“Tijdens de bevalling voelde ik ontspanning en kracht, geen pijn”

| ,

Wat is het verschil tussen een moederdier dat aan het bevallen is en een mensenmoeder? Mooie vraag. Toen ik in mijn prille zwangerschap mezelf deze vraag stelde, zuchtte ik diep. Er moest volgens mij meer zijn dan ellendige geboorteverhalen die ik, nu al, op mij afgevuurd kreeg. De waarschuwingen, het schrap zetten. Eerlijk gezegd kreeg ik er kippenvel van, maar niet omdat het mij angst aanjoeg, maar omdat ik voelde dat het niet klopte hoe er vaak naar geboortes gekeken werd of hoe geboortes plaatsvonden. Of zwangerschappen. Of baby’s. Of vaders. Er moest toch iets zijn dat mijn hart zou verwarmen? Dat mijn instincten zou bekrachtigen? Een gebeurtenis waar ik naartoe zou willen in plaats van mijn ogen voor sluiten? Een geboorte dat dit gekoesterd mini-mensje recht zou doen? Dat dit kleintje op een welkome manier ter wereld mag komen, zoals ze ook gedragen is?

Om het antwoord te vinden ben ik op onderzoek gegaan. Al gauw stuitte ik op hypnobirthing. Na een eerste cursusavond was ik om. Dol van enthousiasme en bemoediging informeerde ik naar de opleiding en prompt, drie weken later zat ik in Antwerpen voor de opleiding docent hypnobirthing. Ik weet nog goed dat ik een traan voelde biggelen over mijn wang, terwijl ik over mijn zes maanden bolle buik wreef: ‘Dit komt goed kleintje. Dit gaan wij samen doen’. Het was een emotie van bevestiging. Ik heb iets gevonden wat mij zal versterken, wat mij antwoorden zal geven en wat mij in de richting zal leiden wat mijn hart ook aangeeft: ‘Baren kan mijn lichaam en ons kindje komt op een normale, kalme en natuurlijke manier ter wereld’.

Wat is het verschil tussen een moederdier en een mensenmoeder? Als ik in een documentaire een moederdier zie baren, dan valt het me op hoe kalm dit gaat. Het lichaam ligt op de grond (of rechtop), de ogen zijn zachtjes gesloten en de ademhaling gaat vrij relaxt op en neer. Alles lijkt ontspannen, zelfs de buik die golfbewegingen maakt, waarna een babydier geboren wordt. Het wordt afgelikt, de geur wordt opgesnoven, kenmerkende geluiden worden doorgeven en daarna blijft het diertje dichtbij moeder. Bij mensenmoeders zien en horen we een ander beeld. De uitspraak: ‘Dat was me een bevalling’ duidt op een flinke klus. Er is hard gewerkt. Er is flink ingescheurd, geschreeuwd, gezweet en toegetakeld. ‘Zo. Dáár gaan we nooit meer op terugkijken. Dít willen we nooit meer. Gelukkig is het kindje gezond’. En moeder…? Diepe zucht. Dít is niet mijn beeld van bevallen. Dit is óók niet hoe mijn bevalling is gegaan, twee jaar geleden. In stilte, hands-off, in bad. Thuis, samen met mijn lief. Hij streelt mij, kust mij. Ik kus terug, want ik weet dat dit de hormonen goed doet. Ik draai in het water van mijn rugligging naar voren en leun over de badrand. De kaarsjes kunnen eigenlijk wel uit, want het is vier uur in de ochtend en het wordt al licht. Mijn ademhaling is meer een diep oergebrom, terwijl ik voel hoe de wee het kindje dieper in mijn bekken laat zakken. Het is prima te doen. Ik adem mee zoals ik het geleerd heb. De verloskundige kijkt vanaf een afstandje toe en merkt op dat het zo mooi gaat. Mijn lief kijkt vriendelijk, ontspannen mee. Hij weet goed wat hij aan het doen is en steunt mij hierin zoals wij het geoefend hebben. “Goh, wat voel ik mij sterk”. In mijn gedachten is dit de bedoeling van een geboorte. Kalm, relaxt, ik voel me goed en ik heb geen pijn. Het is rustig thuis en buiten. De rust werkt goed voor mij en de baby en in drie uur tijd wordt het kindje geboren. Ik pak haar aan, jeetje wat is ze glibberig en leg haar op mijn borst. Een meisje.

Wat is dan het verschil tussen dier en mens? Alles wat er in ons hoofd geprogrammeerd is gedurende de afgelopen generaties. Laatst las ik een zin: “Mensen zijn de enige diersoort dat twijfelt aan de instincten om te bevallen”. Interessant toch? Dieren dénken niet na over de vraag of ze kunnen baren, zij doen het. Zij doen het alleen, in stilte, in een bosje of ergens beschut. In de avondschemer of het ochtendgloren. Ergens waar zij ongestoord hun kindje(s) ter wereld kunnen brengen. Maar, o wee als er gevaar dreigt. Een snif van onveiligheid… Het lichaam is geprogrammeerd zoals het duizenden jaren geleden al was. Het autonoom zenuwstelsel reageert nog identiek op gevaar, toen en nu, met vluchten vechten of bevriezen. Een dier stopt met baren op het moment dat het zich onveilig voelt. De baarspieren werken minder – tot niet – door onder andere adrenaline. Hoewel wij niet letterlijk van roofdieren hoeven te vluchten op onze geboortelocatie, hoeft gevaar niet altijd direct te zijn. Dit kan ook een vervelende setting zijn, een onderbreking van het geboorteproces, niet kunnen bewegen zoals je dat zou willen of niet weten hoe je met de weeën mee kunt bewegen en mee-ademen en dan… Schiet de stress in je lijf. Een heel kleine kans dat dit nog een kalme geboorte zal worden. Kalm en natuurlijk bevallen lukte mij door de hormonen die mijn baarmoeder haar werk lieten doen; oxytocine en endorfine. Door mijn overtuiging dat een geboorte een holistisch proces is, dat liever niet gestoord wordt. En word ik toch eventjes gestoord? Prima. Ik ben nog high van de hormonen en in diepe, diepe ontspanning, want zo ben ik net een dier dat aan het baren is.

YVONNE

Plaats een reactie