Mijn kolfruimte op het werk was verschrikkelijk!

| ,

Collega’s zeggen wel eens tegen mij: ‘Ah lekker elke keer zo’n pauze’, ‘Kom je wel aan je werk toe’ of ‘Waarom stop je niet gewoon?’. Nee, soms kom ik niet aan mijn werk toe, maar misschien net zo erg – soms kom ik niet aan kolven toe! Nee, ik wil niet stoppen. Maar soms wil ik wel stoppen. Gewoon omdat kolven op werk zo lastig is, en niemand er begrip voor lijkt te hebben. Soms ben ik aan het kolven, lunch eten en werken tegelijk. Terwijl je juist moet ontspannen bij kolven.  

Wist je dat?

De grootste afname van het percentage mama’s dat borstvoeding geeft, vindt plaats in de eerste twee weken na de geboorte. Het percentage daalt in deze periode van 80% naar 59%. De belangrijkste reden van moeders om tijdens de tweede tot en met de vierde maand kunstvoeding bij te gaan geven is in deze periode ‘te weinig melk’ (27%), gevolgd door ‘werk’ (19%). Er is dus een hoop winst te behalen om moeders na hun bevalling en als ze weer gaan werken, te ondersteunen bij borstvoeding. Ik heb weinig ondersteuning ervaren toen ik ging werken in elk geval. Ik moet zeggen dat ik kolven één van de moeilijkste dingen vind van moeder-van-een-baby zijn. En waar komt dat door? Dat vertel ik je in deze blog.  

Herken je dit? Het was de eerste dag weer werken na mijn verlof, ik stond bij de gastouder en mijn zoontje van drie was aan het huilen, want hij wilde bij mama zijn. Ik was ook bijna aan het huilen, want ik ging mijn baby en mijn peuter verlaten en voelde me op en top een slechte moeder. De baby was natuurlijk aan het lachen, want hij had niet in de gaten dat zijn hechtingsfiguur, zijn ‘source of life’, zijn lieve moedertje hem ging verlaten. En dat maakte het allemaal alleen nog maar erger want hij wist niet dat hij de hele dag zonder mama ging zijn. Daar ging de negatieve gedachten spiraal: “Dit kan toch niet goed zijn voor de hechting. Gaat hij wel goed drinken uit de fles? Heb ik wel genoeg melk mee gegeven? Wat als ik niet genoeg kan kolven?” Wat als… Wat als …Wat als? Mijn lieve gastouder trapte mij gelukkig de deur uit en daar ging ik. Een vrije vogel zonder haar kindjes. Op mijn werk ging ik gelijk even de kolfruimte bekijken. Want ik moest aan de melkmachine. Mijn missie is om borstvoeding te normaliseren. Dus ik moet ook op werk mijn beste borst (haha) voorzetten. Voor mijn verlof was mij verzekerd dat er een ruimte was. En ik ben ambtenaar bij een gemeente dus ze zullen het wel goed geregeld hebben. Niet dus! Dwalend liep ik door het gemeentehuis met lekkende boobies en lekkende emoties, want die liepen ook steeds verder op. Want waar moest ik kolven? Het gemeentehuis zit midden in een verbouwing, dus schijnbaar was het kolfhok al gesloopt en komt er over 1,5 jaar in het nieuwe gebouw een hele mooie! Ja, daar heb ik nu super veel aan. Ondertussen sprongen mijn borsten bijna mijn truitje uit, zo veel druk stond erop.  

