Blog- en vlogmagazine voor èchte ouders

Tessa: “Een keer, maar nooit weer, ik had mijn moeder in huis genomen na de scheiding, maar de dingen die ze vertelde kon ik niet meer handelen”

R
Door Redactie
21 juli 2025 8 min lezen 0 reacties
Ad

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen

We zijn altijd op zoek naar nieuwe verhalen, zowel verhalen met een lach als met een traan! Heb jij iets unieks, bijzonders, of emotioneels meegemaakt? Iets unieks of ludieks? Wil je je bevallingsverhaal bij ons delen? Heb jij of je kind een (bijzondere) aandoening? Een dilemma waar je voor staat wat betreft de opvoeding? Of wil je juist een hele mooie gebeurtenis delen? Dit kan uiteraard ook anoniem! Stuur ons een email naar: [email protected] voor meer informatie.

Toen mijn moeder Kelly belde met het nieuws dat zij en mijn vader Dik gingen scheiden, was ik niet eens verbaasd

Hun huwelijk was al jaren een soort toneelstuk dat alleen nog draaide om gezamenlijke verjaardagen en stilzwijgend elkaar ontwijken. Geen samenzijn. Alleen spanning. Veel verwijten, meestal net niet hardop uitgesproken. De manier waarop het ging, was alsnog heftig. Mijn vader had ineens iemand anders. Een ‘collega’ van de tennisvereniging. Ze was vijftig, blond, dun en volgens mijn moeder ‘een Botox-bom met een strak sportrokje’. Kelly ging volledig door het lint. Ze belde mij iedere dag. Eerst huilend. Daarna woedend. Toen weer huilend. Ik voelde me verscheurd. Ik hield van mijn moeder. Maar ik hield óók van mijn vader. En ik wilde vooral dat mijn eigen gezin met Jacob en onze twee kinderen, Rian (5) en Nina (2), gewoon rustig kon doordraaien. Geen drama. Toch besloot ik dat ze bij ons mocht komen wonen. Voor even. Tot ze iets anders had. Jacob stond er open voor. “Als ze zich een beetje aanpast, is het prima,” zei hij. “Ze is je moeder. Ze heeft steun nodig.” En eerlijk is eerlijk: die eerste weken gingen eigenlijk best goed.

Ze draaide lekker mee ons gezinritme

Ze kookte af en toe, stond met haar leesbril in de supermarkt en stuurde me dan een appje of we ook spinazie wilden. Ze had eindeloos geduld met Nina, die in haar peuterfase alles met een driftbui afdeed, en met Rian bouwde ze complete treinroutes over onze hele vloer. Ze poetste zelfs af en toe het fornuis. “Wat fijn dat ik hier mag zijn,” zei ze vaak. “Ik voel me weer een beetje mens.” Ik dacht: zie je wel. Het kán gewoon. Tot het niet meer ging. Langzaam begon het te veranderen. Het begon met kleine opmerkingen aan de keukentafel. Tijdens het ontbijt bijvoorbeeld: “Je vader heeft me jarenlang klein gehouden. Altijd kritiek. Zelfs op hoe ik mijn haren vroeg.” Of: “Wist je dat hij jarenlang loog over geld? Hij had een geheime rekening. Echt waar, Tessa.” In het begin probeerde ik weg te kijken. Ik negeerde het. Ik mompelde iets als “Mam, kunnen we het even gezellig houden?” of “Wil je dit alsjeblieft niet hier bespreken?” Ze ging altijd gewoon door. Ook op momenten dat ik geen energie had. Als ik stond te koken met een jengelende peuter aan mijn been. Of als ik in de wasruimte stond, waar zij me dan achterna kwam. Met haar stappen èn haar stem. Ik had ook helemaal geen zijn in al die informatie.

De echte onrust begon toen ze in mijn hoofd kroop

Ze vertelde verhalen die ik nog nooit eerder had gehoord. Over affaires, over hoe hij haar emotioneel verwaarloosde. Hoe hij volgens haar een narcist was, al jaren. Dat had ik nooit gezien, omdat zij het probeerde te verbergen, vroeger. “Jij hebt dat koppige van hem,” zei ze eens terwijl ze de vaatwasser uitruimde. “Die gesloten blik. Alsof je denkt: ik weet het beter. Dat is precies je vader.” Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik lachte het weg. Maar ze ging veel en veel te ver. Ik dacht: Moet ik me schuldig voelen dat ik ook van hem houd? Ze plantte zaadjes in mijn hoofd, over mijn vader. En dat werd het echte probleem: ik raakte in conflict met mezelf, welke kant moest ik kiezen? Ze praatte zo op me in, alsof ik haar kamp moest kiezen. Alsof mijn liefde voor mijn vader verraad aan haar was. En dat terwijl ik gewoon rust wilde. Voor mijn kinderen. Voor mezelf. Voor iedereen.

