Met 25 weken begint de bevalling, maar ik wil dit rekken tot de 28…

| ,

‘Wat zijn jouw goede voornemens?’, vraagt Tom. ‘Doe ik niet aan’, antwoord ik. ‘Oké, dan stel ik de vraag anders: wat zou jij willen bereiken dit jaar?’. ‘Ik wil aan mijn carrière werken en misschien wel mijn master gaan halen.’ ‘Nou, dan kunnen wij bij deze een derde kind wel uitsluiten.’, lacht Tom. ‘Dat denk ik ook. Weer negen maanden ziek? Ik moet er niet aan denken. Ik heb het ziekenhuis wel even genoeg gezien. Jij wilt altijd een groot gezin, hoe denk jij erover?’. ‘Ik denk dat wij de knoop moeten doorhakken. Wij hebben allebei drukke banen en we hebben twee gezonde kinderen. Eigenlijk ben ik wel blij dat ze eindelijk wat zelfstandiger beginnen te worden.’ ‘Ja, inderdaad.’ Elinde wordt over drie dagen vier en Julian is alweer twee jaar. En toch vind ik het niet leuk. Ik wil de deur nog niet dichtgooien. Aan de andere kant ben ik 34 jaar. Ik wil na mijn 36ste geen kinderen meer. Dat heb ik me altijd voorgenomen. Mijn vorige twee zwangerschappen waren vreselijk. Ik spuugde tijdens de hele zwangerschap meerdere keren per dag, kreeg bij beide een zwangerschapsvergiftiging en kreeg (blijvende) problemen met mijn schildklier. Ik voel mij eindelijk weer een beetje fit.

Een week later voel ik mij misselijk en ga naar de badkamer. Heb ik wat verkeerds gegeten gisteren? Nee, het is een ander soort misselijkheid, dezelfde misselijkheid die ik had toen ik zwang… Nee… dat kan niet… Ik moet over vier dagen pas ongesteld worden… ‘Doe niet zo gek.’, spreek ik mezelf toe. Ik weet dat ik nog een test heb liggen en pak die uit de kast. Ik staar er een tijdje naar. Natuurlijk ben ik niet zwanger. Om het aan mezelf te bewijzen doe ik de test. In nog geen tien seconden verschijnt er een dikke streep, bijna donkerpaars. Hoe kan dit nou?! Zou de test over de datum zijn? Kan een test ook een vals positief resultaat geven? Maar ja… Ik doe de test omdat ik misselijk ben. Er is geen twijfel over mogelijk. De test vertelt mij dat ik zwanger ben. Ik maak Tom wakker: ‘Ik ben zwanger,’ en overhandig hem de test. ‘Hoe kan dit nou weer?’. ‘Ja, dat weet ik ook niet.’ Hij is in shock. Er gaan allemaal gedachten door mij heen. Hoe ga ik dit doen met mijn werk? Straks word ik weer zo ziek. Ik vind twee kleine kinderen al zwaar, laat staan drie. O, en die slapeloze nachten komen er weer aan. Maar langzaam komen er steeds leukere gedachten binnen: “Wow, drie kinderen, wat een rijkdom”. Wat schattig om straks weer een klein baby’tje in mijn armen te mogen sluiten.

