
Vakantiehorror: “De manager lachte gemaakt: ‘We hebben een probleem’ met uw boeking, de moed zakte in mijn schoenen, wat bedoelde hij?”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen en kijk op de website: old.kidsenkurken.nl
We zijn altijd op zoek naar nieuwe verhalen, zowel verhalen met een lach als met een traan! Heb jij iets unieks, bijzonders, of emotioneels meegemaakt? Iets unieks of ludieks? Wil je je bevallingsverhaal bij ons delen? Heb jij of je kind een (bijzondere) aandoening? Een dilemma waar je voor staat wat betreft de opvoeding? Of wil je juist een hele mooie gebeurtenis delen? Dit kan uiteraard ook anoniem! Stuur ons een email naar: [email protected] voor meer informatie.
Ik had maandenlang uitgekeken naar deze vakantie
Echt, ik was er zó aan toe. Na een druk jaar op werk, een huishouden dat altijd doorraast, schoolactiviteiten, zwemlessen en verjaardagen van kinderen en collega’s, had ik mezelf één ding beloofd: deze vakantie zou ontspannen worden. Geen stress. Tien dagen Spanje, zon, zwembad, goed eten, luxe glampingaccommodatie. Even niks. Geen deadlines. Geen rondslingerende broodtrommels. Alleen maar genieten. We hadden geboekt bij een vakantiepark dat bekend stond om z’n kindvriendelijkheid én stijlvol ingerichte lodges. Een houten vlonderterras, hangmat, airco, privébadkamer – alles klonk perfect. Ik had zelfs de mooiste jurkjes voor Pien en matching broekjes voor Guido ingepakt, onze kinderen, want ja, vakantiefoto’s moesten natuurlijk ook leuk zijn.
De rit naar Spanje was pittig, maar goed te doen
We hadden een hotelovernachting halverwege Frankrijk geboekt en alles verliep soepel. De kinderen zongen achterin de auto, ik bladerde door de reisgids van de Spaanse kust en Freek was de opgewektheid zelve. “We gaan écht vakantie houden, Lies,” zei hij, “de kinderen zijn groter, dit wordt de meest relaxte vakantie ooit.”
Maar het liep totaal anders
Toen we de oprijlaan van het vakantiepark opreden, voelde ik die vakantie blijheid. Dat gevoel van: we zijn er. Pien gilde: “Ik zie het zwembad al!” Guido: “Ik wil NU zwemmen!” En ik voelde me warm worden van geluk, zomeradrenaline. We stapten uit, pakten onze koffers, liepen de receptie binnen en gaven onze naam op. De receptioniste keek wat verwilderd naar haar scherm. Toen weer naar ons. “Momentje,” zei ze. Ze liep weg en kwam terug met een man, de manager bleek later. “Wat is er?” vroeg ik, nog lachend. “Klein systeemfoutje?” De manager keek wat ongemakkelijk. “Er lijkt een probleem met de boeking.” Mijn gemoedstoestand nam een wending. “Hoe bedoelt u?”
“Er is geen accommodatie voor jullie, alles zit al vol”
Ik dacht dat ik het verkeerd verstond. “Wat zegt u nou?” vroeg Freek. “Het spijt me heel erg, maar het systeem heeft jullie boeking wel geregistreerd, alleen niet doorgezet naar de planning. Alles zit helemaal vol op dit moment.” Freek zweeg. Heel even maar. Toen sloeg hij met zijn vlakke hand op de balie. “Wat bedoel je: vol?! We hebben maanden geleden geboekt. En betaald.” De man begon zenuwachtig in het Spaans tegen zijn collega te praten. Twee medewerkers doken met hun telefoon achter de schermen. Iedereen was aan het bellen. Maar niemand sprak ons aan. Ik stond daar, met mijn kinderen, mijn koffers, mijn vermoeidheid en m’n opwinding die als een ballon werd doorgeprikt. Guido trok aan mijn arm. “Mama, waar slapen wij dan?” Guido maakte zich altijd standaard zorgen. “Komt goed, lieverd,” zei ik, terwijl ik het zweet op mijn rug voelde plakken.

De hel begon
We stonden daar maar. Eerst nog rechtop, alert, hopend dat elk moment iemand zou zeggen: “We hebben het geregeld.” Maar het bleef stil. En warm. De airco in de receptie leek niet optimaal te werken, of hij stond te hoog, want de zweetplekken onder Freeks oksels werden groter. Of was het de stress? Guido was inmiddels op de grond gaan zitten. Gewoon op de tegels. Hij zat wat te tekenen met zijn vinger. “Ik heb honger,” zei hij op een toon die precies tussen zielig en zeurderig in zat. Pien was naar de folderstandaard gelopen en keek naar de kaartjes. Zocht afleiding. Ik herkende dat. Twee Spaanse kinderen renden de receptie binnen, gillend van plezier. Hun moeder had zo te zien wél een werkende reservering, want ze kreeg direct een sleutel overhandigd. Ik voelde een steek van jaloezie.
“Dit is toch niet normaal,” siste Freek ineens naast me
“Wacht jij hier nog even, dan loop ik naar dat kantoor daarachter. Ik wil met iemand spreken die wél iets kan beslissen.” “Doe nou rustig,” fluisterde ik. “Rustig? We staan hier al bijna een uur. Ze laten ons gewoon stikken.” “Ja, maar ga dan niet zo schreeuwen, straks denken ze dat wij asociaal zijn.” Dat was de druppel. Hij keek me woedend aan. “Serieus Marlies? Jij maakt je druk om wat zij van ons denken? Terwijl wij hier met koffers en kinderen op een tegelvloer zitten te verpieteren?” Hij had gelijk. Guido begon zachtjes te huilen. Niet hard. “Ik wil naar huis,” fluisterde hij. “Dat snap ik” zei ik, en trok hem op schoot. Mijn benen deden pijn van het staan en ik kon het amper opbrengen om hem vast te houden. Maar ik deed het. Pien begon ook te jammeren.
