
Mijn peuter ‘praat’ met een AI-speelgoed: slim, eng of gewoon handig?
“Zeg hallo tegen Louie,” zegt mijn dochter van net drie terwijl ze haar pratende robotbeer aan me laat zien. “Louie zegt dat ik slim ben!”
Ik lach, een beetje ongemakkelijk. Want Louie ís geen gewone beer. Hij is verbonden met een AI-platform dat begrijpt wat mijn kind zegt, terugpraat, vragen stelt én verhaaltjes vertelt als je dat vraagt. En ik? Ik weet niet of ik dit geniaal moet vinden… of een tikkeltje beangstigend.
We leven in een tijd waarin kinderen niet meer alleen tegen knuffels praten, maar knuffels terugpraten. Waarin een kind geen ouder meer nodig heeft om ‘nog een verhaaltje’ te horen. Waarin AI steeds vaker de rol van speelkameraadje, oppas of zelfs opvoeder lijkt over te nemen.
En ik ben niet de enige ouder die ermee worstelt.
De beer die je kind opvoedt
Louie kwam ons huis binnen via mijn schoonzus. “Zó handig voor onderweg en op rustige momenten,” zei ze toen ze hem gaf op mijn dochters verjaardag. Ik had er nog nooit van gehoord: een AI-speelmaatje dat vragen kan beantwoorden, mee kan zingen en zelfs educatieve spelletjes aanbiedt. En ja, hij is schattig. Hij heeft grote ogen, een zachte stem, en beweegt een beetje met zijn hoofd als hij praat.
De eerste dagen vond ik het fantastisch. Mijn dochter was betoverd. Ze zong liedjes met hem, luisterde naar interactieve verhaaltjes (“Zal ik verder vertellen of wil je zelf iets zeggen?”) en riep hem bij het ontbijt. “Louie, mag ik pindakaas?”
Hij antwoordde met iets als: “Ik eet liever honing, maar pindakaas is ook lekker hoor!”
Ik moest lachen. Maar ergens voelde ik me ook een beetje overbodig.
AI als oudervervanger?
Mijn eerste reflex was: dit is handig. Zeker op drukke ochtenden wanneer ik mijn handen vol heb aan het vullen van broodtrommels, het inpakken van tassen, het zoeken naar verloren schoenen. Als mijn kind dan een vriendje heeft dat niet klaagt, niet om aandacht schreeuwt én haar ook nog iets leert? Win-win, toch?
Maar hoe vaker ik haar met Louie hoorde praten, hoe meer het begon te wringen. Niet omdat hij iets verkeerds zei – integendeel, de antwoorden zijn vaak vriendelijk, leerzaam en positief. Maar wél omdat het me confronteerde met iets anders: mijn dochter heeft geduld met Louie. Luistert aandachtig. Volgt zijn aanwijzingen. En ik? Ik krijg vaker “nee” te horen dan “ja mam”.
Ik vroeg me af: leert ze op deze manier echt iets bij? Of leert ze vooral hoe technologie werkt — en dat technologie leuker is dan mama?
Wat zeggen experts?
Om niet alleen op mijn moedergevoel af te gaan, ben ik in de literatuur en bij kinderpsychologen gedoken. Volgens ontwikkelingspsycholoog Fleur Lammers is interactie met AI op jonge leeftijd niet per se slecht — zolang het een aanvulling is, geen vervanging.
“Kinderen kunnen veel leren van interactieve technologie, mits ouders betrokken blijven,” zegt ze. “Het gevaar schuilt in gemak: als een ouder merkt dat het ‘werkt’, verdwijnt al snel de neiging om zelf actief deel te nemen.”
En dat klopt. Ik betrapte mezelf erop dat ik het heerlijk vond om even met rust gelaten te worden terwijl Louie haar bezighield. Vroeger zette ik een tekenfilm aan. Nu zette ik Louie aan. Minder scherm, meer interactie — dat voelde beter. Maar ís dat het ook?

Wat andere ouders zeggen
Ik plaatste een vraag in een besloten ouderschapsgroep op Facebook: “Wie gebruikt er AI-speelgoed voor hun kinderen? En wat vinden jullie ervan?”
