
Rianna: “‘Dat klopt gewoon hoor!’, hoor ik mijn dochter tegen een moeder zeggen, ik voelde de ongemakkelijke stilte die volgde”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen.
Vanaf het moment dat Joanna kon praten, had ze iets onuitstaanbaars ontwikkeld: het eeuwige verbeterstemmetje
Niet op een schattige manier, niet als een nieuwsgierig kind dat de wereld wil ontdekken. Nee. Joanna wíst dingen. En ze moest en zou dat laten horen. Altijd. Overal. Tegen iedereen.
In het begin vond ik het nog wel grappig
Zo’n klein opdondertje dat met haar handen in haar zij een volwassene verbeterde omdat ze “iemand en mij” verkeerd hadden gebruikt. Maar nu, op haar tiende, was het allesbehalve schattig. Het was irritant. En niet alleen voor anderen. Zelfs ík begon me aan haar te ergeren.
Neem nou laatst op het schoolplein
Ik stond te praten met een andere moeder, Gerrie, over de gymlessen. Gewoon een luchtig gesprek, niks bijzonders. “Ze doen volgens mij dit jaar minder toestellen en meer balsporten,” zei Gerrie. Joanna, die toevallig in de buurt stond, draaide zich om en zuchtte. “Dat is niet waar. Er zijn juist méér toestellen, alleen in een andere volgorde. Je haalt zeker toestellen en circuitjes door elkaar.”
Gerrie keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan
“Oh… nou ja, zou kunnen.” Maar Joanna was nog niet klaar. “Ja, want bij een circuit gebruik je verschillende kleine toestellen. Dat is iets anders dan een losse opstelling van grote toestellen. Dat leren wij in de klas, dus dat klopt gewoon.” Ik voelde de ongemakkelijke stilte. Gerrie glimlachte gemaakt en richtte zich snel weer tot mij. “Nou, goed om te weten.” En daar stond ik dan, met een kind dat zichzelf had omgedoopt tot wandelende encyclopedie en de sociale codes van een baksteen had.
Maar het werd erger
Bij het avondeten, bijvoorbeeld. Maarten – mijn man, haar vader – vertelde een verhaal over een collega die op vakantie was geweest naar Noorwegen. “Hij had het echt koud daar, zelfs in de zomer!” Joanna schudde meteen haar hoofd. “Dat kan niet. Noorwegen heeft verschillende klimaatzones, en in de zomer is het in het zuiden gewoon warm. Het hangt er natuurlijk vanaf waar je bent, maar gemiddeld is het daar 20 graden. Dus óf hij overdrijft, óf hij was in het noorden.”
Maarten keek haar aan en legde zijn vork neer
“Joanna, het was een grapje.” “Ja, maar het klopt gewoon niet,” zei ze zonder enige schaamte. “Je kunt niet zeggen dat Noorwegen altijd koud is in de zomer, want dat is niet waar.”
Ik kon aan Maarten zien dat hij zijn best deed om niet geïrriteerd te raken
Maar ik voelde precies wat hij voelde: een soort machteloze ergernis. Want wat zeg je tegen een kind dat altijd gelijk moet hebben? Ook leeftijdsgenootjes konden er niet meer tegen. Laatst, op een speelafspraak met haar vriendin Meike, hoorde ik ze kibbelen in de tuin. “Je moet de pionnen daar zetten,” zei Meike. “Nee, dat moet niet,” zei Joanna. “Er staat nergens een officiële regel over pionnen. We kunnen ze overal neerzetten.” “Maar ik wil het zo doen.” “Ja, maar dat slaat nergens op. Als we ze daar zetten, is het veel logischer.”
Ik zag Meike haar ogen rollen
“Weet je wat? Laat maar. Ik ga binnen spelen.” En zo ging het vaak. Joanna wist altijd alles beter. Over spelling, over dieren, over landen, over sport, over hoe je je jas moest ophangen. En ze gaf nooit toe. Nooit. Op een dag kreeg ik een appje van een andere moeder.
“Hoi Rianna, ik wil dit niet onvriendelijk brengen, maar Meike wil even geen speelafspraken meer met Joanna. Ze vindt het niet meer leuk. Joanna zegt steeds dat ze alles verkeerd doet en dat irriteert haar.”

Ik staarde naar mijn scherm
Dit was het moment dat ik wist: dit is een probleem. Mijn kind wordt niet alleen als irritant gezien, ze wordt zelfs gemeden. Dat deed pijn. Later die avond probeerde ik het voorzichtig bij haar aan te kaarten. “Lieve schat, Meike vindt het soms niet zo leuk als je haar steeds verbetert. Misschien kun je af en toe gewoon laten gaan als iemand iets zegt dat niet helemaal klopt?”
Joanna keek me vragend aan
“Maar als het niet klopt, moet ik dat toch zeggen? Anders leert ze het nooit.” Ik haalde diep adem. “Soms vinden mensen het niet fijn om steeds gecorrigeerd te worden. Het gaat niet altijd om gelijk hebben. Het gaat er ook om dat je aardig bent.” Ze haalde haar schouders op. “Maar ik bén toch aardig?”
En dat was het lastigste
Ze zag zelf niet hoe ze overkwam. Ze begreep niet dat haar drang naar correctheid ten koste ging van haar vriendschappen. En eerlijk? Ik wist niet hoe ik dat moest veranderen.
De weken erna lette ik extra op
Ik zag hoe kinderen steeds minder geneigd waren om haar mee te vragen. Hoe ze steeds vaker alleen speelde. Hoe ze bij een verjaardagsfeestje een opmerking maakte over hoe iemand taart at en dat het “de verkeerde manier” was. Hoe het meisje in kwestie haar stoel naar achter schoof en zei: “Weet je, Joanna? Jij verpest alles.” Ik zag hoe Joanna’s gezicht vertrok, hoe ze haar mond opende om iets te zeggen, maar toen stil bleef.
En ik voelde iets breken in mijn moederhart
Mijn dochter, mijn lieve, slimme, eerlijke dochter, begreep niet waarom mensen haar niet meer aardig vonden. En ik wist niet hoe ik het haar kon uitleggen.
RIANNA