
Laura: “Ik heb een eigen knuffel mee op wereldreis, dat heeft een aantal voordelen”
Op wereldreis neem je niet veel mee. Alles moet passen in een backpack, en elke kilo voel je op je schouders. Je pakt slim in: kleding die je kunt rollen, schoenen die overal bij passen, een klein EHBO-setje. Maar sommige dingen passen eigenlijk helemaal niet. En tóch neem je ze mee.
Voor Laura was dat een knuffel. Geen klein, onopvallend ding, maar een grote, ietwat onhandige knuffel die inmiddels overal mee naartoe is gereisd. Van Dubai tot Tenerife, van Maleisië tot New York, Miami en nu Bali. Haar knuffel bungelt zichtbaar aan haar kleine rugzak, alsof het haar derde reisgenoot is. Lees HIER mijn vorige blogs. En Lees hieronder verder voor de reacties van anderen en een foto van de knuffel.
Die ene plek in de backpack
“Ik weet nog hoe ik voor het eerst alles op bed had uitgestald. De backpack lag open. Ik had lijstjes gemaakt, filmpjes gekeken over hoe je zo slim mogelijk inpakt. ‘Minimalistisch’ was het sleutelwoord. En toen lag hij daar: mijn knuffel. Groot, zacht en totaal onpraktisch. Mijn man keek me aan. “Serieus? Die past toch nooit?” Hij had gelijk. Hij paste ook niet. Ik heb even getwijfeld. Ga ik een jaar lang zonder iets vertrouwds? Alles achterlaten om letterlijk met alleen een rugzak de wereld in te stappen? Ik dacht er een nacht over na, en de volgende ochtend was de knoop doorgehakt: hij gaat mee.”
Waarom ik hem meenam
“Het is gek hoe zoiets simpels zoveel kan betekenen. Die knuffel, een grijze olifant, iets te groot voor een volwassen vrouw, heeft altijd op mijn bed gelegen. Door hem mee te nemen, voelt het alsof ik een stukje van thuis meedraag. Een soort veiligheid, iets wat me herinnert aan wie ik ben en waar ik vandaan kom. Want reizen is prachtig, maar ook spannend. Je slaapt op onbekende plekken. Die knuffel geeft een gevoel: ik ben veilig.
Op bezoek bij Dubai met mijn broer
Vorig jaar ging ik met mijn broer naar Dubai. Een stad die rook naar luxe en warmte. Alles blonk en glansde. Terwijl ik ’s avonds op het balkon van ons hotel stond en uitkeek over die enorme stad, had ik mijn knuffel op de achtergrond in mijn bed. Het klinkt kinderachtig, maar hij gaf me rust. Alles was nieuw, overweldigend. Ik dacht steeds: wat doen wij hier, midden in een woestijnstad, met al die torenhoge gebouwen en fonkelende lichten? Die eerste nacht lag hij naast me in bed. Mijn broer vond de kamergenoot prima. Hij vond het eigenlijk wel grappig.
Tenerife was een romantische vakantie met mijn man, zonder kinderen
Daar hebben we 10 dagen gezeten. Ik had hem ook toen bij me. Soms in de tas, meestal bungelend aan mijn kleine rugzak, stevig vastgeknoopt met elastisch draad. Mijn man vond het inmiddels al normaal. Hij was het gewend. Iedere keer dat onze kamer werd schoongemaakt, legden ze mijn olifant zichtbaar op een andere plek. Mijn man en ik hebben er hard om gelachen.

Maleisië met het hele gezin, èn oma
In Maleisië werd het echt een uitdaging. Het was namelijk bloedheet. BLOEDHEET. Onze backpacks waren zwaar. We sliepen in hutjes, vaak met alleen een ventilator. En elke keer als ik in bed lag, voelde ik me thuis. Alsof ik niet alleen was. Mijn man pestte me: “Je moet die knuffel ook een paspoort geven. Hij gaat meer landen zien dan de meeste mensen.” En dat is helemaal waar. Je kent toch wel van die grote Insta- of Tiktokaccounts met alleen maar een huisdier of knuffel in allerlei landschappen en landen? Misschien zou ik die moeten aanmaken, haha.
New York, the city that never sleeps
En toen was daar New York. Hoogbouw, taxi’s, mensenmassa’s. Ik had hem veilig bij me. Hij hing aan mijn tas. Misschien dachten mensen wel dat ik het voor mijn kinderen droeg. Ik heb er immers 4. Maar nee, het was echt een knuffel voor mij.
Miami, genieten van al die stranden
Miami en The Keys waren een oase aan rust. Mijlenver kon je de zee zien. We hadden een klein appartement in een drukke Spaanse straat met eettentjes. We hadden helemaal op het dak een fijn, klein zwembad en een lekkere bar. En daar, in dat grote bed met airco en frisse lakens, voelde het bijna alsof we thuis waren. Mijn knuffel lag telkens, iedere dag, steevast midden op het bed.
En nu: Bali
We zijn nu op Bali. De backpack staat in een hoek van onze kamer. Ik ben inmiddels gewend aan het reizen, aan het steeds wisselen van plek. Maar ik ben zo blij dat ik hem bij me heb. Ik zal je eerlijk zeggen: hij heeft mijn tranen opgevangen tijdens mijn postnatale depressie. En als nu één van onze kindjes bij ons in bed slaapt, spelen we samen met de knuffels. Die knuffel heeft ontzettend veel meegemaakt mèt mij.
Wat hij mij geeft
Het gaat niet om de knuffel zelf. Het gaat om wat hij vertegenwoordigt: een stukje geborgenheid. Iedereen zou iets moeten meenemen op reis dat voelt als een stukje thuis. Voor de één is het een sjaal, voor de ander een foto. Voor mij was het een knuffel. En eerlijk? Ik zou hem voor geen goud hebben thuisgelaten.
Wat ik heb geleerd
Ik dacht altijd dat reizen betekende: loslaten. Niks meenemen. Alleen maar nieuwe dingen toelaten. Maar ik heb geleerd dat je ook iets van jezelf mee mag nemen. Iets dat je helpt om het avontuur vol te houen. Want ja, een backpack wordt zwaar. En ja, mensen kijken soms raar. Maar mijn olifant hoort erbij.
FEITENKADER
Knuffels zijn zpveel meer dan alleen speelgoed
- 6 op de 10 volwassenen heeft nog steeds de knuffel van vroeger bewaard (bron: Psychologie Magazine, 2024).
- Knuffels werken stressverlagend; ze activeren hetzelfde deel in de hersenen als een warme omhelzing.
- 38% van de reizigers neemt een knuffel of knuffelkussen mee op reis als houvast (onderzoek ANVR, 2023).
- Uit een studie van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat knuffels gevoelens van heimwee bij kinderen én volwassenen kunnen verminderen.
En zo komt het dat ik, 41 jaar, op wereldreis, nog steeds een knuffel meesleep, naar elk land. Hij bungelt vrolijk mee, door luchthavens, in taxi’s en op ferry’s. Hij is altijd zichtbaar. En stiekem vind ik dat mooi: het herinnert me eraan dat je niet alles hoeft los te laten om vrij te zijn. Soms neem je gewoon een stukje thuis mee.
LAURA