘verdachte’ kind? Laat dat lekker bij z’n eigen ouders en school liggen; niet jouw zaken.

      Beantwoorden
      • Dus wél jouw zaken? Want ouders, kinderen en school zijn in elkaars leven verweven. In zekere zin heb je (naar mijn mening ten minste) daarom ook (tot op zekere hoogte iig) verantwoording naar elkaar toe.
        Verder valt me dit op: letterlijk álle moeders in deze verhalen zijn zo ontzettend verlegen en begiftigd met een ongezonde dosis zelftwijfel!
        Het ADHD-gehalte bij Arthur ligt er zo dik bovenop, dat het een wonder mag heten dat de school of Arthurs ouders zelf nog niet hebben ingegrepen.
        En nee, Arthur is niet het “verdachte kind”. Arthur heeft zeer waarschijnlijk ADHD en dat is niemands schuld en al helemaal niet dat van Arthur zelf. Maar voor zíjn welzijn is het zeer te wensen dat hij de hulp en begeleiding krijgt die hij echt nodig heeft wil hij tot een positief sociaal wezen kunnen uitgroeien dat echt plezier can zijn leven heeft. Daarbij zijn minstens Arthurs ouders en de school bij betrokken, maar in mindere mate Arthurs vriendjes en hun ouders ook. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over hoe Arthur aan te spreken om hem af te kunnen remmen, leren wennen aan kleine afkoelingspauzes etc. It takes a village, remember?

        Beantwoorden
        • Ik zie nog altijd niet hoe de geïnterviewde het initiatief moet nemen om de ouders van het drukke kind door school uit te laten nodigen voor een gesprek. Sure, je kunt een balletje opgooien bij de ouders van het drukke kind, maar de verantwoordelijkheid reikt m.i. niet zover dat je als buitenstaander de kar moet gaan trekken. Zorgen uiten kan, hulp aanbieden kan, doorverwijzen kan, tips geven kan, maar ouders moeten hier m.i. zelf aan de bak (met school, jeugdzorg, huisarts).

          Beantwoorden
    • Kijk hier spreekt de psychiater! En dan nog als hij ADHD heeft is het een prachtig kind waar heel veel kinderen nog wat van kunnen leren. Je moet je diep schamen dat je dit kind zo in een hokje propt. Alsof er tovermiddelen bestaan die je kind met ADHD plotseling laten veranderen.

      Beantwoorden
  9. Nou, super opgelost! Het zijn lastige situaties. Een kind aanspreken op iets wat hij niet mag doen is wat anders dan een kind aanspreken op zijn karakter. Hij heeft waarschijnlijk geen idee wat hij fout doet. Hij ís tenslotte zo. Maar je hebt het mooi opgelost. Je mag ‘nee’ zeggen als je het even niet trekt. Buitenspelen is gezond dus niks mis mee. En daarvoor hoeft het niet per se zonnig te zijn gelukkig.

    Beantwoorden
    • hij heeft zeker geen idee wat hij “fout” doet, als hij er niet op aangesproken wordt.
      karakter kun je niet veranderen, maar je mag zeker zeggen dat hij niet hoeft te gillen, op de bedden springen of met schoenen gooien. Heeft niks met karakter te maken, maar met opvoeding.

      Beantwoorden
      • @Roos helemaal mee eens!!
        kindjes met adhd of drukke kindjes kunnen ook gewoon luisteren.
        op bedden springen en gillen hoeft geen 1 kind te mogen.

        Beantwoorden

Plaats een reactie