Toen kwam er een Duits stel binnenlopen
Ze hadden óók geboekt. En óók geen plek. En het werd ineens druk. Onrustig. De receptionist stond met drie telefoons tegelijk te bellen. Iemand riep iets naar achter. De manager kwam weer naar buiten, nu met een bezweet gezicht en een oprecht bezorgde blik. Freek zuchtte hardop. “Nou, daar gáán we weer.” We stonden daar gewoon te wachten. Geen stoel, geen drankje, geen uitleg. Ze boden aan om ‘voor één nacht iets anders te regelen’ en dan ‘morgen verder te kijken’. “Echt niet,” zei Freek meteen. “Ik ga niet met twee kinderen twee keer verhuizen. Wij blijven op één plek. Dat is jullie probleem, niet het onze.” Het was alsof je tegen een muur praatte. De manager bleef vriendelijk, maar je voelde dat hij eigenlijk geen idee had wat hij met ons aanmoest. Ik voelde mezelf langzaam afglijden in paniek.
Na drie uur wachten – drie uur! – kwam er een oplossing
“Er is nog een accommodatie op een ander park, 30 minuten hier vandaan,” zei een medewerkster opgelucht. “Geen glamping, wel een stacaravan met airco. Vier bedden. Jullie kunnen daar de rest van de week blijven.” We hadden geen keus. We moesten wat. De zon zakte al en ik wilde de kinderen uit hun lijden verlossen. Freek reed in stilte. Ik zat naast hem en voelde een brok in mijn keel. “We kunnen hier niets aan doen,” zei ik zacht. “Het is pech, pure pech”. Freek kneep in het stuur. “Ze hebben hun zaakjes gewoon niet op orde. En wij mogen het uitzoeken.”
Toen we aankwamen op de vervangende locatie, zakte mijn humeur nog verder
Het was… matig. Geen uitzicht, een oud campingterrein met schreeuwende kinderen en harde schotelantennes op elke stacaravan. Onze accommodatie was klein, benauwd. Niets luxe. Geen houten hippe vlonders. Geen chique hangmat. Geen gezellige sfeer. De bedden kraakten. De koelkast zoemde. En het rook muf. Pien keek me aan en zei voorzichtig: “Is dit ons huisje?” Ik knikte. “Voor deze week wel.” Ze zei: “Waardeloos!” Guido vroeg: “Is het zwembad hier ook mooi?” We liepen erheen. Het was klein, druk, zonder glijbaan.
De volgende ochtend belde ik het oorspronkelijke park
“Dit is echt niet wat we geboekt hebben,” zei ik. “We willen alsnog naar jullie toe.” Ik was boos. Er zat geen onderhandelingsruimte binnen ons gesprek. Ik wilde wat ik geboekt had. “Er is écht niks beschikbaar,” zei de vrouw aan de telefoon. “Alles is vol.” Ik legde de telefoon neer, zonder iets te zeggen. Freek stond met z’n handen in z’n zij. “Natuurlijk is er niets beschikbaar. Ze willen ons gewoon vergeten. Wegstoppen. Probleem opgelost.”
En zo begon onze vakantie
We probeerden er het beste van te maken. We gingen naar veel strandjes. Bezochten stadjes. Zwommen in het (veel te drukke) zwembad. Maar de sfeer was anders. We waren niet euforisch. De eerste dagen draaide alles om wat er was misgegaan. Elke keer als we iets zagen wat we op het oorspronkelijke park hadden kunnen hebben – zoals een restaurant met uitzicht, een leuke speeltuin, een ijsbar met tientallen smaken – dacht ik: dit had het moeten zijn. We probeerden positief te blijven voor de kinderen. Pien vroeg op dag vier: “Mama, vind jij het hier wel leuk?” En ik kon niet anders dan de waarheid zeggen. “Nee. Niet echt. Maar ik vind het wel fijn dat we met z’n vieren zijn.” Ze knikte. “Ik ook”, concludeerde ze.
We telden de dagen af
Niet omdat we er zo van genoten. Maar omdat we naar huis wilden. En zo hoorde vakantie niet te zijn. Een vakantie hoorde te ontspannen. Maar deze was alles behalve dat. De laatste avond zat ik op het kleine plastic stoeltje bij onze stacaravan. Guido deed een spelletje, Pien tekende wat. Freek dronk een glas wijn en zuchtte. “We hadden dit zo anders voorgesteld hè,” zei ik. Freek keek me aan. “Volgend jaar? Alleen nog maar hotels. Niks glamping. Ik ben even genezen.”
Thuis voelde alles anders
Normaal kom ik opgeladen terug. Nu kwam ik met een lichte haat voor Spaanse recepties en het gevoel alsof ik de hele vakantie een toneelstuk had gespeeld. Hoewel we pech hadden, doen we het volgend jaar totaal anders!
MARLIES
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen en kijk op de website: old.kidsenkurken.nl
We zijn altijd op zoek naar nieuwe verhalen, zowel verhalen met een lach als met een traan! Heb jij iets unieks, bijzonders, of emotioneels meegemaakt? Iets unieks of ludieks? Wil je je bevallingsverhaal bij ons delen? Heb jij of je kind een (bijzondere) aandoening? Een dilemma waar je voor staat wat betreft de opvoeding? Of wil je juist een hele mooie gebeurtenis delen? Dit kan uiteraard ook anoniem! Stuur ons een email naar: [email protected] voor meer informatie.