Op zoek naar de regenboog

| ,

Vorige keer vertelde ik over onze stilgeboren dochter Delilah*. Na haar geboorte en overlijden waren we kapot van verdriet, en de wens voor nog een kindje was nu alleen nog maar groter geworden! Ik had een baby in mijn armen moeten hebben, maar haar bedje was leeg. Ongedragen kleertjes lagen in de kast. En waar ik haar luier had moeten verschonen, lagen nu rouwboeketten en rouwkaartjes. En ook al wist ik dat een volgend kindje haar nooit kon vervangen – ik zou Delilah er immers niet mee terug krijgen – we wilden wel zo snel mogelijk deze leegte opvullen! Niet alleen voor onszelf, maar ook voor grote zus Vienna die zo had uitgekeken naar haar zusje.

Het duurde even voor ik weer zwanger was. Logisch natuurlijk, ik was bijna 39 weken zwanger geweest, bevallen van een voldragen baby en volop aan het rouwen. Mijn lichaam en geest moest echt even ontzwangeren. Eigenlijk was ik in verhouding heel snel weer zwanger (zes maanden na Delilah’s geboorte), maar voor mij duurde dit als een eeuwigheid! In mei 2015 was het dan zover, eindelijk twee dikke strepen op die test! Doodsbang, maar zó blij! Met zes weken mocht ik al voor de eerste echo komen en daar zagen we een mooi kloppend hartje. Twee weken later hadden we weer een echo en de week erna weer één. Een prachtig spartelend kindje zagen we die zelfs even naar ons zwaaide. Ik begon vertrouwen in deze zwangerschap te krijgen en had me voorgenomen het aan iedereen bekend te maken als de termijnecho met 11 weken ook weer goed zou zijn. Omdat ik daar gewoon vanuit ging, had ik alvast een mooie aankondiging gemaakt waarin we ook Delilah* hadden betrokken. Vol enthousiasme ging ik naar mijn termijnecho, samen met mijn moeder en Vienna. Mijn man zou met de volgende echo weer meegaan, want hij kon niet voor elke controle vrij vragen. Maar eenmaal bij de echo kon de echoscopiste niet meteen het hartje vinden. Ik raakte meteen al in paniek en zei meerdere keren: “Nee, niet weer he, niet weer!”. Ze probeerde me gerust te stellen en zei dat ze ‘gewoon even een inwendige echo zou maken’. Maar ik wist het al. Alsof het verlies van Delilah niet genoeg was, raakten we dit kindje ook kwijt. Mijn moeder huilde met me mee. Mijn kleine gummybeertje was overleden. Het hartje was ongeveer een week geleden gestopt. Omdat er nog niks rommelde en de gynaecoloog mij de heftige krampen niet aan wilde doen, besloten we dat een curettage het beste was. En daar ging ik een week later dan; onder narcose om ons geliefde regenboogje weg te laten halen…

Er werd ons aangeraden om even één maand mijn lichaam rust te geven en daarna mochten we het in principe weer proberen. En ja hoor, die eerste poging was het gewoon alweer raak! In september 2015 was ik opnieuw zwanger. Maar dit keer voelde ik geen blijdschap. Ik voelde me schuldig naar het kindje en ik durfde gewoon niet meer. De eerste echo met zes weken was goed. Een mooi kloppend hartje, maar wel 2-3 dagen minder ver dan gedacht. Dit zat me niet lekker, maar vol goede moed gingen we naar de volgende echo een week later. Hier bleek het kindje amper gegroeid te zijn. Net iets meer dan zes weken, terwijl ik ruim zeven weken moest zijn. Maar nog steeds een mooi kloppend hartje en een goed vruchtzakje. Toch voelde het niet goed en ik zei tegen mijn man die avond, dat als deze zwangerschap ook fout moet gaan, dat ik dan liever heb dat het meteen fout gaat en niet pas bij de termijnecho of zelfs pas met bijna 39 weken. En alsof de natuur me gehoord had, diezelfde avond begon ik bloed te verliezen. Niet veel, maar voldoende om te weten dat het klaar was. De volgende ochtend in het ziekenhuis bleek ik het vruchtje al verloren te zijn. Weer een regenboogje dat niet mocht blijven…

