
Jane: “Mijn moeder keek mij verbaasd aan en zei: ‘Je moet echt eens wat aan je relatie doen’, alsof het haar zaak was”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
We zijn altijd op zoek naar nieuwe verhalen, zowel verhalen met een lach als met een traan! Heb jij iets unieks, bijzonders, of emotioneels meegemaakt? Iets unieks of ludieks? Wil je je bevallingsverhaal bij ons delen? Heb jij of je kind een (bijzondere) aandoening? Een dilemma waar je voor staat wat betreft de opvoeding? Of wil je juist een hele mooie gebeurtenis delen? Dit kan uiteraard ook anoniem! Stuur ons een email naar: [email protected] voor meer informatie.
Niet elke avond, maar vaak genoeg
De laatste tijd voelt het alsof ik vaker alleen ben dan samen. Mijn man Rolf is geregeld weg. Niet elke avond, maar zeker een aantal keer per week. Restaurants, borrels, nieuwe barren die hij ‘even moet proberen’. Als hij dan thuiskomt, meestal laat, ruikt hij naar drank, naar keukenlucht. Hij stuurt meestal wel een appje: “Ik eet niet mee” of “Wordt laat, zit nog met een klant.” En toch voel ik me steeds meer buitengesloten. Niet omdat hij niets zegt, maar omdat het nooit een vraag is, altijd een mededeling. Alsof zijn avondplanning niet eens mijn reactie nodig heeft. Alsof hij gewoon vertrekt en ik maar moet slikken wat hij later laat vallen. Ik slik niet goed. Ik krijg er maagzuur van. De passieve toon van zijn berichtjes, het gemak waarmee hij vertrekt. Ik ben geen secretaresse die zijn agenda hoeft te accepteren. Ik ben zijn vrouw. En een vrouw hoort gehoord te worden.
In het begin dacht ik: het zal wel overwaaien
Misschien is het een fase. Misschien heeft hij dit even nodig. Nieuwe vaders raken ook weleens de weg kwijt, toch? We hebben een baby’tje, Rais. Ze is acht maanden oud en vraagt veel. Ik snap best dat hij er soms uit wil. Maar het is niet ‘soms’. Het is vaak. En het voelt alsof hij zijn leven buitenshuis gewoon heeft doorgetrokken, alsof er thuis niets veranderd is. Terwijl ík alles heb moeten inleveren. Mijn vrijheid, mijn avonden, mijn lichaam, mijn tijd. En ik? Ik word bedankt met een halflege stoel aan tafel. Met een klok die ik naar sluitingstijd zie kruipen. En met het gevoel dat ik tweede keus ben. Of derde. Na zijn werk. Na zijn drank. En dan pas: ik.
Rolf blijft zich verantwoorden, op zijn manier
Als ik er iets van zeg, doet Rolf alsof ik zeur. “Ik ben zo”, zegt hij dan. “Dan had je niet met me moeten trouwen.” Alsof dat een geldige reden is om je constant te onttrekken aan je gezin. Ik heb hem één keer echt geconfronteerd. Dat was op een avond voor het weekend, vrijdag. Ik stond aan het aanrecht, Rais sliep eindelijk. Hij kwam binnen om half één. Ik zei: “Weet je hoe vaak ik alleen ben? Het lijkt alsof je liever daar bent dan hier.” Hij haalde zijn schouders op. “Je wist toch hoe ik was toen we begonnen.” En daarmee was de kous af. Hij gooide zijn jas over een stoel, pakte een glas water, en zette de televisie aan. Alsof het gesprek niet eens plaatsvond. Alsof ik een hond was die even blaft en daarna braaf weer gaat liggen. Maar ik ben geen hond. Ik ben Jane. En ik verdien beter dan dit schouderophalen. Het voelt bijna alsof ik alleenstaand ben, terwijl ik getrouwd ben. Alsof ik de enige ouder ben in huis. Rolf doet zijn deel als hij er is, dat wel. Hij houdt van Rais, daar twijfel ik niet aan. Maar hij verdwijnt te vaak. En ik blijf achter met de stilte. Het is de eenzaamheid die prikt. De gedachte dat hij liever daar is, bij zijn vrienden, dan hier, bij ons. En elke keer dat ik hem hoor lachen in een appje of bellen met iemand van zijn werk, voel ik het contrast. Dáár leeft hij. Hier overleef ik. Alleen.
