Burn-out: Onderweg naar de dokterspost kreeg ik zulke hevige hartkloppingen, dat ik dacht dat ik terplekke zou sterven

| , ,

“Er zijn twee thema’s die we moeten aanpakken. De balans en jouw paniekstoornis. Heb je een voorkeur welke we als eerste bespreken?” Ik dacht na. “Ik denk dat de balans nu de meeste prioriteit heeft. Nu ik net terug ben van vakantie gaat het wel met de paniekaanvallen.” “Je ziet er ook een stuk beter uit.”, bevestigde de psycholoog. “Gelukkig”, dacht ik, “aan die paniek wil ik liever helemaal niet werken”. De angst, de beklemming, de nervositeit, de vrees en de demonen die ik moest verslaan, wilde ik niet onder ogen komen. De psycholoog printte een document voor mij uit waarop met grote letters stond: OMGAAN MET BURN-OUT. Ik nam het mee naar huis.

Vakantie met burn-out

Ik was net terug van vakantie. Godzijdank had ik het gered om de koffers in te pakken. Midden in de nacht het vliegtuig in te stappen met manlief en twee kleine kinderen. Daarna een bus- en boottocht te trotseren om vervolgens overprikkeld aan te komen in de hotelkamer op een Grieks eiland. Maanden geleden hadden we deze reis met enthousiasme geboekt. De kids waren op een leeftijd waarbij reizen steeds makkelijker werd. Zon, zee en strand klonk als muziek in de oren. Geen idee dat ik zou instorten en ineens helemaal niks meer kon. Niet werken, niet voor de kinderen zorgen, laat staan deze reis maken. Maar ik kon mijn man, die keihard naar vakantie snakte, en de kinderen toch niet teleurstellen? Dat ik drie maanden op de wachtlijst stond bij de GGZ hielp daar natuurlijk niet aan mee.

Re-integreren

Ondanks mijn angsten, onrust, tinnitus, hoofdpijnen, dissociatie en het feit dat ik na ieder avondbuffet op instorten stond, zag ik de schoonheid van het eiland. De puurheid van de natuur. En de onbetaalbare glimlach van mijn kinderen. En wist ik dat deze vakantie ons allemaal goed zou doen. En dat deed het. Bij terugkomst was ik blij dat mijn therapie van start ging. Ook leek het iedereen een goed idee dat ik weer eens koffie ging drinken op kantoor. Natuurlijk zou ik dat doen. Echter was ik na deze poging weer helemaal terug bij af. Therapie en re-integreren gingen niet goed samen. Mijn loyaliteit naar mijn werk was nog steeds torenhoog en ik ging tot het uiterste om te voldoen aan het re-integratieplan. Om er vervolgens achter te komen dat er nog helemaal geen sprake was van concentreren achter een beeldscherm, collega’s onder ogen zien, laat staan uren opbouwen. Keer op keer meldde ik mij af en de teleurstelling en schaamte voelden als een extra last op mijn schouders. Die overigens helemaal verkrampt waren van de spanning.

Dieptepunt

Met het aanpakken van de balans tijdens de therapie kon ik mooi mijn angsten ontlopen. Maar mijn lichaam schreeuwde om serieus te worden genomen. Halverwege de therapie namen mijn klachten alleen maar toe. Het dieptepunt was op het moment dat ik weer een afspraak had bij de huisarts. Onderweg naar de dokterspost kreeg ik zulke hevige hartkloppingen, dat ik dacht dat ik terplekke zou sterven. Hijgend kwam ik aan, de paniekaanval duurde wel een uur. Ik vroeg mijn huisarts om mijn bloed te controleren. Hij weigerde. Ik vroeg mijn huisarts om mijn hart te beluisteren. Hij schudde stellig nee. Ik vroeg hem of ik misschien depressief was. Hij ontkende. “Je bent weer over je grenzen gegaan.” was zijn verklaring. “Daar heb ik geen verder onderzoek voor nodig.”

Antidepressiva

“Geef me dan maar die rot medicijnen!”, was mijn schreeuw om hulp. De huisarts knikte. Beiden waren we geen voorstander van antidepressiva. Ik was er zelfs bang voor, door het slechte imago en het feit dat de klachten in eerste instantie alleen maar zouden toenemen. Maar beiden zagen we in dat dit gevecht, wat nu al maanden duurde, mij belemmerde om beter worden. Zoals mijn psycholoog later toegaf: “Jouw angst ging een eigen leven lijden. En soms is medicatie dé manier om de cirkel te doorbreken. Daarnaast ben je een ster in het ontlopen van je eigen vrees.” Ze had gelijk. Mijn angststoornis was voor mij het moeilijkst te accepteren aan die hele burn-out. Het moment dat ik ‘ja’ zei tegen medicatie, was ook het moment dat ik mijn eigen angsten erkende. Tot dan toe had ik dit deel van mij ontkent, genegeerd en verwaarloosd. Zoals Yolan Witterholt in haar boek ‘Geen zin in mijn gezin’ zegt: “De burn-out pakt je op je zwakste plek”. En dat was voor mij angst. Geen sterker gevoel kan mij keihard stilzetten. En dat stilzetten was nu net wat ik nodig had.

Ruimte voor herstel

Nu twee jaar later spreek ik als coach voor moeders veel vrouwen die kampen met dezelfde klachten. Een advies als ‘omarm je angst’ zal ik nooit geven. Want je wilt er simpelweg zo snel als mogelijk vanaf. Ik kijk veel meer samen met de moeders naar wat de angsten iemand wil vertellen? Wat heeft het nodig? In combinatie met spanningsklachten zijn paniek en angst een overduidelijk signaal. Dat vraagt om ruimte. Het betekent dat er iets minder moet, veel minder. Een minder drukke agenda, een minder drukke baan, meer hulp in de huishouding. Noem maar op. Er zijn tal van knoppen waaraan je kunt draaien, als het gaat om balans. Dan pas ontstaat ruimte voor herstel.

Liefs,

JOLIEN (klik hier voor haar Instagram) 

Plaats een reactie