Een paar dagen later verlies ik bloed. Tussen Elinde en Julian heb ik een miskraam gehad en dat begon precies zo. Wat jammer, ik had mij inmiddels al zo verheugd op de kleine baby, maar helaas. Ik bel de verloskundige op met het nieuws. Zij biedt aan om een echo te regelen die middag. Ik ben blij met het aanbod. Dan ben ik tenminste uit de onzekerheid. Helaas kan Tom niet mee. Hij geeft een presentatie die dag. Ik bel hem op en zeg dat ik waarschijnlijk toch slecht nieuws verwacht, maar dat ik dat prima alleen kan handelen. Enorm zenuwachtig loop ik de echopraktijk binnen. En dan is het zover: de echoscopiste begint met de echo. ‘Kijk, ik zie hier een mooi kloppend hartje.’ Zij laat iets zien wat op een witte massa lijkt en inderdaad zie ik iets snel bewegen. ‘Het ziet er goed uit, hoor,’ zegt zij en kijkt ondertussen verder. Mijn aandacht gaat even weg van het beeldscherm. Ik ben zo blij. Ik krijg dus echt weer een baby. Ik ben zo dankbaar dat dit ons gegund is. ‘Kijk eens,’ hoor ik haar zeggen, en weer zie ik een wit bolletje dat beweegt. ‘Er zit er nog één!’. ‘Wat?! Dat meen je niet!’ Ik weet niet hoe ik moet reageren. Ik ben blij, verbaasd en angstig tegelijk. ‘Maar ik heb al twee kinderen, dan heb ik er vier straks’, antwoord ik geschokt. ‘Dat komt vast goed. De uitgerekende datum is 16 september 2018. Ik zal het doorgeven aan de verloskundige. Je zal vanaf nu onder de gynaecoloog bij het Spaarne Gasthuis vallen.’ ‘O, en ik heb zo’n hekel aan ziekenhuizen,’ zeg ik. Ik ben zo hyper dat ik nauwelijks weet hoe ik moet reageren.

De zwangerschap verloopt alles behalve vlekkeloos. Ik heb weer HG en geef soms zo’n 15 keer over per dag. Wanneer ik 8 weken zwanger ben, val ik van de vliering en breek ik mijn rug. Ik kan mij amper bewegen en dit is niet zo’n goede combinatie met het vele overgeven. De fysiotherapeut komt om de dag langs om mij te helpen. Ik ben 25 weken en 1 dag zwanger. Als ik ’s morgens wakker word, heb ik last van buikpijn. Niet zo erg, maar ik bel toch mijn werk om te zeggen dat ik thuis werk. Het is druk op mijn werk en vanuit huis ben ik met veel telefoontjes en mailtjes bezig. Ik voel mij raar, maar ik kan het niet goed omschrijven. Wanneer Tom thuiskomt, vindt hij mij wat witjes. Ik wuif het weg, al heb ik steeds meer krampen in mijn buik. Ik ga naar de wc en tot mijn grote schrik zie ik dat ik een beetje bloed verlies. Ik ben nog niet erg ongerust, maar bel wel het ziekenhuis. Zij willen mij zien en ik zeg tegen Tom dat ik even naar het ziekenhuis ga. Omdat ik er vrij nuchter onder ben, maakt hij zich geen zorgen. In het ziekenhuis krijg ik meerdere testen. De gynaecoloog schrikt als zij mijn baarmoederhals meet. Deze hoort vier centimeter lang te zijn, maar bij mij is hij nog maar twee centimeter. Ze nemen een fibronectinetest bij mij af, die voorspelt of de bevalling eraan zit te komen. Bij een positieve uitslag is er een kans dat je binnen twee weken gaat bevallen. Het wachten lijkt uren te duren, maar in werkelijkheid heeft alles binnen een half uur plaatsgevonden. De gynaecoloog komt binnen: ‘Mirjam, ik heb slecht nieuws. De test is positief en in combinatie met de andere klachten en de korte baarmoederhals kunnen wij concluderen dat de bevalling begonnen is. Omdat je nog maar 25 weken zwanger bent, zal je zo met de ambulance naar het VU medisch centrum worden gebracht. Daar zal je eerst een gesprek met de kinderarts krijgen. Zij zal vertellen wat de gevolgen zijn wanneer de baby’s zo vroeg geboren worden.’ Ik weet niet wat mij overkomt. Ik kan mij gewoon niet voorstellen dat de baby’s echt al komen. Gek genoeg ben ik vrij rustig. Ik vraag waarom ik geen weeënremmers krijg, maar dat mag pas na het gesprek met de kinderarts. En zo zitten wij een uur later in het VUmc in een noodkamertje, omdat alle kamers bezet zijn. Het maakt mij niet uit, zolang ik maar alleen in een kamer lig. Ik vind het verschrikkelijk een kamer te moeten delen. Om twee uur ’s nachts komt de kinderarts. Zij legt uit dat als de baby’s nu geboren worden, ze gehandicapt kunnen zijn of een ontwikkelingsstoornis kunnen krijgen en sluit af met de vraag of wij de baby’s willen laten reanimeren wanneer zij geboren worden. Tot week 26 mag je daar nog voor kiezen, daarna is het verplicht. Natuurlijk wil ik de baby’s laten reanimeren, geen twijfel over mogelijk. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat de baby’s nog even blijven zitten. De arts betwijfelt het, maar ik krijg wel weeënremmers en longrijpers. Ondertussen kijk ik op de klok en ben ik blij met elke dag die erbij komt. Mijn doel is om minimaal de 28 weken te halen, dan zijn de overlevingskansen veel groter. Ik krijg opnieuw een uitgebreide echo en de baby’s lijken gezond. De hartjes kloppen mooi en de organen doen het goed. Wel blijkt het jongetje te veel vruchtwater te hebben en zijn hoofdje lijkt wat aan de kleine kant, maar er is geen reden voor paniek. Ik word er desondanks onrustig van. Straks is er wel wat met hem aan de hand. Er wordt mij geadviseerd een suikertest te doen, die zou kunnen verklaren waarom ik meer vruchtwater heb dan normaal. Dat kan vanaf week 28. Gelukkig nemen alle klachten langzaam af en de artsen zijn niet meer bang dat ik snel zal bevallen. Ik mis mijn kinderen verschrikkelijk en wil zo graag naar huis.