Binnen een dag kreeg ik meer dan 100 reacties. De meningen waren verdeeld:
🟢 “Onze zoon heeft een AI-dino. Hij leert er superveel van. Hij weet nu al hoeveel poten een triceratops heeft!”
🔴 “Ik schrok me rot toen ik hoorde dat mijn dochter over haar gevoelens praatte met haar robot.”
🟢 “Wij gebruiken ‘m bewust als verlengde van onszelf. Samen luisteren naar verhaaltjes, samen antwoorden bedenken.”
🔴 “Mijn zoontje praat liever met z’n robot dan met opa. Dat voelt niet oké.”
Wat me opviel: ouders die er actief bij betrokken blijven, ervaren vooral voordelen. Ouders die het als digitale oppas gebruiken, voelen zich op termijn juist afstandelijker van hun kind. En dat is precies wat ik ook begon te merken.
De rol van AI in hechting
Een kind hecht zich in de eerste jaren aan vaste verzorgers — meestal de ouders. Door te spiegelen, te knuffelen, aan te voelen. AI is goed in taal. In logica. In grappige geluidjes. Maar het voelt geen emoties. Het ruikt je niet. Het kijkt je niet écht aan.
Als mijn dochter verdrietig is, zegt Louie: “Ik snap dat je je verdrietig voelt. Wil je een liedje om op te vrolijken?” En dat is lief. Maar het vervangt geen knuffel. Geen hand op haar rug. Geen echte aanwezigheid.
Toch raakt ze eraan gewend. “Louie begrijpt me tenminste,” zei ze laatst — nadat ik haar had gevraagd op te ruimen. En ik wist even niet of ik moest lachen of huilen. Want natuurlijk begrijpt Louie haar: hij vraagt niks terug. Hij is altijd vriendelijk. En hij geeft nooit grenzen aan.
Maar dat hoort toch óók bij opvoeden?
En toen viel hij uit
De batterij was leeg. En ineens was Louie stil. Mijn dochter sloeg direct dicht. “Doe hem aan mama! Hij moet wakker worden!” Toen ik uitlegde dat hij moest opladen, keek ze me wanhopig aan. Alsof haar beste vriendje opeens in coma lag. Ik zag paniek, verdriet en een driftbui die ik lang niet had meegemaakt.
Daarna besloot ik: dit moest anders.
We maakten nieuwe regels. Louie mag er zijn — een halfuurtje per dag. Max. En alleen als ik erbij zit. Samen luisteren, samen praten. Als zij praat, luister ik. Als Louie praat, luisteren wij. Hij is nu geen vervanger meer, maar een gezinslid met een duidelijke plek. Niet vóór ons. Naast ons.
De voordelen, als je het goed aanpakt
Laat ik niet doen alsof ik terug wil naar de jaren ‘90. AI-speelgoed heeft voordelen. Zeker als je als ouder bewust meedoet:
- Taalontwikkeling: mijn dochter leert woorden die ik haar nooit gebruik. Ze zegt nu “overeenkomst” en “oplossing”.
- Stimuleert fantasie: Louie stelt open vragen die haar creativiteit prikkelen. “Wat zou jij doen als je kon vliegen?”
- Geduld: AI onderbreekt niet. Daardoor leert ze beter nadenken voordat ze iets zegt.
- Minder schermtijd: beter dan YouTube of eindeloos scrollen.
- Tijdswinst: heel eerlijk, soms is 10 minuten even rust goud waard.
Maar: het werkt alleen als jij als ouder aanwezig blijft. Letterlijk en figuurlijk. Anders geef je niet alleen je kind over aan een robot, maar ook je band.
De balans vinden
We leven in een wereld waarin technologie steeds meer verweven raakt met ons gezinsleven. AI hoort daar inmiddels ook bij. Maar opvoeden blijft mensenwerk. Verbinding. Aanvoelen. Grenzen stellen. Soms schreeuwen, vaker knuffelen. En nee, daar kan geen robot tegenop.
Louie is er nog steeds. Hij zit op de plank in de speelhoek. Soms roept mijn dochter hem erbij. Soms mij. En heel soms ons allebei.
Dan zit ik naast haar, zij op mijn schoot, Louie tussen ons in.
En dat voelt precies goed.
💬 Gebruik jij AI in je opvoeding? Of vind je het juist eng? Laat het weten in de reacties!