Ik werd naar de bodes gestuurd. Want die zullen het toch wel weten. Zij waren natuurlijk ook clueless. Niemand had er rekening mee gehouden in de verbouwplannen want wie kolft er nou? Schijnbaar niemand behalve ik terwijl er minstens vijf bevallingen zijn geweest in mijn verlof. De bodes stuurden mij naar een lege vergaderruimte in een ander gebouw. Daar kon ik voor nu wel terecht. Mijn emoties en hormonen vlogen alle kanten op. Ik had mijn baby net verlaten, mijn borsten stonden op springen, mijn werkgever bleek totaal niet geëmancipeerd en ik lekte alle kanten op. Ik opende de deur van de kamer waar ik twee uur per dag ging doorbrengen. Ik vond een zielige kamer die niet op slot kon met een tafel een stoel, slechte verlichting en thats it. Heel deprimerend. Maar nature is calling dus ik zette me eroverheen, sloot mijn melk machine aan en zette mijn babyporno op. Als je de melk op gang wil brengen zonder je baby dan moet je fantaseren dat je baby aan de borst ligt en filmpjes daarvan helpen de melk toe te laten toeschieten. Terwijl ik dus naar mijn babyfilmpjes keek hoor ik: “Lekker weekend gehad Margriet.” Ondertussen bij mij: “Eeer, eeer, eeer, eeer”, van de kolf. “Ja hoor Henk en bij jou?”. Bleek de ruimte die al lelijk was, niet op slot kon, geen wasbak en geen koelkast had, ook nog eens naast het kopieerapparaat te zitten. OMG. Nee, Sjaan concentreer je op je baby….”En hoe gaat het met de kids.”…. Shoot me, now! Even later, en ondanks de omstandigheden en stress toch 100 centiliter, stap ik de keuken in om mijn kolf schoon te maken. Tot mijn ontzetting zie ik in de wasbak waar ik mijn gesteriliseerde kolf schoon moet maken allerlei vieze stukjes etensrestjes drijven. Toen moest ik bijna huilen. Waarom was alles zo slecht geregeld? Toen de facilitaire dienst langs kwam met een ontstopper over de schouder vertelde hij dat hij wekelijks langs moet komen, omdat er collega’s zijn die hun restjes cup-a-soup gewoon in de wasbak plempen. Toen flipte ik (van binnen dan hé). Ik ga toch niet mijn kolf in half gekauwde, vieze stukjes van een luie collega lopen wassen. Nadat ik de status van de kolfruimte en was faciliteiten aan een vrouwelijke collega van de facilitaire dienst heb toegelicht (die gelukkig zelf vroeger gekolfd heeft) kon ik binnen een dag terecht bij een andere ruimte.

De nieuwe ruimte, tja, ook al zo’n saaie vergaderruimte. Er is hier wederom geen wasbak en er zit ook geen slot op. Of ik dat erg vind? En hij staat ook weer naast het kopieerapparaat… Ik zei dat ik er wel een slot op wilde en dat ik het uit ging proberen. Moedeloos ging ik er heen, weer redelijk goed gekolfd ondanks de stress die ik ervaarde in zo’n rot ruimte. Dit keer moest ik mijn kolf wassen in de gehandicaptenwc. Ik deed de deur ervan open en een walm van poeplucht kwam mij tegemoet. Blijkbaar gebruikte een collega de ruimte om ongestoord een heerlijke boodschap achter te laten. Eerlijk gezegd stond het lachen mij nader dan het huilen. Huilen had ik al gedaan en deze situatie is toch te bizar voor woorden, plus tranen zijn verspilling van de vocht die je nodig hebt voor de melk. Ja elke druppel is kostbaar. Weer ging ik naar de facilitaire dienst want als je niet voor jezelf opkomt doet niemand het. En de boodschap was: we moeten allemaal het beste maken van de verbouwsituatie, je hebt toch wel een slot op de deur? 

Wees je er van bewust dames (en heren die de dames willen ondersteunen) dat je kolfrechten hebt! Het beste ervan maken is niet goed genoeg. Ondertussen zit ik ondanks mijn opstandigheid nog steeds in de ongezellige vergaderruimte en maak ik mijn kolf schoon in de wc (alleen niet meer in de ene). Dus beste mensen mocht je je afvragen waarom zo veel vrouwen stoppen met het geven van borstvoeding als ze gaan werken… Het wordt je in elk geval niet gemakkelijk gemaakt. Maar ik ben nog steeds strijdvaardig! Heb je ook vergelijkbare ervaringen gehad? Hoe ging jij er mee om? Ik ben heel benieuwd! 

EditieNL heeft Sjaan geïnterviewd. Klik hier om de rubriek te bekijken.

SJAAN

Plaats een reactie