Gelukkig mag ik een week later naar huis. Wanneer ik 28 weken zwanger ben, herhaalt het hele riedeltje zich weer. Ook blijkt dat ik zwangerschapsdiabetes heb, een hoge bloeddruk en wat eiwitten in mijn urine wat kan duiden op een zwangerschapsvergiftiging. Ik ben meer in het ziekenhuis dan thuis, maar haal uiteindelijk toch de 36.5 weken! Op vrijdag 24-08-2018 zijn de baby’s er dan eindelijk! Om half tien uur wordt Celeste Anna geboren en nog geen zeven minuten later komt ook Florian Thomas ter wereld. Zij huilen allebei en ze zijn meteen al zo mooi, maar ook erg klein. Celeste weegt 2820 gram en Florian 2360 gram. Florian oogt ook een stuk kleiner. Wanneer ik ze allebei vastheb, voel ik me onbeschrijflijk gelukkig. Ik wil alles voor deze twee kleine kindjes doen en ben zo trots op mijn prachtige dochter en zoon. Wat zijn ze mooi, lief en klein. Florian heeft een perfect gaaf hoofdje en ook Celeste is prachtig met haar donkere haartjes. Zij lijkt precies op Elinde als baby, alleen de donkere haartjes verbazen ons, aangezien we allebei blond haar hebben. De baby’s worden allebei goedgekeurd door de kinderarts. Wel moeten wij nog twee dagen blijven vanwege mijn zwangerschapsdiabetes. Ik begin met kolven. Ik wil beide baby’s zelf voeden. Celeste begint al snel met drinken. Florian wil nog niet, ook wordt hij steeds slapper. Hij wordt daarom preventief aan de antibiotica gezet. Verschrikkelijk om te zien hoe ze een infuusje prikken in jouw kleine kindje. Hij huilt met een hoog stemmetje en ik huil met hem mee. Er is iets met hem aan de hand maar wat?

Zaterdagavond kijkt Tom mij ernstig aan en zegt: “Ik denk dat hij Down heeft…”

WORDT VERVOLGD…

MIRJAM

Plaats een reactie