
Anne-Jet: “Ik stond langs de lijn bij hockey en hoorde de moeders naast mij: ‘Het zal je kind maar zijn, dan schaam je je toch kapot!’, tegelijkertijd zag ik Lois naar mij toe rennen”
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram te volgen.
Vandaag was het zover: de eerste hockeytraining van Lois. Ze had er al dagen naar uitgekeken. ‘Mama, denk je dat ik net zo goed ben als mijn zus? Kan ik al een beetje overspelen? Wat als ik helemaal geen bal raak?’ Haar enthousiasme werd afgewisseld met gezonde spanning. Ik stelde haar gerust. “Je gaat het gewoon proberen, en plezier maken is het belangrijkste.”
Een nieuw team en we kenden beide nog niemand
Op het hockeyveld stond een groepje kinderen al te trappelen van ongeduld. Lois keek aandachtig om zich heen, maar herkende niemand. Dat gold ook voor mij. Ik stond tussen de andere ouders langs de zijlijn, terwijl ik hoopte dat er gaandeweg vanzelf een leuk contact zou ontstaan. ‘Maar dat komt wel’, dacht ik.
Lois liet zien dat ze al best vaardig was
De training begon met wat basisoefeningen. Dribbelen, stoppen, passen. Ik zag meteen dat Lois zich soepel over het veld bewoog. Dat was niet zo gek, want ze had al vaak met haar oudere zus geoefend in de achtertuin. Haar stickcontrole was verrassend goed en ze bewoog zich zelfverzekerd tussen de andere kinderen. Terwijl sommige kinderen nog zoekend waren naar de juiste grip op hun stick, stuurde Lois de bal al soepel langs de pionnen.

Bij de schotoefeningen werd het verschil pas echt duidelijk
Toen kwamen de schotoefeningen. De kinderen mochten om de beurt op goal schieten, eerst rustig, later met wat meer uitdaging. En daar viel het verschil pas echt op. Lois scoorde keer op keer. Waar andere kinderen de bal misten of te zacht schoten, vloog die van haar feilloos in het net. Ik zag haar gezicht oplichten van trots. Het was mooi om te zien hoe ze haar zelfvertrouwen groeide.
Hadden ze het over mijn kind?
Terwijl ik mijn man een berichtje stuurde om hem te vertellen hoe goed Lois het deed, hoorde ik de twee moeders naast me zachtjes praten. Hun stemmen waren net luid genoeg om mijn aandacht te trekken.
“Het zal je kind maar zijn, dan schaam je je toch ook kapot.” “Nee, dit kan echt niet, bij wie zou ze horen?”
Mijn maag trok samen. Bedoelden ze… Lois? Ik haalde mijn ogen van mijn telefoon en keek snel naar het veld. Daar zag ik Lois met een boos gezicht naar me toe lopen. Ze had haar hockeystick neergegooid. Haar schouders waren gespannen, haar ogen vochtig. De moeders keken wat ongemakkelijk op toen ze doorhadden dat ik hen gehoord had.
Na mijn antwoord werd het pijnlijk stil
Ik voelde mijn gezicht warm worden, maar hield mijn stem beheerst toen ik zei: “Dat is mijn kind. Als jullie iets aan te merken hebben op haar gedrag, mogen jullie het gewoon tegen mij zeggen, hoor.” Het werd stil. Pijnlijk stil. De moeders keken elkaar even aan, maar niemand zei iets. Mijn handen jeukten om het gesprek aan te gaan, maar Lois was nu belangrijker.
Lois legde uit dat de spelregels oneerlijk waren
Lois stond inmiddels naast me, haar gezicht rood van emotie. “Mama, ik had zes goals gemaakt, maar opeens telde er maar één mee!” Haar stem trilde. “Hoe bedoel je?” vroeg ik verbaasd. “De coach zei dat het anders zielig was voor de andere kinderen. Dus alleen de goals waarbij ik de bal maar één keer raakte telden mee. Maar de opdracht was toch maximaal drie keer raken en dan schieten? Waarom veranderen ze de regels opeens?” Haar ogen vulden zich met tranen.
We moesten beide even verwerken wat er gebeurd was
Ik slikte. Ik begreep wat de coach probeerde te doen: de verschillen tussen de kinderen kleiner maken, zodat niemand ontmoedigd zou raken. Maar tegelijk snapte ik Lois’ frustratie. Ze had keurig de opdracht gevolgd, haar best gedaan, was trots op zichzelf en werd daar nu voor afgestraft. Dat voelde oneerlijk. Ik hurkte naast haar neer en veegde een haarlok uit haar gezicht. “Ik snap dat je het niet goed begrijpt vindt. Je hebt gewoon gedaan wat je moest doen en daar ben ik supertrots op.” “Maar het voelt nu niet alsof het goed was,” snikte ze. “Dat snap ik. Je was heel goed, en daar mogen we blij om zijn. Maar soms willen mensen de dingen gelijker maken, ook al voelt dat niet eerlijk.” Lois moest nog verwerken wat er gebeurd was. Ik ook, trouwens…
Op weg naar huis bleef het gesprek met de moeders door mijn hoofd spoken
Waarom meteen zo’n oordeel? Het gaat nota bene over een kind. Ze hadden denk ik totaal niet door wat er precies aan de hand was… Maar dan nog vond ik de reactie echt opgepast. “Wil je nog terug volgende week?” vroeg ik voorzichtig toen we thuis waren. Lois dacht even na. “Ja. Maar ik wil niet meer te goed zijn.” Die opmerking brak mijn hart een beetje. Maar het was ook het leren van iets nieuws: leren hoe je omgaat met talent, hoe je je plek vindt in een team, en hoe je je zelfvertrouwen behoudt, ook als anderen dat moeilijk vinden. “Je hoeft nooit minder goed te doen dan je bent,” zei ik zacht. “Je mag gewoon genieten van wat je kan.” Ze knikte, maar ik zag dat ze er nog over na moest denken. En eerlijk? Ik ook.
Ik had afgesproken dat ik het gesprek aan moest gaan…
De volgende hockeytraining stonden de twee moeders een stuk van mij vandaan. Ik had met mijn man besproken dat ik het gesprek met ze aan zou gaan. Bij zo’n teamsport heb je immers veel contact met elkaar, daar kan je niet onderuit. Ik raakte op dat moment aan de praat met twee andere ouders en besloot me te focussen op dit positieve contact. Uiteindelijk heeft Lois na de twee proeftrainingen besloten om toch een andere sport te gaan doen: turnen, iets wat ook goed bij haar past en ze onwijs veel plezier in heeft! Maar deze situatie zal ik niet snel vergeten…
ANNE-JET
Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram en HIER om ons op Facebook te volgen