
Jenna: “Ik schaam me ervoor hoe slecht mijn zoon tegen zijn verlies kan, moet ik hulp zoeken?”
Ik ben Jenna, moeder van Kjeld van 10 jaar. Laat ik meteen eerlijk zijn: mijn zoon kan héél slecht tegen zijn verlies. En dan bedoel ik niet een beetje mokken of zuchten, maar echt fel reageren. Soms schaam ik me er zelfs voor, want het gaat zo ver dat andere ouders of kinderen er ongemakkelijk van worden. Ik heb altijd gedacht dat het wel zou slijten, maar gisteravond was er weer een incident en toen dacht ik: dit is echt niet normaal meer. Ik zat erbij en dacht alleen maar: WTF, wat gebeurt hier?
Kjeld doet aan voetballen
Het eerste voorbeeld dat me te binnen schiet is van afgelopen voorjaar. Kjeld doet al jaren voetbal. Hij is er dol op. Het was een zaterdag met een toernooitje op de club. Alles liep goed tot de finale. Het team van Kjeld verloor. Ze kregen met 3-1 klop van een ander elftal. Wat gebeurde er? De meeste kinderen liepen naar hun ouders, een beetje sip, maar ook weer snel vrolijk. Niet Kjeld. Hij liep rood aangelopen van het veld af, gooide zijn bidon keihard tegen de grond en begon te schreeuwen dat het oneerlijk was. Hij riep dat de scheidsrechter “blind” was. Ik probeerde hem rustig te krijgen, maar hij sloeg met zijn vuist tegen een hek. Ouders keken om. Ik voelde hun blikken. Ik zag hoe een andere jongen hem voorzichtig aanraakte, maar Kjeld trok zich boos los. Het duurde wel twintig minuten voordat hij weer een beetje kalmeerde. Ik probeerde met hem te praten over sportiviteit, over dat verliezen erbij hoort. Hij wilde er niks van horen. Ik reed naar huis met een kind dat mokkend achter in de auto zat. Zelfs thuis bleef hij boos.
Nog een gebeurtenis waar ik zo van schrok
Kjeld is dol op spelletjes, maar alleen als hij wint. Oma had een nieuw bordspel gekocht en ze zaten samen aan de tafel. Het leek gezellig. Ik hoorde ze lachen in de woonkamer. Maar ineens werd het stil en daarna hoorde ik een harde klap. Ik rende erheen en zag dat Kjeld het spelbord had dichtgeslagen. Alle pionnen lagen op de grond. Hij had verloren van oma. Mijn moeder zat met grote ogen naar hem te kijken. Ze zei zacht: “Het geeft toch niet, jongen, het is maar een spelletje.” Maar Kjeld begon te huilen en riep dat oma had vals gespeeld. Hij stond op, gooide zijn stoel achteruit en stormde naar boven. Ik was zó boos en beschaamd. Oma zat beteuterd tussen de pionnen. Het duurde bijna een uur voordat hij weer beneden kwam. Toen ik hem vroeg waarom hij zo deed, zei hij dat het oneerlijk was. “Ik kan niet tegen vals spelen.” Maar er was niks vals gegaan. Hij had gewoon verloren.
En nu het incident van gisteravond
We zaten thuis, met z’n vieren. Ik, mijn man en onze kinderen. We besloten Uno te spelen. Het was gezellig. We lachten, we plaagden elkaar een beetje. Dat hoorde bij het spel. toch? Tot Kjeld op het punt stond te verliezen. Hij had nog zes kaarten in zijn hand en ik legde een kaart neer waardoor hij er nog twee moest bijpakken. Hij keek me aan met een blik die ik inmiddels goed ken: boos, gekwetst, teleurgesteld. En toen gebeurde het. Hij pakte een kaart uit zijn hand en scheurde hem in tweeën. Heel rustig, maar wel duidelijk. Hij gooide de stukken op tafel en zei: “Dan speel ik gewoon niet meer.” Ik zat echt met open mond te kijken. Een Uno-kaart! Wie scheurt nou een spelkaart kapot omdat hij niet kan winnen? Mijn man probeerde het luchtig te houden. “Oké, einde spel dan maar.” Maar ik zat vol ongeloof. Het was helemaal niet oke. Dit gaat toch nergens meer over? Ik vroeg hem later waarom hij dat deed. Hij haalde zijn schouders op en zei: “Ik haat verliezen.” En daarmee was de kous voor hem af. Voor mij niet. Ik vond het niet normaal.

