
Shirley: “Sorry, je bent te dik”, de fertiliteitsarts stuurde mij en mijn kinderwens weer naar huis”
Al vanaf mijn 26e had ik maar één duidelijke wens: moeder worden. Ik zag het helemaal voor me. Maar zoals dat voor meer vrouwen geldt, liep het bij mij anders. Mijn lijf werkte niet meteen mee. En eerlijk is eerlijk: dat had ik niet verwacht. Ik had het idee dat zwanger worden gewoon een kwestie van stoppen met de pil en ‘zien waar het schip strandt’ was. Dus dat deden we. Eerst nog een beetje ongedwongen, maar na een half jaar begon ik toch op te letten. Oei, mijn cyclus was wel erg rommelig. Ik kocht ovulatietesten. Ik hield alles bij in een app. En ondertussen gingen er steeds meer mensen in mijn omgeving wél over de streep. Een vriendin die nog maar net een relatie had: meteen zwanger. Een collega die het ‘niet had verwacht’: boom, zwanger. En ik? Ik deed negatieve test na negatieve test.
Na twee jaar probeerden we via de huisarts hulp te krijgen
Ik was inmiddels 28. En klaar met het idee dat het ‘vanzelf zou komen’. Mijn huisarts luisterde gelukkig goed, en verwees ons door naar de fertiliteitspoli in het ziekenhuis. “Een eerste gesprek”, dacht ik. “Eindelijk, we gaan echt ergens beginnen.” Ik had hoop. Eindelijk voelde ik dat we niet meer alleen stonden. Dat er iemand met ons ging meekijken. Dat er mogelijkheden waren. Totdat ik daar zat, op die stoel, tegenover de arts. En er vrijwel direct werd gezegd: “Je bent echt te zwaar, we kunnen je niet helpen.”
Bam, dat kwam hard aan
Ik wist heus wel dat ik aan de zware kant was. Mijn hele leven al. Ik heb een BMI die gemiddeld rond de 31/32 schommelt. Geen extreem overgewicht, maar het zit er. En geloof me, ik ben er heus wel mee bezig. Maar om bij een eerste afspraak meteen te horen dat ik ‘te dik’ ben om geholpen te worden, dat kwam keihard aan. Alsof al mijn hoop op hulp in één seconde werd weggevaagd. Ze keken niet naar wie ik was, wat we al hadden geprobeerd, wat mijn bloedwaarden waren, nee. Alleen dat getal op de weegschaal telde. Het voelde zo hard. Ik was nog nooit ergens met zoveel verdriet naar buiten gelopen als die dag uit dat ziekenhuis.
Ik snap het ergens, maar maak het bespreekbaar
Ze willen risico’s voorkomen. Voor de moeder, voor het kind. Dat begrijp ik. Maar hoe het gebracht werd, zonder enige nuance, dat heeft me geraakt. “Als je twee kilo afvalt, dan kunnen we verder.” Twee kilo. Alsof het niets is. Maar twee kilo afvallen is voor de één inderdaad peanuts, en voor de ander, zoals ik, een megaklus. Mijn lichaam houdt alles vast. Diëten werken vaak averechts. En ik had ondertussen ook nog te dealen met verdriet, met hormonale schommelingen, met hoop en teleurstelling. Die twee kilo stonden voor veel meer dan een getal. Ze stonden voor oordeel. Voor afwijzing. Voor het gevoel dat ik als vrouw niet goed genoeg was om moeder te worden.
Een half jaar lang werkte ik er keihard voor
Ik ging naar een diëtist, ik ging zwemmen. Ik lette op wat ik at. Na zes maanden stond de teller op -2,1 kilo. En opnieuw maakten we een afspraak. En ineens kon er wél van alles. “We kunnen starten met hormoonbehandelingen”, zei dezelfde arts. Alsof dat hele gesprek van een half jaar terug nooit had plaatsgevonden. Geen sorry, geen erkenning. Gewoon: we kunnen nu verder. En ik dacht: ja, fijn. Maar ook: waarom moest het zo?
We begonnen met hormooninjecties en echo’s
Een heel traject ging van start. Niet gemakkelijk, met op en neer reizen, spuiten zetten, hopen op eicellen, ovulaties afwachten. Maar het voelde als vooruitgang. We werden geholpen. En dat was het enige dat telde. Na drie rondes was het raak. Ik was zwanger. Toen ik die positieve test zag, wist ik niet wat ik moest voelen. Zou het blijven zitten? Zou alles goed gaan? Het deed er allemaal even niet toe. Ik was zwanger. Ik zou moeder worden.
Inmiddels is onze dochter Lauri twee jaar
Een heerlijk, nieuwsgierig, eigenwijs meisje met grote bruine ogen. Ze is ons alles. En hoewel ik dacht dat ik misschien wel ‘klaar’ zou zijn met één kind, begon het afgelopen jaar toch weer te kriebelen. Ik ben nu 31. En die wens, die is er weer. Maar tegelijkertijd komt ook de angst terug. Want ik weet: als ik opnieuw een afspraak maak, dan gaan ze weer wegen. En weer kijken naar dat getalletje. En ik ben nu misschien iets zwaarder dan toen. Want zwangerschap, borstvoeding, weinig slaap; het doet wat met je lijf.
Maar deze keer laat ik me niet zomaar wegsturen
Ik weet nu hoe het werkt. Wat mijn rechten zijn. En vooral: ik weet nu dat ik geen slecht mens ben omdat mijn BMI hoger is dan 30. Mijn gewicht zegt niets over mijn vermogen om liefdevol voor een kind te zorgen. Niets over mijn kracht, mijn doorzettingsvermogen, mijn moederinstinct. En ook niets over mijn waardigheid om geholpen te worden. Natuurlijk wil ik gezond zijn, voor mezelf én mijn kinderen. Maar ik wil ook gezien worden als mens. Niet alleen als getal op een scherm.
Ik deel dit verhaal omdat ik weet dat ik niet de enige ben
Er zijn zoveel vrouwen die met hetzelfde te maken krijgen. Die zich schamen. Die zich afgewezen voelen. Die misschien zelfs besluiten om het traject niet aan te gaan, uit angst om weer zo’n gesprek te krijgen. En dat vind ik schrijnend. Want hulp in de kinderwens zou niet af moeten hangen van één cijfer. Er is zoveel meer. Zoveel meer dat je kunt onderzoeken, ondersteunen, begeleiden. En er is zoveel meer empathie nodig in de medische wereld. Juist bij iets zó kwetsbaars als een kinderwens.
Ik ben dankbaar dat het uiteindelijk gelukt is
Dat ik Lauri mocht krijgen. Dat ik ‘mama’ mag zijn. Maar ik zal nooit vergeten hoe pijnlijk het begin was. Hoe het voelde om op basis van je gewicht te horen: jij komt er niet voor in aanmerking. En ik zal ook niet zomaar vergeten hoe makkelijk het wél kon toen ik twee kilo lichter was. Alsof dát ineens het verschil maakte tussen waardeloos en waardig. Alsof je met 80 kilo niet zwanger mag worden, maar met 78 wél.
Dus voor iedereen die dit leest en zich herkent: je bent niet alleen
Blijf voor jezelf opkomen. Vraag om tweede meningen. Laat je niet wegduwen. En vooral: wees lief voor je lijf. Ook als het niet doet wat je wilt. Ook als het tegenwerkt. Je lijf doet zijn best en jij ook. En dat is genoeg.
SHIRLEY