De gynaecoloog wilde dat we even zouden wachten totdat we een bloedonderzoek gehad zouden hebben. Eind oktober werd dit gedaan en pas na de uitslag mochten we het weer proberen. 7 November kwam eraan, Delilah’s geboortedatum. Al een heel jaar hoopte ik opnieuw zwanger te raken, maar op haar eerste verjaardag zat ik zonder Delilah en met een lege buik. Uit het onderzoek kwam niks. Alles was in orde. Maar vanwege de hart- en vaatziektes in mijn familie wilde de gynaecoloog dat ik voor de zekerheid bloedverdunners zou gaan slikken bij een nieuwe zwangerschap. Eind november kregen we weer groen licht en ja hoor, vlak voor Kerst testte ik wéér positief. Vruchtbaar zijn we wel! Nu nog een levend kindje ter wereld brengen (dat we dat konden wisten we al door Vienna, maar het leek wel of we het daarna niet meer konden). Meteen begonnen met de bloedverdunners en dit gaf me een klein beetje meer vertrouwen. Voorzichtig durfde ik hoop te hebben en de eerste echo met zeven weken was goed! Een mooi kloppend hartje en de baby liep zelfs een paar dagen vooruit! Ook de echo’s erna – inclusief de termijnecho – waren goed! Zou dit dan eindelijk ons regenboogkindje worden die mocht blijven? Met 16 weken hadden we een genderecho en we bleken een zoon te verwachten! Ook dit gaf mij vertrouwen, want misschien dat een ander geslacht de sleutel was. Misschien zou het met een jongen wél goed gaan. Veel uitgebreide echo’s, CTG’s en controles volgden en keer op keer bleek ons ‘babyboefje’ – zoals wij hem liefkozend noemden – het supergoed te doen! Totdat ik met 33 weken ongeveer geen beweging voelde..

Mijn man heeft flink in hem gepord, ik heb een tijd op mijn linkerzij gelegen, maar niks hoor. Totaal geen reactie. Dit meen je toch niet? Toch niet alweer?! In paniek belden we het ziekenhuis en we moesten meteen langskomen. Onderweg probeerde ik rustig te worden en bleef ik maar over mijn buik wrijven. In de hoop dat hij een schop zou geven! We parkeerden de auto en renden het ziekenhuis in en vlak voor de deur kreeg ik een schop! Hij beweegt! Ik durfde niet stil te staan, maar wilde meteen aan de CTG. Terwijl we wachtten op de zuster kreeg ik weer een schopje! En ja hoor, tijdens de CTG schopte meneer er op los en deed hij alsof hij van niks wist. Extra lang aan de CTG gelegen, maar er was niks aan de hand. De gynaecoloog zei dat hij waarschijnlijk in een REM-slaap lag en daarom niet reageerde. Wat? Kunnen baby’s in de buik ook al zo diep slapen? Nooit geweten! Maar het allerbelangrijkste was dat hij nog leefde en dat alles goed ging. De weken erna waren slopend. En omdat hij door de bloedverdunners extra veel voeding uit de placenta kreeg werd besloten dat ik met 37 weken en 3 dagen werd ingeleid. ‘s Ochtends om half 10 mochten we ons melden en kreeg ik een vaginaal tablet om de boel los te weken. Daarna zou ik eventueel wee-opwekkers krijgen en/of een ballonnetje. Om half 3 ‘s middags zouden ze kijken of het tablet al wat gedaan had en tot die tijd hebben mijn man en ik wat rondgelopen in het ziekenhuis en geluncht. We waren enorm nerveus en konden niet wachten tot ons ventje geboren zou worden. Maar dat we al in het ziekenhuis waren en regelmatig aan de CTG werden gelegd gaf ons een gerust gevoel. Om half 3 bleek ik op 3 centimeter ontsluiting te zitten en konden ze mijn vliezen breken. Het was afwachten of er daarna al wat zou gebeuren en ‘s avonds zou ik eventueel een ballonnetje krijgen. Maar dit alles bleek niet nodig, want het breken van de vliezen was al voldoende. De weeën kwamen meteen op gang en een uur later extreem heftig! Ik vroeg om een ruggenprik omdat ik net als bij mijn meiden weer in een weeënstorm terecht kwam, met tussenpozen van enkele seconden, maar omdat de weeën elkaar zo snel volgden was dit al te laat. Om half 5 had ik 6 centimeter ontsluiting en een kwartier later zat ik al op 10! Om 16:56 gaf ik een laatste pers en er volgde luid gehuil. Hij is er! Onze zoon is er en hij leeft!! James Logan, een prachtige knul van 3500 gram, werd op mijn borst gelegd en ik rilde van ontlading, geluk, liefde en adrenaline door de vlotte bevalling denk ik, haha. Eindelijk was hij daar dan, onze regenboog. Broertje van Vienna en Delilah*. Niet compleet, maar wel compleet gelukkig.

DAISY

Plaats een reactie