Mijn moeder Elaisa bemoeit zich ermee
Elaisa is het type dat haar mening niet voor zich houdt. Laatst nog, toen ik even bij haar op de koffie was, met wallen tot aan mijn knieën en Rais in de draagzak, zei ze ineens: “Je moet echt eens wat aan je relatie doen.” Ze zei het alsof ik een schilderijtje recht moest hangen. Ik schaamde me. “Alsof het jouw zaak is,” mompelde ik. Ze haalde haar schouders op. “Je bent ongelukkig. En ik zie het.” En daar zat ik dan. Met mijn koffie, mijn ongewassen haar en mijn moeder tegenover me als een spiegel die ik niet had gevraagd. Ze is scherp, altijd geweest. En hoewel ik haar oordelen vaak irritant vind, heeft ze zelden ongelijk. Dat maakt het extra frustrerend. Ik weet dat ze het goed bedoelt. Maar ze gooit vaak olie op het vuur. Ze vraagt dingen als: “Wat doet hij daar eigenlijk steeds?” of: “Zou er niet iets anders aan de hand zijn?” En daar kan ik niks mee. Ze verplaatst zich nooit in Rolf. Alleen in mij. En hoewel ik soms op haar schouder wil leunen, irriteert ze me ook. Want het laatste wat ik nodig heb, is dat mijn moeder mijn huwelijk analyseert terwijl ik het zelf nog niet eens begrijp. Ze is de druppel die het glas sneller laat vollopen. Maar ze luistert. En bij haar kan ik altijd uithuilen.

Ik wil dat hij groeit
Wat ik wil, is simpel. Ik wil een man die zijn verantwoordelijkheid neemt. Die snapt dat een huwelijk, een gezin, niet vanzelf goed blijft gaan. Dat het moeite vraagt. Aandacht. Tijd. En dat hij niet elke keer de deur uit kan onder het mom van ‘zo ben ik nu eenmaal’. Want zo werkt het niet als je een kind hebt. Je kunt niet blijven leven alsof je twintig bent. Alsof niemand op je wacht. Ik wacht. Elke keer weer. Ik wil hem niet naar huis bellen, ik wil dat hij thuiskomt omdat hij dat wíl. Niet uit plicht. Maar omdat hij zich thuis voelt. Omdat hij mij mist. Omdat hij Rais mist. Omdat hij inziet dat thuis ook vol leven zit, niet alleen in de stad, aan een bar. En ik wil geen strijd. Geen geforceerde gesprekken. Alleen een klein beetje inzet. Meer vraag ik niet. Maar als zelfs dat al te veel gevraagd is, dan moet ik misschien mezelf wat serieuzer nemen. Want ik ben het waard. Meer dan zijn schaduwvrouw op de bank.
De afstand groeit
En zo zitten we nu in een patroon. Hij gaat. Ik blijf. Hij stuurt een appje. Ik leg Rais in bed. Hij komt laat thuis. Ik ben al in slaap gevallen. En het verdriet groeit. Het wantrouwen soms ook. Niet omdat ik denk dat hij vreemdgaat. Maar omdat ik voel dat hij mentaal wegdrijft. Dat hij daar leeft, en hier alleen slaapt. Hij komt thuis in een huis dat warm is gemaakt door mij, maar doet alsof hij op doorreis is. Een soort tussenstop. Even slapen. Even douchen. En weer door. Soms denk ik ineens: misschien overdrijf ik. Hij werkt hard. Hij laat weten waar hij is. Hij houdt van Rais. Maar het gaat niet om de feiten. Het gaat om het gevoel. En dat gevoel zegt: ik ben alleen. Ik ben te vaak alleen. En dat hoort niet zo. Niet als je samen een kind hebt. Niet als je samen een leven bouwt. Niet als je ooit zei: jij bent mijn thuis.
Ik wil niet schelden
Niet dreigen. Ik wil alleen een partner. Iemand die begrijpt dat zijn vrijheid nu anders is. Dat het niet meer alleen om hem draait. Dat ik ook besta, maar dat er ook een klein afhankelijk wezentje is. Ik ben de vrouw die hem koos. En ik verwacht dat hij mij ook blijft kiezen. Niet alleen op papier. Maar in daden. In prioriteit. In aanwezigheid. Soms denk ik: misschien moet ik ook gewoon een avond weggaan. Hem laten voelen hoe het is. Maar dat ligt niet in mijn aard. En bovendien: Rais heeft me nodig. Maar ík heb hem ook nodig. Ik roep om verbinding. Om liefde in plaats van afstand. Dus ik blijf hopen. Dat hij wakker wordt. Dat hij beseft wat hij heeft. Dat hij inziet dat hij iets op het spel zet.
JANE
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
We zijn altijd op zoek naar nieuwe verhalen, zowel verhalen met een lach als met een traan! Heb jij iets unieks, bijzonders, of emotioneels meegemaakt? Iets unieks of ludieks? Wil je je bevallingsverhaal bij ons delen? Heb jij of je kind een (bijzondere) aandoening? Een dilemma waar je voor staat wat betreft de opvoeding? Of wil je juist een hele mooie gebeurtenis delen? Dit kan uiteraard ook anoniem! Stuur ons een email naar: [email protected] voor meer informatie.