Ze begon over vroeger

Over verjaardagen waar hij zogenaamd expres wegbleef. Over vakanties waar ze ‘alles alleen moest regelen’. En als ik vroeg waarom ik daar dan niks van merkte vroeger, zei ze: “Omdat ik alles verborg. Voor jou.” Ik begon haar te ontwijken. Steeds meer. Ging op andere tijden naar de speeltuin. Stelde voor dat zij ging koken, zodat ik even kon wandelen. Ik voelde me zó moe. Alsof ik elke dag een innerlijke strijd moest voeren: hoe hou ik iedereen in leven zonder mezelf te verliezen?

De druppel kwam op een zondagochtend

We zaten met z’n allen aan het ontbijt. Croissantjes, jus d’orange, net even dat ‘zondags’ gevoel. Nina kliederde met jam, Rian las in zijn prentenboek. Jacob las de krant. Tot mijn moeder ineens zei: “Hij was in die tijd overal en nergens,” zei ze ineens, terwijl ze haar koffie roerde. “Altijd afspraken, altijd onderweg. Ik weet zeker dat hij toen ook dingen verzweeg. Misschien heeft hij wel andere kinderen.” De stilte was oorverdovend. Rian keek op. “Wat bedoelt oma?” Ik voelde het bloed naar mijn hoofd stijgen. Jacob keek me aan. Mijn handen trilden. “Mam,” zei ik. “Dit gaat te ver. Echt te ver.” Ze haalde haar schouders op. “Sorry hoor, maar ik heb jarenlang míjn mond moeten houden. Nu is het mijn beurt.”

Missing alt text

Die avond zei ik tegen Jacob: “Ik trek het niet meer”

Hij knikte. Hij wist het al. We spraken in gefluister, als samenzweerders in eigen huis. De kinderen begonnen haar ook te voelen. Maar ik durfde het niet te zeggen. Ik was bang dat ik haar iets zou aandoen door haar weg te sturen. Dat ik haar echt zou breken. Tot zij op een dinsdagochtend zelf begon. Ze zat met haar koffie aan tafel. Rian was op school. Nina sliep. “Ik heb met Anja gebeld,” zei ze. “Ik denk dat ik daar beter heen kan gaan. Tot ik iets voor mezelf heb gevonden.” Anja was haar zus. Ik keek op. “Echt?” Ze knikte. “Ik voel dat het hier niet meer klopt. En dat ligt niet aan jullie. Jullie zijn fantastisch. Maar ik trek jullie mee in mijn verdriet.” Ik begon te huilen. Omdat ik opgelucht was. Omdat het zó natuurlijk verliep, terwijl ik wekenlang met horrorscenario’s in mijn hoofd had gezeten. Die avond pakten we samen haar spullen in. Twee koffers. Een doos met boeken. Haar waterkoker. Ze gaf Rian een knuffel. Ze streelde Nina over haar haren. Ze gaf Jacob een hand. En mij een lange, lange omhelzing.

Ik kon niks zeggen

En zo ging ze weg. Zonder drama. Zonder strijd. Alsof het altijd zo had moeten lopen. Soms belt ze nu vanuit de tuin van haar zus. Ze praat over boeken, vogels, dingen die bloeien. Ze klinkt lichter. We hebben het amper meer over de scheiding. Alsof het hele vuur is uitgebrand. Eén ding weet ik zeker: dit doe ik nooit meer. Mijn moeder kan mijn moeder zijn, maar niet in mijn woonkamer. Het was te heftig. Te allesomvattend. Ik heb haar opgevangen. Voor een flink aantal weken. Ik heb mijn best gedaan. Maar het vrat aan mij.
Een keer, maar nooit weer.

TESSA

Ad

Reacties (0)

Deel je ervaringen en steun andere ouders die met vergelijkbare situaties te maken hebben.

Reactie plaatsen

Ad

Nog geen reacties. Wees de eerste!