
Jet: “‘Mijn dochter (19) zegt: ‘Je weet wat we hebben afgesproken!’, ze schaamt zich voor me, ik mag van haar niet eerlijk zijn tegen anderen”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen
Ik doe belangrijk en dankbaar werk
Mijn dochters zijn mijn alles. Twee meiden van 17 en 19 jaar, lief, zorgzaam en allebei met een goed hart. Maar er is één ding waar ze zich maar niet overheen kunnen zetten: mijn werk. Ik ben schoonmaakster. Gewoon in loondienst, in een ziekenhuis. Ik schaam me er geen seconde voor, want iemand moet het doen. Het is belangrijk werk, zelfs dankbaar werk.
Mijn dochters willen niet dat ik erover praat
Elke dag zorg ik ervoor dat alles schoon en hygiënisch is, dat patiënten in een frisse omgeving liggen en dat artsen en verpleegkundigen hun werk veilig kunnen doen. Soms heb ik korte gesprekken met dokters, soms met patiënten. Gewoon een vriendelijk praatje, een beetje menselijkheid in een omgeving waar vaak spanning en verdriet hangt. Maar mijn dochters… zij willen liever niet dat ik erover praat.

Hun schaamte voelde ik voor het eerst rond de puberteit
Toen ze klein waren, maakte het hen niets uit. Als ik in mijn werkoutfit op het schoolplein stond, kwamen ze gewoon aanrennen, zonder enige terughoudendheid. Maar ergens rond hun puberteit veranderde dat. Ik merkte het voor het eerst toen mijn jongste dochter me vroeg waarom ik “gewoon” schoonmaakster was en niet bijvoorbeeld juf of verkoopster in een winkel. “Dat klinkt leuker, mam,” zei ze met een blik die ik toen niet helemaal kon plaatsen. Later begreep ik dat het schaamte was.
“Waar kom je mij in die kleding ophalen?”
Op een dag moest ik haar ophalen bij school. Ik had net gewerkt en droeg mijn werkkleding nog. Ik zag hoe haar blik veranderde toen ze me zag aankomen. Haar vriendinnen stonden erbij en ik kon de lichte paniek in haar ogen zien. Ze begroette me snel en duwde me haast weg bij de groep. “Waarom kwam je in die kleding?” vroeg ze later boos. “Ik had mijn jas erover,” antwoordde ik, maar dat maakte niet uit. Ze wilde gewoon niet dat iemand wist wat ik deed.
De ongeschreven regel: niet eerlijk zijn op verjaardagen
Het werd nog erger toen ze ouder werden. Op feestjes kreeg ik instructies. “Je weet wat hebben afgesproken hè! Als iemand vraagt wat je doet, zeg dan dat je secretaresse bent, mam.” Secretaresse. Dat was blijkbaar een respectabele keuze. Soms mocht ik ook “in de administratie” werken. Maar nooit, echt nooit, mocht ik zeggen dat ik schoonmaakster ben.
Ergens steekt het mij
Een keer was ik mee naar de verjaardag van een vriendin van mijn oudste dochter. Er waren daar veel bekenden omdat ik haar ouders ken van vroeger. Er werd gevraagd naar mijn werk, en voor ik kon antwoorden, sprong mijn dochter ertussen: “Ze werkt op kantoor!” Ik keek haar verbaasd aan, maar ze gaf me een strenge blik. Later zei ze: “Mam, alsjeblieft, zeg dat gewoon voortaan. Niemand hoeft te weten dat je schoonmaakt.” Ik liet het gaan, voor de lieve vrede. Maar ergens stak het. Waarom was het zo’n probleem? Waarom mocht ik niet trots zijn op mijn werk?
“Medewerker in de zorgsector”
Het gebeurde niet alleen op feestjes. Ook bij andere gelegenheden werd ik gecensureerd. Toen mijn jongste dochter haar maatschappelijke stage moest lopen, zei ze: “Ik wil niet in een ziekenhuis, want straks denken ze dat ik ook schoonmaak.” Ik lachte het eerst weg, maar toen ik zag dat ze serieus was, deed het pijn. Bij ouderspreekavonden op school stelde ik me altijd voor als “werkzaam in een ziekenhuis” en liet het daarbij. De opluchting in de ogen van mijn dochters was dan zichtbaar. Op formulieren waarin mijn beroep werd gevraagd, werd er vaak door hen ingevuld: “medewerker in de zorgsector.”
Ik zag de opluchting op haar gezicht
Zelfs bij kleine dingen voelde ik hun schaamte. Een keer was ik in de stad met mijn oudste dochter en we kwamen een van haar vriendinnen tegen. We raakten aan de praat. “Wat doen jullie hier?”, “We zijn even lekker samen de stad in, Lisa was al uit en ik was ook al klaar met werk”, antwoordde ik. “Oh, waar werk je eigenlijk?” vroeg ze, en voordat ik kon antwoorden, zei mijn dochter: “Ze werkt in een ziekenhuis, bij de administratie.” Ik zei niets. Ik zag de opluchting op haar gezicht.
Waarom zou ik me moeten schamen?
Ik heb vaak nagedacht over hoe ik hiermee om moet gaan. Moet ik vechten tegen hun schaamte en gewoon zeggen: “Ik ben schoonmaakster, en daar is niks mis mee”? Of moet ik het maar laten, omdat ik begrijp dat ze zich in deze fase van hun leven misschien gewoon anders voelen? Ik ben trots op mijn werk. Ik werk hard, ik doe iets nuttigs, en ik draag bij aan een schone en veilige omgeving voor mensen die dat nodig hebben. Als ik een dankbare blik krijg van een patiënt die blij is met een schoon bed of ik zichtbaar wat spanning van het gezicht zie afglijden na een luchtig praatje, of als een arts even kort zijn hart lucht dat het een zware dag is, voel ik dat wat ik doe er écht toe doet.
Mijn dochters zullen het misschien niet meteen begrijpen. Misschien komt dat pas later, als ze ouder zijn en zelf inzien dat werk niet alleen draait om status, maar om betekenis en inzet. Tot die tijd houd ik mijn mond maar weer op de volgende verjaardag.
“En, wat doe jij voor werk?”
“Ik werk in een ziekenhuis.”
JET
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen