Eindelijk kwam de oorzaak van mijn angstaanvallen boven water

| ,

Ik was 19 jaar toen ik mijn man Jeffrey leerde kennen. Al snel hadden wij goede gesprekken met elkaar en gaf hij mij het gevoel dat ik alles kon vertellen. Ik was erg huiverig om te veel toenadering te zoeken, want naast een leuk gesprek was ik het vertrouwen in mannen compleet verloren. Na een aantal dates, met een paar wijntjes, kuste hij mij. Dit voelde erg fijn! De wel bekende vlinders voelde ik flink tekeergaan in mijn buik. Terwijl wij kusten sloegen de vlinders ineens om in akelige beesten. Angst, misselijkheid, afgunst en verdriet kwamen opzetten. Ik duwde hem van mij af en begon te huilen. Zo lief al hij was, probeerde hij mij te troosten en wilde een arm om mij heen slaan. Dit gaf niet het resultaat wat je zou verwachten. Totale paniek ontstond er bij mij. Ik dook ineen en begon te schreeuwen dat hij weg moest gaan en van mij af moest blijven. Achteraf gezien heeft hij dit gelukkig niet en eigenlijk nooit gedaan. Hij heeft enorm veel geduld gehad en ik dacht alleen maar: “Hij rent straks weg en hem zie ik nooit meer terug, want wat moet je nou met zo een rare meid als ik?!”

Ondanks deze kennismaking met mijn angst, verdriet en paniek zijn wij blijven daten. De angstaanvallen bleven terugkomen en daarbij begon ik pijn op mijn borst te krijgen. Uit angst voor een hartaandoening heb ik een afspraak gemaakt bij de huisarts. Die heeft mij uitgebreid cardiaal onderzocht, maar kon geen afwijkingen vinden. Vervolgens werden er vragen gesteld als; “ervaar je stress op je werk (ik ben verpleegkundige in het ziekenhuis), heb je problemen in je relatie?” Op alle vragen kon ik “nee” antwoorden, want ik had totaal geen reden om stress te ervaren toch? Tot de alles omvattende vraag werd gesteld; “Is er in het verleden wat gebeurd waar je mogelijk nog mee zit? “Meteen na het stellen van deze vraag barstte ik in huilen uit. Het leek of ik diep van binnen wist waar ze op doelde. Ik vertelde dat ik een relatie had gehad waarin ik niet goed behandeld was. Meer dat dit had de huisarts niet nodig om een spoedplek te regelen bij een psycholoog. Wooow, een psycholoog, waar heb ik die dan voor nodig? Eenmaal thuis vertelde ik mijn moeder dat de huisarts een psycholoog had ingeschakeld. “Maar je ging toch voor hartklachten?”, vroeg ze. Ik gaf aan dat ik ook niet wist waarom ik daar naartoe moest, maar er wel een keer naar toe zou gaan. Omdat ik een spoedplek kreeg, zat ik binnen vijf dagen al bij een intakegesprek bij de psycholoog. Er werden vele standaardvragen gesteld: ben je gezond, heb je familie en sociale contacten, slaap je goed, denk je wel eens na over zelfdoding, heb je ontwijkgedrag?Zelfdoding? Nee. Ontwijkgedrag? Wat moet ik daar onder verstaan? Uiteindelijk bleek ontwijkgedrag continue aanwezig te zijn. Dit uitte zich al volgt; Als ik langer dan een paar minuten stil zat ging ik nadenken en kwamen er herbelevingen naar boven, dus zorgde ik dat ik altijd iets aan het doen was. Van de intake weet ik eigenlijk niet veel meer. Eigenlijk heb ik maar één zin van de psycholoog onthouden, namelijk: “Het is overduidelijk: je hebt PTSS en een behandeling hiervoor wordt ten zeerste aangeraden.”

PTSS!? BAM, het voelde als een stempel die op mijn hoofd werd gezet. De psycholoog wilde zelfs dat ik meteen de volgende dag al terugkwam voor de eerste behandeling doormiddel van EMDR-therapie. Na één EMDR-poging werd voor de psycholoog en mij duidelijk dat dit niet de therapiemethode was voor mij. Vier dagen later mocht ik starten met emotional exposure therapy (EET) en dat elke week. Hierbij heb ik met mijn ogen dicht de situaties zeer gedetailleerd moeten vertellen die ik vaak herbeleefde. Dit werd met een voicerecorder opgenomen en heb ik dagelijks terug moeten luisteren. Dit was erg heftig, confronterend, vermoeiend en emotioneel. Wat ik als erg zwaar heb ervaren is dat ik mijn ervaringen moest erkennen en benoemen zoals ze waren, tenslotte is het niet mijn schuld en hoef ik mij daar niet voor te schamen. Dus ook in deze blog zal ik dat doen, al doe ik dat met zwetende oksels en trillende handen. Ik ben lichamelijk en geestelijk mishandeld… Waarom blijft dat toch lastig om te zeggen!?