Mijn gevoel erbij
Ik vind dit echt heftig. Natuurlijk, kinderen balen als ze verliezen. Dat begrijp ik. Maar dit gaat zo ver. Hij is 10. Het is niet meer een peuter die huilt omdat hij zijn zin niet krijgt. Hij is oud genoeg om te begrijpen dat verliezen bij het leven hoort. Ik zie ook dat het hem dwarszit. Hij wil winnen, koste wat het kost. Maar hij maakt zichzelf en de omgeving er ongelukkig mee. Ik zie de teleurstelling bij andere kinderen, ik voel de ongemakkelijkheid bij volwassenen. En nu die Uno-kaart. Voor mij is dat een signaal. Dit gaat te ver. Ik wil weten: is dit nog normaal? Of moet ik hier echt iets mee?
Uitleg vanuit kinderpsycholoog
Ik krijg vaak vragen van ouders over kinderen die niet tegen hun verlies kunnen. Het verhaal van Jenna en haar zoon Kjeld herken ik. Veel kinderen hebben moeite met verliezen, maar soms neemt het extreme vormen aan. Ik leg uit wat dit gedrag betekent, waarom het voorkomt en wat ouders ermee kunnen doen.
Is dit gedrag normaal?
Ja, tot op zekere hoogte. Kinderen ontwikkelen zich in fases. Rond de leeftijd van tien jaar zijn ze vaak erg prestatiegericht. Ze vergelijken zich met anderen en willen graag goed zijn in spelletjes of sport. Verliezen voelt dan als falen. Dat een kind huilt, boos wordt of even wegloopt na een verliespartij is niet vreemd. Het betekent dat hij emotioneel betrokken is. Maar als het gedrag doorslaat – zoals schelden, spullen kapotmaken of anderen beschuldigen van vals spel – dan is het belangrijk om dit serieus te nemen.
Waarom gebeurt dit?
Er zijn meerdere redenen:
- Sterk rechtvaardigheidsgevoel
Veel kinderen ervaren verlies als oneerlijk. Ze zoeken naar verklaringen en roepen snel dat anderen vals spelen. - Weinig frustratietolerantie
Sommige kinderen hebben moeite om negatieve emoties te verdragen. Ze willen dat alles goed voelt en raken van slag als dat niet zo is. - Gebrek aan ervaring met verliezen
Als ouders hun kinderen vaak laten winnen om ruzie te voorkomen, leren ze niet hoe het is om te verliezen. - Perfectionisme
Bij sommige kinderen ligt de lat hoog. Zij koppelen winnen aan eigenwaarde. Verliezen voelt dan als falen.
Wat zegt het over Kjeld?
Het feit dat hij een kaart heeft verscheurd, laat zien dat hij moeite heeft zijn emoties te reguleren. Hij heeft op dat moment geen andere manier gevonden om zijn boosheid kwijt te raken. Dat betekent niet dat hij “abnormaal” is. Het betekent dat hij begeleiding nodig heeft om met frustratie om te gaan. Het is belangrijk te kijken naar de frequentie en de context. Doet hij dit alleen bij spelletjes, of ook op school of in sociale situaties? Als het zich beperkt tot spelletjes, is het vaak een kwestie van oefenen en leren. Als het breder voorkomt, kan er meer aan de hand zijn.
Wat kun je als ouder doen?
- Blijf kalm
Boos reageren helpt niet. Benoem rustig wat er gebeurt: “Ik zie dat je boos bent omdat je hebt verloren.” - Stel grenzen
Maak duidelijk dat schelden of spullen kapotmaken niet mag. Zeg wat wél kan: “Je mag even weggaan om af te koelen.” - Oefen met kleine verliezen
Speel spelletjes waarbij hij niet altijd kan winnen. Bespreek hoe het voelt en prijs hem als hij goed omgaat met verlies. - Gebruik voorbeeldgedrag
Laat als ouder zien dat je zelf sportief verliest. Zeg: “Jammer dat ik verloren heb, maar ik vond het leuk om te spelen.” - Benoem emoties
Help hem woorden te geven aan wat hij voelt. “Je voelt je boos en teleurgesteld omdat je wilde winnen.” - Zoek samenwerking
Bespreek met leerkrachten of ze hetzelfde zien. Samen kun je kijken hoe je hem sterker maakt in omgaan met verlies.
Wanneer hulp inschakelen?
Als het gedrag steeds extremer wordt, als het ook op school en bij vriendjes voorkomt, of als hij vaak spullen kapotmaakt, kan het zinvol zijn professionele hulp in te schakelen. Een kinderpsycholoog kan met hem werken aan emotieregulatie en frustratietolerantie.
Kjeld is niet “gek” of “abnormaal”
Zijn gedrag is een uiting van boosheid en teleurstelling die hij nog niet kan verwerken. Maar het is wel belangrijk om het serieus te nemen. Als ouders moet je grenzen stellen, maar ook begeleiding bieden. Leren verliezen is een vaardigheid. Het is net zo belangrijk als leren lezen of rekenen. Door hem te helpen, door consequent te zijn en door hem te laten oefenen, kan hij leren dat verliezen erbij hoort. Het maakt hem uiteindelijk sterker en socialer.