De meeste herbelevingen gingen over de momenten waar ik met mijn hoofd tegen een kast ben geslagen en er tegelijkertijd tegen mij werd geschreeuwd dat er nooit iemand van mij zou houden of iets om mij zou geven. Wat heb ik mij ongeliefd, bang en onzeker gevoeld. Wat heb ik mijzelf veel kwalijk genomen en mijzelf afgevraagd waarom ik niet sterker was. En nog steeds is mijn eigenwaarde erg laag, al zal ik dit niet snel laten blijken. Tijdens deze therapie hebben wij ook besproken hoe ik dit kon vertellen aan mijn moeder, omdat ik het best lastig vond. Lang heb ik alles verzwegen, smoesjes verzonnen voor blauwe plekken en zat de douchedeur altijd op slot. Toen ik mijn moeder alles vertelde brak ze in huilen uit. Zij voelde zich schuldig, omdat ze het niet door heeft gehad. Ze nam het zichzelf kwalijk dat ik misschien het gevoel had dat ik niet bij haar terecht kon. Dit alles is voor mij nooit aan de orde geweest. Mijn moeder zal ik dit nooit kwalijk nemen. Door het psychische spelletje wat met mij is gespeeld, had ik één opdracht: mijn mond zo goed mogelijk dicht houden. Dat ik eindelijk bij iemand buiten mijn psycholoog alles had kunnen vertellen, luchtte enorm op. Ik voelde mij niet meer alleen en de druk die ik had en alle smoesjes om alles te verbergen, was weg.

Daarna werd het voor mij ook tijd om mijn man Jeffrey te vertellen wat er precies allemaal is gebeurd. Dat ik een relatie had gehad waarin ik slecht behandeld ben en dat ik daardoor soms anders reageerde wist hij, maar details had ik nooit besproken. Ik merkte dat hij het lastig vond om wat te zeggen, maar veel zeggen was voor mij ook niet nodig. Zo’n twee uur lang heb ik verteld, gehuild en weer verteld. Dat hij naar mij luisterde, maar ook echt luisterde was voor mij genoeg. Hij heeft nooit moeilijk gedaan of er iets van gezegd als ik bang wegkroop en huilde. Als ik tegen hem zei dat hij beter iemand anders kon zoeken zonder “littekens” (hiermee bedoel ik de geestelijke littekens) vertelde hij mij dat hij van mij houdt en wij er samen voor zouden gaan knokken. Dit deed hij ook. Hij ging mee met mij in therapie zodat hij mij beter kon begrijpen en mij kon helpen waar hij kon. En dat terwijl wij nog niet eens samenwoonden en hij dus makkelijk het hazenpad had kunnen nemen. Dus als ik iemand mocht nomineren voor een award, speldje of gouden plak zou Jeffrey die voor mij zeker verdienen.

De mensen die voor mij absoluut geen award in wacht slepen zal ik niet bij naam noemen en zijn ook mensen die ik niet ken. Zoals de persoon van een grote instantie die staan voor het strijden en opstaan tegen mishandeling heb ik de opmerking horen maken “een volwassen vrouw heeft de keuze om weg te gaan, dus het is hun keuze om zo behandeld te worden”. Misschien zwart wit gezien had ik weg kunnen lopen, want ik zat niet aan een ketting, maar het psychische spelletje en de angst maken het dat je wel degelijk een ketting voelt. Niemand kiest ervoor om dit mee te maken en helaas zitten nog steeds vele vrouwen in dit soort situaties. Inmiddels ben ik acht jaar verder, zijn Jeffrey en ik getrouwd, hebben wij een dochter Indy van “vijf jaar en een zoon Sef van bijna 10 maanden. Hoe de PTSS nu nog onderdeel is van mijn leven in combinatie met mijn gezin zal ik vertellen in deel twee van mijn blog.

DAISY

Plaats een reactie